Didactiek lezen
1. Inleiding, het belang van lezen
Þ We willen van elk kind een lezer maken
Effect op latere
Basis voor Toename van
Achtergrondkennis maatschappelijke
schoolsucces woordenschat
positie
Van cruciaal belang
om in een
kennissamenleving
te participeren
Þ Functionering in een kennismaatschappij
o We leven in een wereld waarin we omringd worden door teksten (steeds vaker digitaal)
o Om volwaardig deel te kunnen uitmaken vd maatschappij is het nodig dat we deze teksten
kunnen lezen en begrijpen
Þ Belangrijke bron voor persoonlijke groei
o Stimuleert morele ontwikkeling: empathie
§ Als je je inleeft in personages en leer je begrip op te brengen voor personages en de
keuzes die ze maken
o Effect op sociaal-emotioneel functioneren
§ Rust zoeken, stressvermindering, stemmingsregulatie
§ Reflectie en zelfkennis: grootste effect bij tragische verhalen
o Bevordert waarderelativisme en tolerantie
§ Lezen over outgroups verandert attitudes t.o.v. outgroups
• Outgroup = groep mensen met totaal andere normen dan wat jij hebt
Þ “Literacy, and in particular literature and art, is necessary to make sure that democracy survives!”
o We worden overspoeld door fake-news en dan ben je dus niet goed geïnformeerd
o Als je enkel dingen leest met fake-news dan komt de democratie in gevaar
Þ PIRLS
o Wereldwijd onderzoek over begrijpend lezen.
o 10-11 jarigen lezen in alle landen dezelfde tekst en dan kan je alle landen met elkaar
vergelijken en de testen van ervoor
2. Componenten van leesvaardigheid
Þ Voorbereidende leesvaardigheden
Þ Technisch lezen
o Vlot technisch lezen
o Vloeiend technisch lezen
1
, Þ Begrijpend lezen: complex proces
Þ Leesmotivatie
o Leesmotieven (waarom)
o Leesfrequentie (hoe vaak)
o Leesbetrokkenheid (hoe graag)
Þ Algemene leesvaardigheid: combinatie van het voorgaande
2.1. Voorbereidende leesvaardigheden
Þ Deze vaardigheden leggen de basis voor het lezen en starten voor het eerste leerjaar
Þ Dit wordt gedaan in de kleuterklas
2.2. Technisch lezen
Þ Vlot technisch lezen
o Focus op de techniek van het lezen
§ Lettertekens aan klanken koppelen, daarna woorden, zinnen en teksten
o Vloeiend technisch lezen
§ Kinderen teksten lezen met aandacht voor leestekens, pauzes, intonatie en expressie
2.3. Begrijpend lezen
Þ Vaardigheid om kennis, context en technische leesvaardigheid in te zetten om tot tekstbegrip te komen
Þ BL is een actief proces en een complexe vaardigheid
o Teksten kunnen lezen
o Woorden, uitdrukkingen en context begrijpen
o Wat je leest interpreteren met wat je zelf al weet
2.4. Leesmotivatie
Þ Bindmiddel, tussen technisch en begrijpend lezen
Þ Leesfrequentie en leesbetrokkenheid worden als kenmerken van LM beschouwd
2.5. Algemene leesvaardigheid
Þ Dit houdt een combinatie in van voorbereidende geletterdheid, technisch lezen en begrijpend lezen.
3. Het alfabetische principe
3.1. Fonemisch bewustzijn
Þ Alfabetisch-fonemisch principe (de basis van ons schrift)
o Bij elke klank (foneem) hoor een letter (grafeem)
o Nadeel: foneem zijn geen waarneembare klanken
§ Pet heeft de fonemen p e t, maar we zeggen het als pet dus dat lijkt gewoon 1
foneem
o Fonemisch bewustzijn is heel belangrijk dus!
§ Bewustzijn dat een woord is opgebouwd uit klanken
Þ Leren lezen is dus onnatuurlijk. Leesvaardigheid ontluikt niet vanzelf
2
, Þ Alfabetische code moet stap voor stap worden aangeleerd
Þ Phonics programs (gebaseerd op alfabetische principe) zijn de beste basis voor vlot lezen
Een beginnende lezer gebruikt verschillende stappen:
1. De lezer kijkt naar het woord en herkent de grafemen
bv: ‘boom’: b-oo-m (visuele analyse)
2. Grafeem-foneemkoppeling
3. De klanken aan elkaar plakken en het woord uitspreken (auditieve synthese)
4. Betekenis verlenen aan het woord
Waarom is fonemisch bewustzijn zo belangrijk?
Þ = basis voor het begrip van het alfabetisch principe (fonemen wd vertaald in grafemen)
Þ Als het fonemisch bewustzijn ontbreekt, moet het kind de woorden herkennen o.b.v. zijn geheugen
omdat hij de letters van het alfabet niet kan verbinden met de klanken.
Hoe kan je werken aan FB?
Þ Samenvoegen van klanken. Bv. Teken een b – a – l.
Þ Onderscheiden van klanken. Bv. lkr toont foto van kat. Lln spreken de naam van het dier klank voor
klank uit. k – a –t
Þ Sorteren van klanken: bv. woorden noemen met dezelfde beginklank
Þ Isoleren van klanken
o Wat is de eerste/middelste/laatste klank van ‘muis’?
Þ klanken toevoegen of vervangen
o Als je de middelste klank van ‘muis’ vervangt door /o/, welk woord krijg je dan?
4. Het technisch leesproces. Hoe lezen we?
Þ Technische lezen
o Leesproces dat bestaat uit het aan elkaar koppelen van klanken en geschreven letters
o = decoderen
het dual route-model
Lexicale of Non-lexicale route of onrechtstreekse
route: grafeem-foneemkoppeling =
rechtstreekse decoderen
route Non-lexicale route of onrechtstreekse
route: grafeem-foneemkoppeling =
decoderen
3
, Visuele woordherkenning ofwel ‘lezen’, verloopt volgens het ‘Dual route – model’ => twee routes.
Þ Een onrechtstreekse route
o Werkt volgens de grafeem-foneem koppeling (route 1)
Þ Een rechtstreekse route
o Woorden uit het lexicon (ofwel ‘mentaal woordenboek’) haalt zonder eerst het woord te
moeten ‘hakken en plakken’ (route 2).
o Dat zijn woorden die we meteen kunnen lezen zonder dat we daarover moeten nadenken.
Route 1
Þ gebruiken vooral beginnende lezers en gevorderde lezers wanneer ze laag frequente woorden of
pseudowoorden lezen.
Þ Het woord moet nog worden ontleed en letter per letter gelezen.
Route 2
Þ Favoriete route voor alledaagse en vertrouwde woorden. We herkennen deze woorden meteen.
Þ Alle uitspraakinformatie komt meteen ter beschikking en we kunnen het woord meteen uitspreken of
lezen.
Wanneer kinderen leren lezen, gebruiken ze zowel de globale route als de grafeem-foneem koppeling. Globaal
lezen ze om woordbeelden te herkennen. Bij het leren lezen van nieuwe woorden, passen ze de grafeem-foneem
koppeling toe
4.1 De elementaire leeshandeling (1ste helft L1)
Þ Doe de onderdelen expliciet voor:
1. Leesrichting: lezen van links naar rechts
2. Visuele discriminatie: letters van elkaar visueel onderscheiden
3. Teken-klankkoppeling = belangrijkste onderdeel in de didactiek (TKK)
4. Auditieve synthese: klanken aan elkaar plakken tot woorden, in de juiste volgorde
Leesrichting
Þ Van links naar rechts
Þ Vertrouwd via voorlezen
Þ Eerste afspraak
Þ Tip: plaats linksboven de tekst een prentje
Visuele discriminatie
Þ Letters van elkaar onderscheiden
o Bv: de letter m tussen allemaal andere letters herkennen
Þ Moeilijk voor b, d, p
o Deze letters niet direct na elkaar aanbieden
Þ Tips:
o gebaar bij de letter maken (klankgebaren)
o moeilijke letters een kleur geven die steeds herhaald wordt
o Beelden gebruiken (b-d)
§ Dikke billen
4
1. Inleiding, het belang van lezen
Þ We willen van elk kind een lezer maken
Effect op latere
Basis voor Toename van
Achtergrondkennis maatschappelijke
schoolsucces woordenschat
positie
Van cruciaal belang
om in een
kennissamenleving
te participeren
Þ Functionering in een kennismaatschappij
o We leven in een wereld waarin we omringd worden door teksten (steeds vaker digitaal)
o Om volwaardig deel te kunnen uitmaken vd maatschappij is het nodig dat we deze teksten
kunnen lezen en begrijpen
Þ Belangrijke bron voor persoonlijke groei
o Stimuleert morele ontwikkeling: empathie
§ Als je je inleeft in personages en leer je begrip op te brengen voor personages en de
keuzes die ze maken
o Effect op sociaal-emotioneel functioneren
§ Rust zoeken, stressvermindering, stemmingsregulatie
§ Reflectie en zelfkennis: grootste effect bij tragische verhalen
o Bevordert waarderelativisme en tolerantie
§ Lezen over outgroups verandert attitudes t.o.v. outgroups
• Outgroup = groep mensen met totaal andere normen dan wat jij hebt
Þ “Literacy, and in particular literature and art, is necessary to make sure that democracy survives!”
o We worden overspoeld door fake-news en dan ben je dus niet goed geïnformeerd
o Als je enkel dingen leest met fake-news dan komt de democratie in gevaar
Þ PIRLS
o Wereldwijd onderzoek over begrijpend lezen.
o 10-11 jarigen lezen in alle landen dezelfde tekst en dan kan je alle landen met elkaar
vergelijken en de testen van ervoor
2. Componenten van leesvaardigheid
Þ Voorbereidende leesvaardigheden
Þ Technisch lezen
o Vlot technisch lezen
o Vloeiend technisch lezen
1
, Þ Begrijpend lezen: complex proces
Þ Leesmotivatie
o Leesmotieven (waarom)
o Leesfrequentie (hoe vaak)
o Leesbetrokkenheid (hoe graag)
Þ Algemene leesvaardigheid: combinatie van het voorgaande
2.1. Voorbereidende leesvaardigheden
Þ Deze vaardigheden leggen de basis voor het lezen en starten voor het eerste leerjaar
Þ Dit wordt gedaan in de kleuterklas
2.2. Technisch lezen
Þ Vlot technisch lezen
o Focus op de techniek van het lezen
§ Lettertekens aan klanken koppelen, daarna woorden, zinnen en teksten
o Vloeiend technisch lezen
§ Kinderen teksten lezen met aandacht voor leestekens, pauzes, intonatie en expressie
2.3. Begrijpend lezen
Þ Vaardigheid om kennis, context en technische leesvaardigheid in te zetten om tot tekstbegrip te komen
Þ BL is een actief proces en een complexe vaardigheid
o Teksten kunnen lezen
o Woorden, uitdrukkingen en context begrijpen
o Wat je leest interpreteren met wat je zelf al weet
2.4. Leesmotivatie
Þ Bindmiddel, tussen technisch en begrijpend lezen
Þ Leesfrequentie en leesbetrokkenheid worden als kenmerken van LM beschouwd
2.5. Algemene leesvaardigheid
Þ Dit houdt een combinatie in van voorbereidende geletterdheid, technisch lezen en begrijpend lezen.
3. Het alfabetische principe
3.1. Fonemisch bewustzijn
Þ Alfabetisch-fonemisch principe (de basis van ons schrift)
o Bij elke klank (foneem) hoor een letter (grafeem)
o Nadeel: foneem zijn geen waarneembare klanken
§ Pet heeft de fonemen p e t, maar we zeggen het als pet dus dat lijkt gewoon 1
foneem
o Fonemisch bewustzijn is heel belangrijk dus!
§ Bewustzijn dat een woord is opgebouwd uit klanken
Þ Leren lezen is dus onnatuurlijk. Leesvaardigheid ontluikt niet vanzelf
2
, Þ Alfabetische code moet stap voor stap worden aangeleerd
Þ Phonics programs (gebaseerd op alfabetische principe) zijn de beste basis voor vlot lezen
Een beginnende lezer gebruikt verschillende stappen:
1. De lezer kijkt naar het woord en herkent de grafemen
bv: ‘boom’: b-oo-m (visuele analyse)
2. Grafeem-foneemkoppeling
3. De klanken aan elkaar plakken en het woord uitspreken (auditieve synthese)
4. Betekenis verlenen aan het woord
Waarom is fonemisch bewustzijn zo belangrijk?
Þ = basis voor het begrip van het alfabetisch principe (fonemen wd vertaald in grafemen)
Þ Als het fonemisch bewustzijn ontbreekt, moet het kind de woorden herkennen o.b.v. zijn geheugen
omdat hij de letters van het alfabet niet kan verbinden met de klanken.
Hoe kan je werken aan FB?
Þ Samenvoegen van klanken. Bv. Teken een b – a – l.
Þ Onderscheiden van klanken. Bv. lkr toont foto van kat. Lln spreken de naam van het dier klank voor
klank uit. k – a –t
Þ Sorteren van klanken: bv. woorden noemen met dezelfde beginklank
Þ Isoleren van klanken
o Wat is de eerste/middelste/laatste klank van ‘muis’?
Þ klanken toevoegen of vervangen
o Als je de middelste klank van ‘muis’ vervangt door /o/, welk woord krijg je dan?
4. Het technisch leesproces. Hoe lezen we?
Þ Technische lezen
o Leesproces dat bestaat uit het aan elkaar koppelen van klanken en geschreven letters
o = decoderen
het dual route-model
Lexicale of Non-lexicale route of onrechtstreekse
route: grafeem-foneemkoppeling =
rechtstreekse decoderen
route Non-lexicale route of onrechtstreekse
route: grafeem-foneemkoppeling =
decoderen
3
, Visuele woordherkenning ofwel ‘lezen’, verloopt volgens het ‘Dual route – model’ => twee routes.
Þ Een onrechtstreekse route
o Werkt volgens de grafeem-foneem koppeling (route 1)
Þ Een rechtstreekse route
o Woorden uit het lexicon (ofwel ‘mentaal woordenboek’) haalt zonder eerst het woord te
moeten ‘hakken en plakken’ (route 2).
o Dat zijn woorden die we meteen kunnen lezen zonder dat we daarover moeten nadenken.
Route 1
Þ gebruiken vooral beginnende lezers en gevorderde lezers wanneer ze laag frequente woorden of
pseudowoorden lezen.
Þ Het woord moet nog worden ontleed en letter per letter gelezen.
Route 2
Þ Favoriete route voor alledaagse en vertrouwde woorden. We herkennen deze woorden meteen.
Þ Alle uitspraakinformatie komt meteen ter beschikking en we kunnen het woord meteen uitspreken of
lezen.
Wanneer kinderen leren lezen, gebruiken ze zowel de globale route als de grafeem-foneem koppeling. Globaal
lezen ze om woordbeelden te herkennen. Bij het leren lezen van nieuwe woorden, passen ze de grafeem-foneem
koppeling toe
4.1 De elementaire leeshandeling (1ste helft L1)
Þ Doe de onderdelen expliciet voor:
1. Leesrichting: lezen van links naar rechts
2. Visuele discriminatie: letters van elkaar visueel onderscheiden
3. Teken-klankkoppeling = belangrijkste onderdeel in de didactiek (TKK)
4. Auditieve synthese: klanken aan elkaar plakken tot woorden, in de juiste volgorde
Leesrichting
Þ Van links naar rechts
Þ Vertrouwd via voorlezen
Þ Eerste afspraak
Þ Tip: plaats linksboven de tekst een prentje
Visuele discriminatie
Þ Letters van elkaar onderscheiden
o Bv: de letter m tussen allemaal andere letters herkennen
Þ Moeilijk voor b, d, p
o Deze letters niet direct na elkaar aanbieden
Þ Tips:
o gebaar bij de letter maken (klankgebaren)
o moeilijke letters een kleur geven die steeds herhaald wordt
o Beelden gebruiken (b-d)
§ Dikke billen
4