100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting "Meer dan onderwijs" BT1.2, hoofdstuk 2, 3, 5.4 en 5.5

Beoordeling
4.5
(15)
Verkocht
82
Pagina's
39
Geüpload op
12-01-2021
Geschreven in
2020/2021

Uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 2, 3, 5.4 en 5.5 van het boek Meer dan onderwijs. Samenvatting bevat rond de 40 pagina's. 1e jaars ipabo studenten. Geschreven door Eddy Alkema.

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 2, 3, 5.4 en 5.5
Geüpload op
12 januari 2021
Aantal pagina's
39
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Pedagogiek periode 2
Hoofdstuk 2 – 3 - 5.4 en 5.5

Hoofdstuk 2: leerlingen leren kennen
2.1 Inleiding
Om kinderen iets te leren moet je rekening houden met veel verschillende aspecten. Wie zijn
de kinderen? Wat is hun leefwereld? Wat kunnen ze al? Hoe ontwikkelen zij zich? Dit noem
je bij elkaar de beginsituatie.
Wanneer je zicht hebt op de beginsituatie van de kinderen, moet je je vervolgens afvragen
wat je met een les wilt bereiken. Wat is het doel van de onderwijsactiviteit? Het is belangrijk
dat je de actualiteit gebruikt bij het leren van de kinderen.

Om de beginsituatie te bepalen, heb je kennis nodig van:
- De situatie op school en in de groep.
- De leefwereld, oftewel de etnische, sociale en culturele achtergronden van kinderen.
- de interesses en de belevingswereld van kinderen.
- de ontwikkeling van het kind.

2.2 De beginsituatie van kinderen
Wanneer je wilt dat kinderen daadwerkelijk iets leren van jouw les is het noodzakelijk dat ze
zich openstellen voor jou en voor de lesstof. Een belangrijke voorwaarde daartoe is het
niveau en de inhoud van de les dar aansluit bij datgene war ze al weten of beheersen. Een
begin situatie kun je in verschillende aspecten verdelen.
Potentiele beginsituatie:
De verwachte beginsituatie. Je kunt inspelen op wat je verwacht.
Actuele beginsituatie:
Hou rekening met de actualiteit. Dingen die gisteren nog interessant waren kunnen vandaag
al oud nieuws zijn.
Toekomstige beginsituatie:
Het is belangrijk om te weten waar je naar toe streeft. Wat zijn de doelen voor de kinderen.
Wat moeten zij kennen en kunnen in de toekomst. Theorie van Vygotsky!
De zone van de naaste ontwikkeling:
Theorie van Vygotsky. De zone van de naaste ontwikkeling is het toewerken naar een
volgend niveau. Dus de ontwikkeling van de toekomstige beginsituatie.

De leefwereld.
In een groep zitten kinderen uit allerlei verschillende gezinnen of andere
samenlevingsverbanden. Ieder kind brengt zijn eigen ervaringen mee. Het gezin en de buurt
waar zij wonen is voor jonge kinderen het belangrijkste sociale milieu. De verschillen tussen
sociale milieus komen tot uitdrukking in de taal, de samenstelling van de gezinnen, de
betrokkenheid van de ouders bij de school. Etc. Er is veel geschreven over de invloed van de
sociaal-culturele omgeving op de ontwikkeling van kinderen. Ouders verschillen in afkomst,
opleiding, beroep, belangstelling etc. We maken onderscheid tussen de etnische, sociale en
culturele verschillen.
Etnische verschillen: Het gaat om het behoren van een bepaalde bevolkingsgroep. Ieder
geloof of cultuur heeft verschillende normen en waarden. Er ontstaan steeds meer culturele
verschillen op scholen.

,Sociale verschillen: Het gaat hierbij om het behoren tot een bepaalde maatschappelijke
groepering. Leraren hebben te maken met ouders uit verschillende maatschappelijke
groeperingen. Zo heb je en ambtenaar tegenover een caissière. Kinderen nemen de
belangstelling over van hun ouders.
Culturele verschillen: Elke cultuur is anders. Zo kun je onze westerse cultuur niet vergelijken
met de cultuur van indianen uit Zuid-Amerika. Culturen verschillen niet alleen in
opvoedingswaarden en opvoedingsstijlen, maar ook in de mate waarin ouders sturing geven
binnen en reflecteren op de opvoeding.

In de pedagogiek wordt er onderscheid gemaakt tussen functioneel en intentioneel
opvoeden. Bij functioneel opvoeden ligt de nadruk op de vanzelfsprekende dagelijkse
omgang met kinderen. Bij intentioneel opvoeden is er sprake van doelgericht sturend
optreden en ook van reflectie op de opvoeding. In westerse landen is het proces van
intentioneel opvoeden steeds belangrijker geworden. Ouders hebben meer oog gekregen
voor hun opevoedingstaak. In veel niet-westerse culturen zijn de verschillen tussen hoog- en
laagopgeleiden groot. Opmerkelijk veel ouders in niet westerse culturen zijn minder bewust
bezig met het opvoeden van hun kinderen. Veel kinderen kijken tegen een standaard
levensloop aan met weinig keuzemogelijkheden. Ouders hoeven minder na te denken over
de wijze waarop en waartoe zij hun kinderen opvoeden. Dit heeft ook te maken met de
sociaaleconomische situatie waarin zij verkeren. De opvoeding komt in niet-westerse landen
op de tweede plaats, omdat veel tijd en energie moet worden gestoken in het voeden en
verzorgen van de kinderen.

We leven in een maatschappij waarin succes op school vaak wordt beloond met een ‘hogere’
positie in de samenleving (status, beloning). De meningen over de ontwikkeling van kinderen
op school zijn erg verschillend.
A) de oorzaak ligt vooral in de aanleg. Kinderen erven hun intelligentie van hun natuurlijke
ouders. In de lagere sociale milieus leven mensen met een lagere intelligentie, daarom is het
vanzelfsprekend dat kinderen uit deze milieus minder intelligent zijn.
B) De oorzaak ligt aan het onvermogen van de school. Zij denken dat erg intelligente
kinderen niet worden opgevallen waardoor zij zich niet optimaal kunnen ontwikkelen. De
school herkent geen talentvolle kinderen.
C) De oorzaak ligt thuis. De talenten van kinderen uit lagere sociale milieus zouden
verborgen blijven omdat de ouders de kinderen niet optimaal helpen met het ontwikkelen.
Als ouders zelf slechte ervaringen hebben met school hebben zij hier ook minder interesses
in voor hun kind. Ook wordt de rol van ouders vaak verschillend gezien.
Ouders uit niet-westerse culturen voelen zich vooral verantwoordelijk voor het
levensonderhoud van hun kinderen. Zij zijn vaak niet hoog opgeleid en leggen de taken op
school. De westerse ouders zijn zich steeds meer bewust geworden van het belang van een
goede ontwikkeling.
D) Allerlei tussenstanden
Uiteraard zijn de drie bovenstaande opvattingen nogal ideaal typisch omschreven. Zo zijn er
mensen die zeggen dat 8-% van de mogelijkheden die een kind heeft, is bepaald door
erfelijkheid. Anderen schatten de invloed van de aanleg op 45%, die van gezins- en
milieufactoren op 40% en die van de school op 15%.

,E) Nature versus nurture
De drie bovenstaande opvattingen zijn geformuleerd op grond van verschillende
antwoorden op de fundamentele vraag: in hoeverre zijn onze eigenschappen en
mogelijkheden in aanleg gegeven (biologisch bepalend) en in hoeverre worden zij bepaald
door de omgeving (waaronder sociale milieu, opvoeding, onderwijs). Er zijn geen
wetenschappers meer die het extreme standpunt verdedigen dat ofwel de aanleg ofwel de
omgeving volledig bepaalt welke eigenschappen kinderen hebben en hoe zij zich vervolgens
ontwikkelen. Men is het inzicht toegedaan dat aanleg en omgevingsfactoren elkaar
wederzijds beïnvloeden. Pedagogische pessimisten: als ze een grote invloed toekennen aan
de aanleg. Pedagogische Optimisme: als men de grootste rol toekent aan gezin, milieu en
school. Nature: in de aanleg en Nurture: door de omgeving.

De belevingswereld van vierjarigen
Rollenspel: situaties worden nagespeeld. Zoals: vader / moedertje, doktertje, supermarkt etc
Animisme: Van gewone dingen, andere dingen maken. Zoals een schepje dat opeens een
raceauto wordt. Aan levenloze dingen een ziel toekennen. Een knuffel die opeens echt tot
leven komt.
Zelf ontdekken: Dit doen ze doormiddel van hun zintuigen: kijken, voelen, stampen.
Constructiespel:
Spelen met bijvoorbeeld blokken, lego etc.
egocentrisme: Kleuters beleven hun wereld in hun eigen standpunt. Ze kunnen nog moeilijk
delen met elkaar en hun inleven in andere gevoelens.

De belevingswereld van vijf tot acht jaar
Fantasie en werkelijkheid worden van elkaar gescheiden.
veranderingen van tekeningen
- van nauwelijks gedetailleerde naar zeer gedetailleerde beelden.
- begripsmatig kleurgebruik (lucht is blauw, gras is groen)
- meer reële verhoudingen.
- tekenen naar wat je weet.
constructiemateriaal: De aandacht voor spelen met constructiemateriaal neemt toe. Ook
meer de belangstelling naar: hoe zit iets nu in elkaar.
bewegingsspelen: de kinderen krijgen meer behoefden aan beweging zoals fietsen,
zwemmen en schaatsen.

De belevingswereld van acht tot twaalf jaar
realiteit: De realiteit van kinderen komt centraal te staan. Ze willen elk naadje van de kous
weten.
Ze gaan zich verdiepen in verschillende onderwerpen die zij interessant vinden.
groepsspel: Het inzicht in sociale relaties neemt toe: Er kunnen groepsspellen worden
gespeeld zoals: voetbal, trefbal etc.
Concreetheid: Kinderen zijn in staat om abstract te redeneren. Ze kunnen steeds beter
sommen maken zonder het gebruik maken van concreet materiaal.
eigen mening:
de kinderen zijn in staat om hun eigen mening te vormen. Eerst lieten zij hun mening
vormen door de waarden en normen van hun ouders. In deze fase ontwikkelen zij hun eigen
mening.

, Identiteit: kinderen leren al vroeg welk gedrag er wordt verwacht en gaan zich daarnaar
gedragen. Vanaf ongeveer zes jaar weten kinderen dat jongens altijd mannen zullen worden
en meisjes altijd vrouwen  Geslachtsconstantie.
Sekseverschillen werken door in interesses, activiteiten en prestaties.
Jongens: voorkeur voor auto’s, constructiemateriaal, fysieke activiteiten, balspelen,
computeren en techniek.
Meisjes: poppen, huishoek, verzorgende activiteiten en communicatieve werkvormen.
Deskundigen vinden het belangrijk dat leraren weten welke sociaal-cultureel bepaalde
verschillen er bestaan tussen jongens en meisjes. Leraren moeten op grond van hun
algemene kennis niet in de valkuil stappen om individuele kinderen een ‘groeps- of
cultuuretiket’ op te plakken. Elk kind is uniek en leraren moeten zich kunnen afstemmen op
ieders (leer)behoeften.
Iedereen ontwikkeld anders en moeten daar de ruimte voor krijgen. Er moet een balans
worden gevonden tussen de diversiteit en gemeenschappelijkheid in de groep.

2.3 Ontwikkeling
Ontwikkeling kun je beschrijven als: “Een reeks progressieve veranderingen die tot hogere
niveaus van differentiaties en functioneren leiden.”
De ontwikkeling is een proces met twee belangrijke kenmerken, namelijk de verandering en
de vooruitgang. De rijping is de rijping van het zenuwstelsel en de spieren van hoe je
bijvoorbeeld een pen vast houdt.
De ontwikkeling is een proces van verandering waarbij de combinatie van groei, rijping en
leren tot een steeds hoger niveau van functioneren leidt. Rijping is een lichamelijk en
biologisch proces. Denk bijvoorbeeld aan het leren lopen als resultaat van de rijping van het
zenuwstelsel en de spieren. Ruwweg kun je zeggen dat baby’s in eerste instantie alleen
kunnen liggen, na een bepaalde periode kunnen ze zich omdraaien, daarna kunnen ze
kruipen om ten slotte te gaan staan en lopen.
Leren is een proces met min of meer duurzame resultaten, waardoor nieuwe dragspotenties
ontstaan of reeds aanwezige zich wijzigen. Het gaat dan om in hoofdlijnen het verwerven
van kennis, inzicht en vaardigheden door middel van memoriseren, nabootsen, begrijpen of
ontdekken via het opdoen met de omgeving, waaronder volwassenen, met als doel meer
grip te krijgen op de wereld om hen heen. Vb: ervaren dat een kachel heet kan zijn.

In de klassieke ontwikkelingspsychologie wordt ontwikkeling opgevat als een regelmatige
opeenvolging van stadia waarbij elk stadia een vooruitgang betekent ten opzichte van het
vorige. Het eindstadium is de toestand waarin alle merken tot volledige ontwikkeling komen.
Vanuit het eindpunt, de volwassenheid, worden de verschillende stadia nauwkeurig
bestudeerd en beschreven. De klassieke ontwikkelingspsychologie gaat uit van aan de
biologie ontleende opvattingen over groei en ontwikkeling. De menselijke ontwikkeling werd
altijd in relatie gebracht met waarneembare veranderingen binnen een bepaalde tijd.
De menselijke ontwikkeling is opgedeeld in drie factoren
- de chronologische leeftijd
- de biologische leeftijd of ontwikkeling
- de sociale context
$7.23
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 82 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Beoordelingen van geverifieerde kopers

7 van 15 beoordelingen worden weergegeven
1 maand geleden

8 maanden geleden

10 maanden geleden

11 maanden geleden

1 jaar geleden

1 jaar geleden

2 jaar geleden

4.5

15 beoordelingen

5
8
4
7
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
roosschooneman Hogeschool IPABO
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
368
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
222
Documenten
21
Laatst verkocht
1 maand geleden

4.2

63 beoordelingen

5
25
4
27
3
8
2
2
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen