100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Output interpretaties en uitleg theorie Grasple practica TAK

Rating
-
Sold
-
Pages
31
Uploaded on
21-10-2025
Written in
2024/2025

Uitgebreide uitleg over de grasple practica en onderwerpen die aan bod komen. Zowel visuele ondersteuning als voorbeelden van de outout zijn gegeven. Succes!

Institution
Module











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
October 21, 2025
Number of pages
31
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

GRASPLE-theorie en output-interpretaties
Practicum 1: Herhaling kwantitatieve analysetechnieken
Meetniveaus variabelen
Categorische variabelen

 Nominaal: de data kunnen alleen worden gecategoriseerd, zonder duidelijke rangorde.
o Geboorteplaats, Gender, Etniciteit, Automerken, Geloofsovertuiging
 Dichotoom: nominaal meetniveau met slechts twee categorieën
o Geslacht (m/v), kop of munt
 Ordinaal: de data kunnen worden gecategoriseerd en er is sprake van een duidelijke
rangorde.
o Top tien bestsellers (boeken), Taalvaardigheid (zoals laag, gemiddeld, hoog),
Likertschaal-vragen,

Continue variabelen

 Interval: de data kunnen worden gecategoriseerd, er is sprake van een rangorde en de
intervallen tussen de categorieën zijn gelijk (bijvoorbeeld steeds een stap van 10).
o Toets scores (zoals die van examens), Scores op een persoonlijkheidstest,
Temperatuur in Fahrenheit of graden Celsius
 Ratio: de data kunnen worden gecategoriseerd, er is sprake van een rangorde, de
intervallen tussen de categorieën zijn gelijk en er is een betekenisvol nulpunt.
o Lengte, Leeftijd, Gewicht, Temperatuur in Kelvin

One sample t-test
= Een statistische test die wordt gebruikt om te bepalen of het gemiddelde van een steekproef
significant verschilt van een bekende of verwachte populatiewaarde. De afhankelijke variabele
moet op continu meetniveau zijn.

 Toetst of het steekproefgemiddelde significant afwijkt van een populatiegemiddelde
(μ0)
 Gebruikt een t-verdeling
 De nulhypothese (H0) stelt dat er geen verschil is: H0: μ = μ0
 De alternatieve hypothese (HA) stelt dat er wel een verschil is:
o HA: μ ≠ μ0 (tweezijdig)
o HA: μ > μ0 of HA: μ < μ0 (eenzijdig)
 Met de p-waarde beoordeel je of het verschil statistisch significant is

,Descriptives statistics:




 Mean: Gemiddelde variabele X
 Minimum en maximum
 Standaardafwijking: De maat voor de spreiding van de scores op variabelen

One-sample t-test output:




 Mean-difference: dit is het verschil tussen het gevonden gemiddelde (7,539) en de
testwaarde (7,6). Deze testwaarde is het gemiddelde zoals gebruikt in de nulhypothese.
 95% confidence interval: Het betrouwbaarheidsinterval voor het verschil tussen de
testwaarde en het geobserveerde steekproefgemiddelde, [-0.191, 0.068].
o Ondergrens: 7,6 – 0.191
o Bovengrens: 7,6 + 0.068
 t-waarde: -0.935 en Sig. (p-waarde): 0.351. De p-waarde geeft de kans op een t-waarde
die net zover of verder afligt van 0 als de gevonden t-waarde als de nulhypothese waar
is. Dus dit betekent: als het gemiddelde in de populatie echt 7.6 is, dan is de kans om
een t-waarde te vinden die kleiner is dan –0.935 of groter is dan 0.935 gelijk aan 0.351

Overall conclusie: De p-waarde (.351) is groter dan α (.05). We verwerpen de nulhypothese
niet. Nul zit in het 95%- betrouwbaarheidsinterval en dat betekent dat het verschil tussen het
gevonden gemiddelde (7.539) en de nulhypothese (7.6) niet significant verschilt van 0.
Inhoudelijk kunnen we zeggen dat het gemiddelde cijfer van dit jaar niet significant afwijkt van
7.6

,Independent samples t-test
= Een statistische test die vergelijkt of het gemiddelde van twee onafhankelijke groepen
significant van elkaar verschillen. De afhankelijke variabele moet continu zijn, en de
onafhankelijke variabele categorisch.

 Je vergelijkt hierbij de gemiddelden van twee aparte groepen (mannen versus vrouwen
of testgroep versus controlegroep)
 Gebruikt de t-verdeling en houdt rekening van variantieverschillen tussen de groepen
o Levene's test controleert op homoscedastisciteit
 De nulhypothese (H0) stelt dat er geen verschil is tussen de groepen: H0: μ1 = μ2
 De alternatieve hypothese (HA) stelt dat er wel een verschil is tussen de groepen:
o HA: μ1 ≠ μ2 (tweezijdig)
o HA: μ1 > μ2 of HA: μ1 < μ2 (eenzijdig)
 Met de p-waarde beoordeel je of het verschil tussen de groepen statistisch significant is

Group statistics:




 Mean: gemiddelde beide groepen
 Std. Deviation; Standaarfafwijking: De maat voor de spreiding van de scores op
variabelen binnen de groepen, in dit geval het variabele cijfer
 Std. Error mean; Standaardfout: De maat voor spreiding van de gemiddelde cijfers
binnen de groepen. Dit wil zeggen: Stel je zou het onderzoek heel vaak herhalen en elke
keer het gemiddelde van de twee groepen uitrekenen. Deze gemiddelden zullen telkens
net iets anders zijn en vormen een verdeling. De standaardfout is een maat voor de
spreiding van al deze gemiddelden (steekproefgemiddelden).

o

, Independent samples t-test output:




 Levene's test: Controleert of de varianties van de twee groepen gelijk zijn, ofwel:
homogeniteit van varianties. Dit is belangrijk omdat een van de assumpties voor een t-
test homoscedasticiteit is (gelijke variantie binnen beide groepen)
o Significant resultaat = spreiding tussen de twee groepen verschilt significant van
elkaar --> equal variances not assumed
o Niet significant resultaat = spreiding tussen de twee groepen verschilt niet
significant van elkaar --> equal variances assumed
 Std. Error difference; standaardfout van het verschil: is een maat voor spreiding in het
verschil tussen de gemiddelden van groep A en B.
 t-waarde en sig. (p-waarde): De t-waarde geeft aan dat het verschil tussen de
gemiddelden van A en B ongeveer 7,5 standaardfouten bedraagt. De significantie van dit
verschil is af te lezen aan de p-waarde.


o
 95% confidence interval: Als we het onderzoek oneindig vaak zouden herhalen en
telkens het betrouwbaarheidsinterval zouden berekenen, dan zou 95% van die
betrouwbaarheidsintervallen het werkelijke verschil in gemiddelden omvatten. De 0 zit
niet in dit interval, want dat loopt van -1.1 tot -0.6. Dit betekent dat de twee groepen
waarschijnlijk verschillen in gemiddeld cijfer.

Overall conclusie: De nulhypothese is dat het verschil in de populatiegemiddelden van A en B
gelijk is aan nul (H0: μ1 = μ2) De p-waarde (𝑝 < .001) geeft aan hoe waarschijnlijk de
nulhypothese is. Aangezien de p-waarde kleiner is dan α = .05, verwerpen we de nulhypothese
en concluderen we dat lesmethode B significant hoger scoort dan lesmethode A.
$8.66
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
BentheIsobelMensinga

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
BentheIsobelMensinga Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
3
Member since
3 year
Number of followers
0
Documents
8
Last sold
1 month ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions