TOEGEPASTE VERPLEEGKUNDIGE
ZORGEN – ACUTE ZORGEN
HOOFDSTUK 1: DE ONTWIKKELING EN ZORG
Tijdlijn ontwikkelingsfasen
1. ZUIGELING: 1 E LEVENSJAAR
NORMALE ONTWIKKELING
Eerste levensjaar is turbulente periode (van pasgeborene tot zuigeling naar peuter)
- Lichamelijke ontwikkeling: groei en motorische ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling: gedrag en relaties hechting
- Cognitieve ontwikkeling: wijze van denken en taalontwikkeling
- Belangrijke taak van de ouders is deze ontwikkeling zo goed mogelijk te volgen.
o Belangrijk in het eerste levensjaar = basis van vertrouwen geven aan baby
LICHAMELIJKE ONTWIKKELING (PAGINA 3-6)
PERIODE VAN ONGEKENDE GROEI
- Gewicht: x 3
- Lengte: x 1,5
- Schedelomtrek: +10 cm
- Lichamelijke verhoudingen zullen steeds wijzigen
MIJLPALEN
LICHAMELIJKE ONTWIKKELING
- Toename omvang borstkas
o Groei van hart en longen
o Verschuiving normaalwaarden HR, AH, BD
- Maag-, darmstelsel = nog niet volgroeid
o Specifieke eisen in de zorg voor voeding en uitscheiding (cfr. Voeding)
o Resorptie is moeilijk => ook groter worden maag = ++ inhoud
- Samenstelling bloed ≠
o ↓ RBC + WBC rond 3 maand blekere kleur
GROEICURVE ZIE WERKCOLLEGE
- Uitzetten van lengte, gewicht en SO op groeicurven (door K&G, KA, in hospitaal, enz).
o Opvolging door kinderarts of kind en gezin
o Afwijkingen tijdig signaleren in het kader van
SO-L-G
BEPALEN VAN DE PSYCHOMOTORISCHE ONTWIKKELING
- Van Wiechenschema (0-54 mnd)
o Fijne motoriek
o Persoonlijkheid en sociaal gedrag
o Communicatie
o Grove motoriek
,GEZICHTSVERMOGEN
- 1e week:
o Omtrekken waarnemen, geen gehelen
o Met vluchtige oogbewegingen kan bewegend veld gevolgd worden
o Korte afstand (ong. 20 cm)
- 2 maanden:
o ꜛ Focussen van voorwerpen
o Meer soepele oogbewegingen
- 3 maanden:
o Bewegend object groter gezichtsveld
o Oefenen oog-handcoördinatie
o Kijken naar eigen handjes
- Op 26 weken:
o Toename gezichtsscherpte
o Toename gezichtsveld
o Primaire kleuren (vanaf 4 maanden)
ONTWIKKELING GEHOOR
- Belangrijke functie bij ontwikkeling van de taal
o Taal: 1e levensjaar gehoorverlies = dramatisch voor verdere leven
o 0,1% van de pasgeborene leidt aan gehoorverlies --> snelle opsporing is belangrijk!
- Eerste dag: weinig tot geen gehoor
- Verschillende geluiden leren onderscheiden
- Vanaf 6 tot 9 maanden: hoofd draaien in de richting van geluid
SPRAAK- EN TAALONTWIKKELING
- = Alle manieren waarop het jonge kind (zuigeling) communiceert met medemensen
- Communicatie d.m.v.:
o Geluidjes
o Lachen
o Fronsen
o Verhoogde beweeglijkheid
- 0-6 mnd: reactie op stem
- 1 mnd: gorgelen en koeren
- 6 mnd: geluiden als ‘ba-ba’
- +/- 1 jaar: éénwoordzinnen (mama, papa, da-da)
- Ouders passen hun taal aan
o Verhoging van de stem
o Verkleinwoorden worden gebruikt
o Naam van het kind wordt vermeld
SOCIAAL – EMOTIONELE ONTWIKKELING (PAGINA 6-7)
- Een mens leeft niet alleen, hij staat in contact met anderen
- Diverse stoornissen in persoonlijkheidsontwikkeling:
o Vaak ontstaan in eerste levensjaren “EERSTE 1000 DAGEN”
o Maken van contact niet goed verlopen
o Regelmatig liefdevol contact geeft eerste besef van mensen om ons heen
o Veilige hechting!!
- Door vertrouwen (reageren op zuigeling) ontstaat interactie (hechtingsgedrag)
o Schept veiligheid
o Zorg voor verdere ontplooiing
o Hechting gericht op één of enkele personen
- Voldoen aan basisbehoeften geeft basisvertrouwen
- Jonge zuigeling is egocentrisch geen besef van mensen om zich
, - Dit verandert tussen de 1 - 4 mnd:
o Eerste 2 mnd: niet kieskeurig in contacten
o Vanaf 2 maanden niet zomaar naar iedereen lachen
o Vanaf 6e maand vaste verzorgers nodig om zich “veilig” te voelen
o Ontstaan “scheidingsangst”
+/- 8 mnd
Verdwijnt als kind besef heeft van “terugkomen”
HECHTING
Hechting (attachment) is de duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meer opvoeders. Veilig
gehechte kinderen zullen in perioden van stress de nabijheid zoeken van personen aan wie zij zijn
gehecht.
- Goede/veilige hechting
o Vaste gedragspatronen
o Experimenteren met gedrag en anderen
- Slechte hechting
o Onbeantwoord gedrag
o Geen liefde en geborgenheid
o Kind zoekt ander gedrag voor aandacht
o Nog geen aandacht = onthechting (kind ziet ouder niet meer als opvoeder)
o Toekomst: slechte contactname, onverschilligheid, “bezittingsgedrag”
COGNITIEVE ONTWIKKELING (PAGINA 7)
- Cognitieve ontwikkeling vertrekt vanuit reflexen
- Gaandeweg ontwikkeling eigen karakter
- 3 typen gedrag:
o De drukke, beweeglijke zuigeling
Bewegen is het leukste wat er is
Meestal tengere baby
Snelle motorische ontwikkeling
Vroeg staan en lopen
o De slaperige, langzaam reagerende zuigeling
Goedlachs en vriendelijk mits tijdig krijgen van voeding
Door goed eten, weinig bewegen, wolk van een baby
Ontwikkeling verloopt langzamer
Niet dwingen maar stimuleren met spelletjes
o De prikkelgevoelige zuigeling
Staat zeer open voor indrukken
Hoort en ziet alles
Kan hierdoor heftig schrikken
Snel afgeleid
Voelt spanning en emoties goed aan
Raakt bij onverwachte gebeurtenissen snel van de kook
Lange smalle lichaamsbouw met relatief groot hoofd
Snelle cognitieve ontwikkeling omwille van snel oppikken van informatie
- Belangrijk dat ouders inspelen op het gedrag van het kind
o Positieve aspecten stimuleren
o Negatieve aspecten bijsturen
ZORGPROBLEMEN (PAGINA 11 – 13)
, HUILEN
- Waarom? Mogelijke oorzaken: vuile luier, honger, kolieken, scheidingsangst
- Ouderlijke gevoelens van machteloosheid
- Vicieuze cirkel
- Programma’s “huilbaby’s” (K&G)
Communicatiehulpmiddelen
Video-interactietraining
- Wat is “normaal”?
o = Verschillend van kind tot kind
o = Piek rond 6 wkn: +/- 2à3u per dag
o = Rond 3 mnd: daling tot ongeveer 1u
- Kan je de baby verwennen?
“Troosten is nooit verwennen”
VOEDINGSPROBLEMEN
- Vaak reden tot onrust
- Welke problemen?
o Opboeren
o Teruggeven na de voeding
o Darmkrampjes/kolieken
- Oorzaken?
o Vaak geen duidelijke reden
o Prikkelbaarheid van MDS = immaturiteit (onvoldoende ontwikkeld)
o Voedingspatroon moeder
SPRUW
- Schimmelinfectie in de mond
- In de mond bevindt zich een witte aanslag of zijn er witte vlekjes te zien op de tong of de
wangzakken.
- Kan leiden tot huilen of slecht drinken
- Behandeling: medicamenteus
o Bij borstvoeding ook de tepels van de moeder behandelen
DIARREE
- Vaker dunnere ontlasting dan normaal
- Belangrijk om duidelijk beeld te krijgen van ontlastingspatroon
- Verlies van vocht en elektrolyten
o Snelle rehydratatie nodig
o ORS (orale rehydration salts)
OBSTIPATIE
- Zelden bij borst gevoede kinderen
- Bij FV door te kort aan vocht, invoeren van bijvoeding => extra drinken
HUIDPROBLEMEN
- Luieruitslag
o Veel voorkomend: niet zindelijke kinderen
o Omwille van ammoniak in urine
o Billetjes en liesplooien drooghouden: regelmatig verschonen, pas op vochtige doekjes en
eventueel babyzalf
- Seborroe
ZORGEN – ACUTE ZORGEN
HOOFDSTUK 1: DE ONTWIKKELING EN ZORG
Tijdlijn ontwikkelingsfasen
1. ZUIGELING: 1 E LEVENSJAAR
NORMALE ONTWIKKELING
Eerste levensjaar is turbulente periode (van pasgeborene tot zuigeling naar peuter)
- Lichamelijke ontwikkeling: groei en motorische ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling: gedrag en relaties hechting
- Cognitieve ontwikkeling: wijze van denken en taalontwikkeling
- Belangrijke taak van de ouders is deze ontwikkeling zo goed mogelijk te volgen.
o Belangrijk in het eerste levensjaar = basis van vertrouwen geven aan baby
LICHAMELIJKE ONTWIKKELING (PAGINA 3-6)
PERIODE VAN ONGEKENDE GROEI
- Gewicht: x 3
- Lengte: x 1,5
- Schedelomtrek: +10 cm
- Lichamelijke verhoudingen zullen steeds wijzigen
MIJLPALEN
LICHAMELIJKE ONTWIKKELING
- Toename omvang borstkas
o Groei van hart en longen
o Verschuiving normaalwaarden HR, AH, BD
- Maag-, darmstelsel = nog niet volgroeid
o Specifieke eisen in de zorg voor voeding en uitscheiding (cfr. Voeding)
o Resorptie is moeilijk => ook groter worden maag = ++ inhoud
- Samenstelling bloed ≠
o ↓ RBC + WBC rond 3 maand blekere kleur
GROEICURVE ZIE WERKCOLLEGE
- Uitzetten van lengte, gewicht en SO op groeicurven (door K&G, KA, in hospitaal, enz).
o Opvolging door kinderarts of kind en gezin
o Afwijkingen tijdig signaleren in het kader van
SO-L-G
BEPALEN VAN DE PSYCHOMOTORISCHE ONTWIKKELING
- Van Wiechenschema (0-54 mnd)
o Fijne motoriek
o Persoonlijkheid en sociaal gedrag
o Communicatie
o Grove motoriek
,GEZICHTSVERMOGEN
- 1e week:
o Omtrekken waarnemen, geen gehelen
o Met vluchtige oogbewegingen kan bewegend veld gevolgd worden
o Korte afstand (ong. 20 cm)
- 2 maanden:
o ꜛ Focussen van voorwerpen
o Meer soepele oogbewegingen
- 3 maanden:
o Bewegend object groter gezichtsveld
o Oefenen oog-handcoördinatie
o Kijken naar eigen handjes
- Op 26 weken:
o Toename gezichtsscherpte
o Toename gezichtsveld
o Primaire kleuren (vanaf 4 maanden)
ONTWIKKELING GEHOOR
- Belangrijke functie bij ontwikkeling van de taal
o Taal: 1e levensjaar gehoorverlies = dramatisch voor verdere leven
o 0,1% van de pasgeborene leidt aan gehoorverlies --> snelle opsporing is belangrijk!
- Eerste dag: weinig tot geen gehoor
- Verschillende geluiden leren onderscheiden
- Vanaf 6 tot 9 maanden: hoofd draaien in de richting van geluid
SPRAAK- EN TAALONTWIKKELING
- = Alle manieren waarop het jonge kind (zuigeling) communiceert met medemensen
- Communicatie d.m.v.:
o Geluidjes
o Lachen
o Fronsen
o Verhoogde beweeglijkheid
- 0-6 mnd: reactie op stem
- 1 mnd: gorgelen en koeren
- 6 mnd: geluiden als ‘ba-ba’
- +/- 1 jaar: éénwoordzinnen (mama, papa, da-da)
- Ouders passen hun taal aan
o Verhoging van de stem
o Verkleinwoorden worden gebruikt
o Naam van het kind wordt vermeld
SOCIAAL – EMOTIONELE ONTWIKKELING (PAGINA 6-7)
- Een mens leeft niet alleen, hij staat in contact met anderen
- Diverse stoornissen in persoonlijkheidsontwikkeling:
o Vaak ontstaan in eerste levensjaren “EERSTE 1000 DAGEN”
o Maken van contact niet goed verlopen
o Regelmatig liefdevol contact geeft eerste besef van mensen om ons heen
o Veilige hechting!!
- Door vertrouwen (reageren op zuigeling) ontstaat interactie (hechtingsgedrag)
o Schept veiligheid
o Zorg voor verdere ontplooiing
o Hechting gericht op één of enkele personen
- Voldoen aan basisbehoeften geeft basisvertrouwen
- Jonge zuigeling is egocentrisch geen besef van mensen om zich
, - Dit verandert tussen de 1 - 4 mnd:
o Eerste 2 mnd: niet kieskeurig in contacten
o Vanaf 2 maanden niet zomaar naar iedereen lachen
o Vanaf 6e maand vaste verzorgers nodig om zich “veilig” te voelen
o Ontstaan “scheidingsangst”
+/- 8 mnd
Verdwijnt als kind besef heeft van “terugkomen”
HECHTING
Hechting (attachment) is de duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meer opvoeders. Veilig
gehechte kinderen zullen in perioden van stress de nabijheid zoeken van personen aan wie zij zijn
gehecht.
- Goede/veilige hechting
o Vaste gedragspatronen
o Experimenteren met gedrag en anderen
- Slechte hechting
o Onbeantwoord gedrag
o Geen liefde en geborgenheid
o Kind zoekt ander gedrag voor aandacht
o Nog geen aandacht = onthechting (kind ziet ouder niet meer als opvoeder)
o Toekomst: slechte contactname, onverschilligheid, “bezittingsgedrag”
COGNITIEVE ONTWIKKELING (PAGINA 7)
- Cognitieve ontwikkeling vertrekt vanuit reflexen
- Gaandeweg ontwikkeling eigen karakter
- 3 typen gedrag:
o De drukke, beweeglijke zuigeling
Bewegen is het leukste wat er is
Meestal tengere baby
Snelle motorische ontwikkeling
Vroeg staan en lopen
o De slaperige, langzaam reagerende zuigeling
Goedlachs en vriendelijk mits tijdig krijgen van voeding
Door goed eten, weinig bewegen, wolk van een baby
Ontwikkeling verloopt langzamer
Niet dwingen maar stimuleren met spelletjes
o De prikkelgevoelige zuigeling
Staat zeer open voor indrukken
Hoort en ziet alles
Kan hierdoor heftig schrikken
Snel afgeleid
Voelt spanning en emoties goed aan
Raakt bij onverwachte gebeurtenissen snel van de kook
Lange smalle lichaamsbouw met relatief groot hoofd
Snelle cognitieve ontwikkeling omwille van snel oppikken van informatie
- Belangrijk dat ouders inspelen op het gedrag van het kind
o Positieve aspecten stimuleren
o Negatieve aspecten bijsturen
ZORGPROBLEMEN (PAGINA 11 – 13)
, HUILEN
- Waarom? Mogelijke oorzaken: vuile luier, honger, kolieken, scheidingsangst
- Ouderlijke gevoelens van machteloosheid
- Vicieuze cirkel
- Programma’s “huilbaby’s” (K&G)
Communicatiehulpmiddelen
Video-interactietraining
- Wat is “normaal”?
o = Verschillend van kind tot kind
o = Piek rond 6 wkn: +/- 2à3u per dag
o = Rond 3 mnd: daling tot ongeveer 1u
- Kan je de baby verwennen?
“Troosten is nooit verwennen”
VOEDINGSPROBLEMEN
- Vaak reden tot onrust
- Welke problemen?
o Opboeren
o Teruggeven na de voeding
o Darmkrampjes/kolieken
- Oorzaken?
o Vaak geen duidelijke reden
o Prikkelbaarheid van MDS = immaturiteit (onvoldoende ontwikkeld)
o Voedingspatroon moeder
SPRUW
- Schimmelinfectie in de mond
- In de mond bevindt zich een witte aanslag of zijn er witte vlekjes te zien op de tong of de
wangzakken.
- Kan leiden tot huilen of slecht drinken
- Behandeling: medicamenteus
o Bij borstvoeding ook de tepels van de moeder behandelen
DIARREE
- Vaker dunnere ontlasting dan normaal
- Belangrijk om duidelijk beeld te krijgen van ontlastingspatroon
- Verlies van vocht en elektrolyten
o Snelle rehydratatie nodig
o ORS (orale rehydration salts)
OBSTIPATIE
- Zelden bij borst gevoede kinderen
- Bij FV door te kort aan vocht, invoeren van bijvoeding => extra drinken
HUIDPROBLEMEN
- Luieruitslag
o Veel voorkomend: niet zindelijke kinderen
o Omwille van ammoniak in urine
o Billetjes en liesplooien drooghouden: regelmatig verschonen, pas op vochtige doekjes en
eventueel babyzalf
- Seborroe