100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Boek volledig vertaald-Heißt du wirklich Hasan Schmidt

Rating
-
Sold
-
Pages
57
Uploaded on
19-10-2025
Written in
2025/2026

Hier is het volledige boek met alle details in het nederlands, zodat je er makkelijker doorheen kan.

Level
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
October 19, 2025
Number of pages
57
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

1
Nogmaals diep ingeademd, een snelle blik de straat af — Matze trok zijn blauw-witte
gebreide muts ver over zijn kin en stormde met een uit zijn handen gerukte pistool de Filiale
71 van de Berliner Bank binnen. «Alles geld hier, dit is een overval!»
Nee, zo ging dat niet.
Matthias gooide de oude fanmuts — natuurlijk Hertha BSC — weer terug in het laatje.
Gelukkig had hij er nog geen sleuven in gesneden.
Dat was toch volslagen onzin, een bank overvallen, zeker als je pas veertien was. Zoals hij
zijn ongeluk kende, zouden ze hem nog op de volgende straathoek pakken, en hij had
weinig zin om misschien twee jaar in de «Plötze», de jeugdgevangenis, door te brengen, of
tenminste de komende twintig weekenden in de jeugddetentie.
Bovendien zou zijn moeder vast weer een hartaanval krijgen.
Maar die zou ze zeker ook krijgen als ze eind volgende week terugkeerde van haar kuur en
hij tegen die tijd de achthonderd Mark niet bij elkaar had — de 832,30 DM die zijn
rekenmachine nu aangaf.
Dat was tot op de pfennig precies het bedrag dat hij nodig had om alle spullen nieuw te
kopen die hij in de drie weken dat ze weg was kapotgemaakt, kapot gerepareerd of gewoon
kwijtgeraakt of laten liggen had. Exact berekend aan de hand van de nieuwste
postordercatalogus. Hoe vaak hij zich ook in zijn rekenwerk vergiste, deze berekening
klopte.
Er restte dan maar wat overal als laatste redmiddel werd aangeraden: doe-het-zelf of de
beroemde «eigen bijdrage», en zo ging Matthias nogmaals naar de keukentafel, zijn huidige
werkbank, om die verdomde diaprojector nog eens in elkaar te zetten — maar weer
tevergeefs. En zoals hij hem had uit elkaar gehaald en bewerkt, vond hij in heel Berlijn geen
reparatiewerkplaats meer die hem nog zou aannemen.
Hetzelfde met het kofferradiootje. Dat had het niet overleefd dat hij probeerde het met lichte
hamerslagen te ontkalken. Hij had zijn moeder alleen maar willen helpen zodat haar koffie ’s
ochtends sneller klaar zou zijn.
En met die diaprojector was het ook alleen maar gebeurd omdat hij dia’s wilde kijken waar
zijn moeder op stond.
Dat het draagbare radiootje van het balkon was gevallen, had niks met onhandigheid te
maken, dat was eerder overmacht. Als de twee auto’s op de hoek niet tegen elkaar waren
gereden, had hij nooit het handvat losgelaten.
Evenmin had hij schuld aan het aangeschroeide badkamerkastje (dat nieuw al 179 DM
kostte). Als zijn moeder met oudjaar niet een paar vuurwerkjes had verstopt en daarna was
vergeten, had hij ze onmogelijk in maart kunnen vinden. En experimenteren met de inhoud
in de wasbak — dat leek toch het veiligste wat je kon bedenken. Niemand zou bedenken dat
het zo’n enorme steekvlam zou geven. Wat kon hij eraan doen?
Dat was zo ongeveer het ergste dat hij zich permitteerde. Maar ook de kleine dingen telden
op: de gymschoenen die hij bij het zwemmen had laten staan, de sokken die bij de
gymlessen kwijtgeraakt waren, of moeders kookboek dat verdwenen was. Om nog maar te
zwijgen van de vier kamerplanten die bijna doodgingen omdat hij telkens vergat ze water te
geven.
Was het zijn schuld dat de wereld zo stressvol was?
Hoe dan ook, zijn moeder zou zich over dit alles vreselijk opwinden — en ze mocht zich juist
niet opwinden, dat was gif voor haar. Ja, het zou zijn schuld zijn als ze weer met
zwaailichten naar het ziekenhuis moest.
Matthias stond op het punt van tranen.
Hoe kreeg je als scholier binnen tien dagen meer dan achthonderd Mark bij elkaar?
Per dag dus 80 Mark.
Zelfs als hij elke dag na school ergens klusjes deed, zou dat niet te doen zijn. Afgezien
daarvan was er nergens een baantje voor hem...

,Als hij lege flessen en oud papier verkocht? Onzin, dan had hij al een hele vuilstort in
beweging moeten zetten.
Of Jerry vragen? Jerry was de kerel die altijd alles kon jatten uit het dichtstbijzijnde
warenhuis. Maar geen badkamerkastje! En überhaupt — dat was net als die bankoverval:
als het uitkwam, kon het de dood van zijn moeder betekenen.
Nee!
Matthias drukte de ene kanaalknop na de andere, maar ook op tv was niets wat hem verder
hielp.
Al zag hij zichzelf, moe en uitgeput zoals hij was, opeens op het scherm en kon hij met een
of andere sentimentele hit — zoals die Nicole — in een halve minuut duizend Mark of meer
verdienen, dat was toch waanzin, je in zoiets verliezen!
Ja, zelf een lied schrijven: ik zeg het je — alles is waanzin, waanzin...!!
Ja, dat zou wat zijn! Zou, ja...
De waarheid was,
wat jammer was, was dat hij Matthias Schmidt heette en een arme sloeber was die niet eens
gitaar kon spelen. Moest hij weglopen, op zwerftocht gaan, zich lam zuipen of ergens aan
hasj zien te komen? Nee, daarvoor was hij niet het type. Bovendien hing hij aan zijn moeder.
Anderen mochten hun moeder haten, hij niet. Integendeel. Hoewel ze zich altijd enorm
opwond als er iets kapotging. Maar dat kwam waarschijnlijk alleen doordat ze, sinds vader
weg was, met elke cent moest knijpen.
Daar was het geldprobleem weer!
Hoe krijg ik vóór overoverstaande vrijdag 800 Mark bij elkaar?
Dat was de alles beslissende vraag.
Moest hij het aan mevrouw Jonas vertellen? Mevrouw Jonas was de buurvrouw die tijdens
zijn moeders afwezigheid op hem lette. Nee, dat hielp ook niks; zij gold overal als een arme
gepensioneerde — voor haar was achthonderd Mark al een klein fortuin.
En dat waren ze ook. In elk geval voor een veertienjarige leerling met een zieke moeder die
als boekhoudster bij Siemens ook niet bepaald de hoofdprijs verdiende, en een vader die na
de scheiding heel snel «verdwenen» was, zoals mevrouw Jonas het uitdrukte (waarschijnlijk
zat hij ergens in Australië ondergedoken).
Wat nu?
Pas in het laatste uur, toen hij de diaprojector (nieuw minstens 319 DM) definitief afschreef,
drong Matze zijn hele ellende echt tot hem door.
Of hij kocht de spullen nieuw (liefst precies hetzelfde model, zodat zijn moeder het niet
merkte) — of alles was voorbij.
Plots kon hij het geen minuut langer uithouden alleen in het kleine appartement. Hij rukte de
sleutel van de haak.
Aan de overkant in het Volkspark speelden vast nog een paar jongens uit zijn klas voetbal.
Misschien wist een van hen wat hij kon doen.
Met een sprong rende Matze de trap af, stak het hof over en liep de Koblenzer Straße op.
Tot het Volkspark was het geen vierhonderd meter.


2
HET VOLKSPARK strekt zich als een langgerekt groen gebied uit door de Berlijnse wijken
Wilmersdorf en Schöneberg; en waar Jerry en zijn vriendengroep op deze middag in maart
voetbal speelden, daar hadden zich zestig jaar geleden of langer de burgers vrij
gezwommen, zoals dat toen heette. Daar was toen, in plaats van het voetbalveld, nog de
Wilmersdorfer See met “Schramm’s Badeanstalt”, uitgebreide roeitochten en grote militaire
concerten.

,Matthias wist dat van zijn moeder — Jerry, Kalle en de anderen wisten alleen dat hier op de
aangrenzende voetbalvelden afwisselend Preußen Wilmersdorf en de Wilmersdorfer SC
speelden. En wie van hen geen lid was bij de een of de ander, telde eigenlijk niet mee.

Zoals Matthias bijvoorbeeld. En dus duurde het minstens drie minuten voordat ze überhaupt
van hem nota namen. Het had waarschijnlijk nog langer geduurd als Dickie niet met een
gekneusde enkel naar huis was gehuppeld en ze op zoek moesten naar een vervanger.

Zo kwam Matze er deze keer relatief snel in. En hij speelde best goed — in ieder geval de
eerste paar minuten.

Aftrap vanuit het eigen doelgebied, bal met rechts gestopt, langs de zijlijn gespurt, Kalle
voorbij gespeeld, voorzet op Jerry, kopbal en doelpunt!

Jerry juichte met gebalde vuist, een arm gebogen — precies zoals ze het elke week op tv
zagen — en toen werd Matthias enthousiast omhelsd.

Het deed hem goed.

Maar vijf minuten later, na twee balverliezen en een door hem mee veroorzaakte eigen goal,
was zijn krediet alweer bijna verspeeld. Toch herpakte hij zich en vocht alsof het om een
overwinningspremie van duizenden mark ging.

Kalle, die in het andere team zat, kreeg de bal van de keeper en begon aan een dribbel.
Matthias liep op hem af, ook al wist hij dat het zinloos was — een snelle lichaamsbeweging
van de ander en hij zou de verkeerde kant op vallen, languit op de grond liggen en
uitgelachen worden. Zoals al zo vaak.

Maar dit keer waren de goden hem goed gezind: Kalle struikelde over een uitgerukt
graspolletje en maakte een prachtige schwalbe, waarbij hij Gunnar ook nog meesleurde.

Een paar stappen verder stond Matthias, met de bal aan zijn rechtervoet, vrij voor het doel
van de tegenstander. Een klein tikje maar — hij hoorde het gejuich van zijn team al in zijn
hoofd.

Misschien was dat juist de reden waarom het niet lukte met dat kleine tikje. In elk geval
vloog dat stomme ding meters naast het doel.

Spottend gelach van zowel vriend als vijand.

De bal was terechtgekomen in een groepje van vier, vijf Turkse jongens die al de hele tijd
vanaf de rand van de speeltuin toekeken. Ze grepen hun kans en kwamen, toen ze de bal
teruggaven, een stukje dichterbij.

"Mogen we meedoen? Wij goed! Zoals Keser en Tüfekçi." — Dat waren die twee Turken
die iedereen uit de Bundesliga kende.

Matthias schrok. Voor zoveel spelers was er geen ruimte op het kleine grasveld, en in geval
van twijfel was hij degene die eruit moest. "Nee!" riep hij dus terug. "We zijn al met
genoeg." Jerry en Gunnar hadden de Turkse jongens eventueel nog een soort
“proeftraining” laten doen, net zoals ze dat bij Hertha BSC altijd deden, maar Matze had wel
gelijk: nergens was je meer veilig voor die buitenlanders, en dan ook nog meespelen laten,
zelfs als ze goed waren?

En dus klonk het uit Jerry’s mond: "Nee, oprotten! Ga maar bij FC Kanakia spelen!"

, Het spel ging verder, en ook nu was Matthias allesbehalve briljant. Maar het lukte hem in elk
geval om Jerry een paar keer de bal zo netjes toe te spelen dat die zijn achtste en elfde
doelpunt maakte. Daardoor was Jerry onverwacht vriendelijk tegen hem.

Dat was belangrijk, toen ze na het spel een ijsje aten en Matze de anderen vertelde in wat
voor een benarde situatie hij plotseling terecht was gekomen.

"Man, is toch een eitje!", zei Kalle. "Ik dacht al dat ze je bij een inbraak gepakt
hadden."

Ook de anderen konden zich eerst iets veel ergers voorstellen, maar beetje bij beetje
begonnen ze te begrijpen dat Matze het leven van zijn moeder op het spel zette als hij de
boel niet snel op orde bracht.

"Achthonderd mark — jeetje!" Jerry greep naar zijn hoofd. "Moet dat spul per se nieuw
zijn? Ben je al bij een kringloop geweest?"

"Tuurlijk ben ik daar geweest, maar die had niks."

Kalle, groot, blond en goedhartig, keek hem aan: "Je kan meehelpen bij mijn oom. Die
heeft een huis gekocht in de Blissestraße, daar zijn we de appartementen één voor
één aan het renoveren, en in sommige staat nog de oude troep van de vorige
bewoners — misschien zit daar wat bruikbaars tussen."

Jerry was tegen — waarschijnlijk vooral omdat hij Matthias niet mocht. “Te soft!” zei hij
altijd.

Maar Kalle zette door, en zijn laatste argument was echt doorslaggevend: "Als ik Matze nu
niet help, helpt hij mij straks ook niet meer met Duits en Engels — en dan blijf ik
sowieso zitten. Dus!"

Daarmee was de zaak beklonken, en de drie vertrokken.

Het huis in de Blissestraße 108a zag er van buiten nog prima uit. Het was al gebouwd in de
keizertijd, in 1914, zoals Matthias in het reliëf boven de voordeur las. De mooie gevel in
stucwerk had de oorlog grotendeels ongeschonden overleefd, op een paar kogelgaten na.

De woning waar Kalle nu naartoe ging, lag op de eerste verdieping, en ze moesten lachen
toen ze op het messingplaatje naast de deur de naam JUNGBLUTH lazen, nog prachtig
sierlijk geschreven.

"Psst!" zei Kalle terwijl hij de sleutel in het slot stak. "Mijn oom heeft ruzie met een paar
mensen hier. Ze willen niet dat we renoveren, vanwege de hogere huur."

"...de hogere huur!", verbeterde Matthias automatisch. Hun leraar Duits had hem gevraagd
Karl-Heinz (Kalle) een beetje te helpen met zijn taalproblemen, en hem vriendelijk maar
beslist te corrigeren. Eerst had Kalle ertegen geprotesteerd, maar nu luisterde hij er niet
eens meer naar.

"Klets niet zo veel, kom binnen!" Kalle hield Jerry en hem de deur open. "De oude vrouw
die hier woonde is vorige maand overleden..."

"Maar er staat nog eten op het fornuis!" Matthias was de keuken binnengegaan.
$7.09
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
s0fi3
5.0
(1)

Get to know the seller

Seller avatar
s0fi3
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
5
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
2
Last sold
1 day ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions