Overzichten; stappenplannen; schema’s etc.
Onderdeel 1: Vertegenwoordiging
Onderdeel 2: Algemene voorwaarden
Onderdeel 3: Nakoming/niet-nakoming in het algemeen, toerekening en non- conformiteit
Onderdeel 4: Ingebrekestelling vereist? Andere aspecten van afdeling 6.1.9
Onderdeel 5: Ontbinding en opschorting
Onderdeel 6: Verjaring, rechtsverwerking en afstand
Onderdeel 7: Rechtsgevolgen van de overeenkomst ten aanzien van partijen & t.a.v. derden
Onderdeel 8: Overdracht, (voorwaardelijke) titel, beschikkingsbevoegdheid en levering
Onderdeel 9: Levering registergoederen en derdenbescherming
Onderdeel 10: Levering roerende zaken (bij voorbaat) en derdenbescherming
Onderdeel 11: Levering vorderingen op naam (bij voorbaat) en derdenbescherming
Onderdeel 12: Gemeenschap
Onderdeel 13: Natrekking, zaaksvorming en (oneigenlijke) vermenging
Onderdeel 14: Verjaring en bezit
,Onderdeel 1: Vertegenwoordiging
Vertegenwoordigde = principaal of achterman (A)
Vertegenwoordiger = tussenpersoon (T)
Derde = wederpartij (D)
Directe/onmiddellijke vertegenwoordiging = in naam en rekening van A (ovk A-D)
Indirecte/middellijke vertegenwoordiging = in eigen naam, maar voor rekening van A (ovk T- D) na
levering wordt T houder, maar komt nooit in zijn vermogen. Dus ook al gaat hij failliet, doet hier niks
aan af.
Volmacht (3:60 lid 1 BW) = de bevoegdheid om in naam van een ander rechtshandelingen te
verrichten, zie ook de schakelbepalingen van 3:78 en 3:79 BW. Directe/onmiddellijke
vertegenwoordiging.
- Bij volmacht, valt T er tussenuit (3:66 lid 1 BW).
- Einde volmacht: (3:72 BW) > bescherming 3:76 BW. In andere gevallen bescherming 3:61 lid
2 BW.
Is de gevolmachtigde verplicht om zijn volmacht te gebruiken? Nee, geen overeenkomst bij volmacht,
maar een bevoegdheid die je krijgt. (Bij lastgeving is het wel een verplichting).
Stel je hebt een TT vraag: is er een ovk tot stand gekomen tussen X en Y?
1. Kijk namens wie degene heeft gehandeld = handel je in eigen naam of in naam van iemand
anders? Wilsvertrouwenleer (3:33 en 3:35 BW) is hierbij van belang.
Uitgangspunt als je handelt = Kribbebijter-arrest: je handelt voor jezelf, uitzondering is bijvoorbeeld
bepaalde functie, hoedanigheid etc.
2. Is er een uitdrukkelijke of stilzwijgende volmacht? 3:60/61? Ja, dan A gebonden 3:66, nee? zie 3
3. Onbevoegde vertegenwoordiging (pseudovolmachtigde)
Als je constateert dat er geen toereikende volmacht is, dan is het uitgangspunt dat A niet gebonden
is (3:66 lid 1), maar twee routes die als resultaat hebben dat A toch gebonden is:
1. Bekrachtiging: als A toch gebonden wil zijn (3:69 BW) heeft terugwerkende kracht
2. Vertrouwensbescherming (3:61 lid 2 BW)
Vertrouwensbescherming (3:61 lid 2 BW)
1. D heeft gerechtvaardigd vertrouwd dat er een (toereikende) volmacht was. Vgl. 3:35 en 3:11.
2. Dit vertrouwen berust op ‘een verklaring of gedraging van’ A = ‘Toedoen’- beginsel (toedoen =
ook een niet-doen)
Toedoen-beginsel is in de jurisprudentie gerelativeerd: is A (mede)verantwoordelijk voor het
ontstaan of voortbestaan van een situatie waarin D mag aannemen dat de tussenpersoon bevoegd
is? (‘risico-beginsel’) ING/Bera
Felix/Aruba: Overheidsorgaan kan ook gebonden zijn i.v.m. de positie die functionaris inneemt,
ondoorzichtigheid interne bevoegdheidsverdeling, nalatigheid overheid om derde te wijzen op
onbevoegdheid functionaris. Gaat ook om risico, niet alleen om verwijtbaarheid.
Kuijpers/Wijnveen: niet reageren op opdrachtbevestiging is een stilzwijgende bekrachtiging
(3:69 jo 3:37 BW).
, ING/Bera: Risicobeginsel: feiten of omstandigheden die voor risico van de achterman komen en
waaruit naar verkeersopvattingen de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden
afgeleid. (Hierbij moet je bijvoorbeeld denken aan de aard van de bevoegdheid, de aard van de
transactie etc). Formeel overgestapt op het risicobeginsel (niet in termen van verwijtbaarheid).
Let op: risicobeginsel geldt niet als uitsluitend sprake is van verklaringen of gedragingen van de
tussenpersoon.
Stel nou geen bekrachtiging en geen vertrouwensbescherming. Kan D alsnog T of A via een andere
route aanspreken?
Aansprakelijkheid pseudo-gevolmachtigde (3:70) (T)
- 3:70 lid 1: ‘Hij die als gevolmachtigde handelt, staat jegens de wederpartij in voor het bestaan
en de omvang van de volmacht’ T is jegens D aansprakelijk voor zowel kosten als gederfde
winst
- Van toepassing bij afwezige/ontoereikende volmacht
- Aansprakelijkheid voor het zgn. positieve contractsbelang (wat als ovk was gesloten?
T kan onder deze verplichting uitkomen door:
T kan bewijzen dat D wist van onbevoegdheid. (Staat in de wet)
T kan betogen dat ook al was hij bevoegd geweest, en de A gebonden geweest, dat A dan feitelijk
niet in staat was om na te komen. Dan ontbreekt causaal verband, dus dat kan D aantonen.
(Staat niet in de wet, wel lastig om aan te tonen).
Stel T is aansprakelijk, maar T heeft niet zoveel geld, dan rijst de vraag: kan je A ook aanspreken?
Aansprakelijkheid achterman (6:170) (A) (onrechtmatige daad 6:162 BW)
- Kenmerken 6:170
- Achterman is alleen aansprakelijk voor het zgn. negatieve contractsbelang (wat als
onrechtmatige daad van T niet had plaatsgevonden?)
- Ondergeschikte dient alleen schade aan meerdere te vergoeden in geval van opzet of bewuste
roekeloosheid (6:170 lid 3, vgl. 7:661) Bij werkgever-werknemer relatie
De Slingerij/Prov. Groningen): Onbevoegd handelen namens een ander is niet zonder meer
onrechtmatig. Het enkele feit dat iemand (ondergeschikte) niet vertegenwoordigingsbevoegd is,
wil niet zo maar zeggen dat het onrechtmatig is. Het enkel optreden als onbevoegd
vertegenwoordiger is onvoldoende voor een actie uit onrechtmatige daad. Het onbevoegdelijk
handelen in naam van een ander kan slechts als onrechtmatig worden aangemerkt indien het
geschiedt op een wijze of gepaard gaat met omstandigheden, waaruit voortvloeit dat het
optreden van de onbevoegde vertegenwoordiger in strijd is met hetgeen in het maatschappelijk
verkeer betaamt. Dus een vergissing van een werknemer valt hier niet onder.
Lastgeving (7:414 BW) = Lid 2:
- òf lasthebber handelt in naam van lastgever = directe/onmiddellijke vertegenwoordiging
- òf lasthebber handelt in eigen naam = indirecte/middellijke vertegenwoordiging
Stel lasthebber handelt in eigen naam en de derde pleegt wanprestatie, dan is de lasthebber de
schuldeiser, maar lijdt geen schade, de lastgever lijdt de schade, maar is geen partij.
Oplossing: 7:419 BW. (Codificatie Kribbebijter-arrest): ‘Indien een lasthebber in eigen naam een
overeenkomst heeft gesloten met een derde die in de nakoming van zijn verplichtingen tekortschiet, is
de derde binnen de grenzen van hetgeen omtrent zijn verplichting tot schadevergoeding overigens uit
, de wet voortvloeit, jegens de lasthebber mede gehouden tot vergoeding van de schade die de
lastgever door de tekortkoming heeft geleden.’
Artikel 3:33 BW geeft aan wat nodig is voor een rechtshandeling: Wil + Verklaring.
Meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen
- Een meerzijdige rechtshandeling is een rechtshandeling die door meer dan 1 persoon wordt
verricht (overeenkomst bijv.).
- Een eenzijdige gerichte rechtshandeling wordt door 1 persoon tot stand gebracht (vernietiging
koopovereenkomst, opzegging van een huur-of arbeidscontract). De wederpartij fungeert dus
alleen als ontvanger van de verklaring.
- Een eenzijdige niet-gerichte rechtshandeling is wanneer er geen wederpartij nodig is, noch zijn
instemming noch zijn persoon als ontvanger (testament en verwerping/aanvaarding van een
erfenis).
Overeenkomst: 6:213 lid 1 BW (verbintenis scheppende/obligatoire karakter)
Tostandkomen van een overeenkomst: Aanbod + Aanvaarding (6:217 BW).
Drie grondbeginselen van een overeenkomst:
1. Contractsvrijheid: het staat partijen vrij een overeenkomst te sluiten met wie zij willen, met de
inhoud welke zij wensen en op het moment dat zij wensen.
2. Vormvrijheid: 3:37 lid 1 BW; tenzij anders is bepaald, kunnen verklaringen in iedere vorm
geschieden en kunnen zij in een of meer gedragingen besloten liggen.
3. Verbindende kracht: pacta sunt servanda. 6:248 lid 1 BW: een overeenkomst heeft de door
partijen overeengekomen rechtsgevolgen. ‘Belofte maakt schuld”.
Haviltex-arrest: bij de uitleg van contracten/overeenkomsten kan het van belang zijn tot welke
maatschappelijk kring partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen mag worden
verwacht. Een particulier zal zich eerder met succes kunnen beroepen op de haviltex-criteria.
De verklaring
- 3:37 BW: wilsverklaring kan in iedere vorm, tenzij het is uitgezonderd. Verklaringen kunnen ook
in gedragingen besloten liggen. Dit noem je stilzwijgende verklaringen. Een tot een bepaalde
persoon gerichte verklaring moet om haar werking te hebben, die persoon hebben bereikt (3:37
lid 3 BW). Maar ook staat in hetzelfde lid een risicocorrectie. Een verklaring die de wederpartij
niet/niet tijdig bereikt, heeft toch haar werking, indien het niet of niet tijdig bereiken het gevolg
is van zijn eigen handeling, van de handeling van personen voor wie hij aansprakelijk is, of van
andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt.
- Het tijdstip van niet of niet tijdig ontvangen (risicocorrectie) aanvaarding staat in artikel 6:224
BW. Het tijdstip waarop de aanvaarding zonder de storende omstandigheid zou zijn ontvangen.
- Een verklaring die nog niet is ontvangen, kan men intrekken door haar met een door een sneller
communicatiemiddel overgebrachte verklaring in te halen. De verklaring moet de wederpartij
eerder dan of gelijktijdig met de ingetrokken verklaring bereiken (3:37 lid 5 BW).
De wilsvertrouwenleer: Het stelsel van artikel 3:33 en 3:35 BW wordt aangeduid met de
wilsvertrouwenleer. Artikel 3:35 BW: de uiterlijke schijn van de verklaring gaat boven de interne wil
van de handelend persoon, voor zover de wederpartij er gerechtvaardigd op heeft vertrouwd dat de
verklaring welgemeend was. Vertrouwende de wederpartij inderdaad gerechtvaardigd, dan komt de
rechtshandeling tot stand, ondanks het ontbreken van een met de verklaring overeenstemmende
wil.