Samenvatting Fysiotherapeutisch Handelen periode 2

Fysiotherapeutisch handelen periode 2

Ganganalyse

Wat is gaan?
 lopen is gecontroleerd vallen  het is een cyclische beweging, dus het steeds de zelfde
beweging maken  met lopen heb je altijd één voet op de grond
Passief gaan  heup naar achter

Analyseren
- Opnemen
- Slow motion
- Sensoren

Het normale gaan




A: hoogte B: spoorbreedte

,Lopen analyseren
- Staplengte  mannen 0,79 m & vrouwen 0,66 m
- Spoorbreedte  mannen 8,1 cm & vrouwen 7,1 cm
- Ritme  aantal stappen per minuut  gelijkmatig van links naar rechts
- Belastingduur
- Romprotatie en armzwaai
- Voetafwikkeling

Schreude  3 stappen  eindigen met de zelfde voet voor  links, rechts
en links
 mannen 1,58 m & vrouwen 1,32 m

Snelheid  meter per seconde  ritme
 mannen 1,54 m/s & vrouwen 1,34 m/s
Cadans  stappen per minuut  is een aantal  met cadans kan je ritme
meetbaar maken
Mannen en vrouwen het zelfde  117 stappen per minuut

Goniometrische analyse
 kan je zien hoe iemand staat
 flexie, extensie , planiarflexie en dorsaalflexie

Afwijkingen

antalgisch gaan:
 Gang patroon waarbij de stand fase van het aangedane been is verkort
 als gevolg zal de stand fase van het andere been vergroten

,Oorzaken
 pijn aan een been

Trendelenburg / duchenne:
 compentatie strategie van de heup

Trendelenburg
 door de heup heen zakken
 abduktoren zijn verzwakt  kan daardoor niet aanspannen om de heup terug te duwen

Duchenne
 romp gewicht verplaatsen naar één kant
 minder kracht in de heup

Oorzaken
 pijn in de heup
 spierzwakte van de heup abductoren
 beenlengte verschil
 afwijkingen in het heupgewricht

Been lengte verschil:
 zwaai been: langer dan het stand been
 4 compensaties
- Circumductie  met een zwaai bewegen om het lichaam heen bewegen
- Hip hiking  heup wordt omhoog getild
- Vaulting  op de tenen gaan staan voor ruimte voor het langere been

, - Duchenne  boven lichaam over de heup heen tillen




Vergrote spoorbreedte
 normale spoorbreedte: 5-10 cm

Oorzaken
 geabduceerde heup  heup naar buiten staan  beperkte abductie
 knie valgus  x-benen

Verminderde dorsaalflexie
 tijdens stand fase  heel contact- foot flat
- Klapvoet  verzwakte tibiales anterior bij excentrische contractie
 Geen gecontroleerde beweging met de voet op de grond brengen
 tijdens zwaai fase (mid-swing)
- Sleepvoet  voet gaat niet omhoog  verzwakte tibialis anterior bij concentrische
contractie
 Compensatie  hanentrend: knie gaat omhoog

Klapvoet  excentrisch verzwakt
Sleepvoet  concentrisch verzwakt

Knie extensie:
 verlies van normale knie flexie tijdens de mid stance  knie schiet op slot  in
hyperextensie

Oorzaken
 verzwakte quadriceps
 instabiliteit

Beperkte extensie:
 tijdens heelstrike