Sociaal- Medische Wetenschappen kent 5 disciplines waarmee wij
gezondheidsverschillen kunnen verklaren
Macro niveau
Regio’s / Landen
Micro niveau
Individu
‘Epidemiologie’ Epi = op; demos = onder het volk voorkomend
Nauw verwant aan epidemieën
Tellen (denk aan ‘nieuwe gevallen corona’)
Maar ook: verbandenleer (wat zijn risicofactoren als het gaat om leeftijd, geslacht,
leefstijl waardoor ziekte vaker voorkomt?)
‘Demografie’ Demos = volk; graphoo = beschrijven:
Volksbeschrijving of bevolkingsleer
De omvang, structuur en spreiding van de bevolking
Bevolking veranderd door geboorte, migratie, sterfte
1) (Medische) Sociologie
Sociologie toegepast op gezondheid, ziekte en gezondheidszorg
Ziekte als sociaal(-cultureel) proces, dus wat zijn maatschappelijke opvattingen
over…
Ten aanzien van een bepaalde ziekte kan er een stigma (idee) ontstaan dat de ziekte
wat minder positiefs zegt over de persoon die het betreft.
Bepaalde ‘geaccepteerde ziektes’ zijn vrij van sociale rolverplichting
2) Gezondheidspsychologie
Biopsychosociale benadering. Menselijk gedrag ten aanzien van ziekte & gezondheid
Ziekte ontstaat door lichamelijke processen, daarnaast zijn er ook psychologische
aspecten. Ziekte kan verschillend door mensen worden ervaren (denk aan kanker).
‘Hoe kan het dat mensen dezelfde ziekte verschillend kunnen ervaren?’
, 3) Biomedische geneeskunde
De biologie van het menselijk lichaam
Lichaamsprocessen in gezonde en zieke mensen
Bestudeert de etiologie ( = oorzakenleer) van ziekten (voorbeeld: Thuisarts.nl)
Deel 1: Gezondheid en ziekte
Het belang van definitie:
- Stuurt of iets wel of niet als ziekte wordt gezien, erkenning!
- Afbakening medisch domein (iets wat ziekte inhoudt kan de arts behandelen)
- Richting voor behandeling
a. Risico op onderbehandeling indien ziekte niet wordt erkend
b. Driftbui bij kinderen kan worden gezien als stoornis, medicalisering
zorgt voor overbehandeling
Biomedische model (dominante gedragen in medische wereld)
Tweedeling ziekte en gezondheid
Ziekte =
a. Verstoring van een normaal functionerend organisme
b. Verstoorde biologische/ lichamelijke processen als oorzaak OBJECTIEF!
Gezondheid =
Afwezigheid van ziekte
Focus:
Behandeling van verstoorde biologische processen door arts
Preventie door wegnemen van biologische oorzaken
Nadeel: aangrijpingspunten alleen op biologische oorzaken. Stel dat je een milde
aandoening hebt, ben je dan meteen ziek terwijl je gewoon goed functioneert?
,Biopsychosociaal model
Ziekte en gezondheid is een continuüm!
Focus:
- Samenspel van biologische,
psychologische en sociale factoren bij
ontstaan en beloop van ziekte &
gezondheid
- Verschillende aangrijpingspunten voor
ziektepreventie en gezondheidsbevordering
3 domeinen!
Ziekte: perspectieven
Afhankelijk van wie het betreft, kan ziekte op een ander perspectief worden benaderd
Disease
Medisch-professioneel perspectief
Objectieve biologische afwijkingen
Illness
Ik-perspectief
Subjectieve ziekte-ervaring, lijden, zich ziek voelen
Sickness
Sociaal/maatschappelijk perspectief
Intersubjectief: Ziekterol, rechten, sociale normen,
stigmatisering
Ziekte perspectieven hangen met elkaar samen
Zijn onafhankelijk van elkaar
Bepaalde aandoeningen worden door alle 3 perspectieven (h)erkent, denk aan een
hartaanval (nummer 7). Bepaalde ziektes vertonen minder samenhang:
2= chronische vermoeidheid; 4= zwangerschap
Definitie van gezondheid (1)
“A state of complete physical, mental and social well-being and not merely the
absence of disease or infirmity.” (WHO,1948)
"Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
sociaal/maatschappelijk welbevinden en niet slechts de afwezigheid van
ziekte of gebrek." (WHO, 1948)
Bijna niemand is volgens deze definitie gezond, statisch begrip!
Veel problemen worden in het medische domein getrokken
, Kritiek op deze definitie:
a. Ontwikkeling in gezondheidszorg; beweging/ verschuiving van acuut
(infectieziekten) naar chronisch, maakt het nog wel een realistische definitie?
b. Is iemand met een ziekte dan de rest van zijn leven niet meer gezond?
Statisch begrip: wordt gezien als een toestand terwijl mensen flexibel zijn.
c. En: wanneer is er sprake van ‘volledig welbevinden’, hoe meet je dit?
"Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te
voeren, in het licht van de sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het leven."
(Huber et al., 2011)
‘Positieve gezondheid’ met 6 dimensies/ indicatoren
1. Lichaamsfuncties
2. Mentaal welbevinden
3. Zingeving
4. Kwaliteit van leven
5. Sociaal maatschappelijke participatie
6. Dagelijks functioneren
Dynamische formulering!
Dilemma opgelost: niet compleet welbevinden, maar
vertaalslag vermogen en regie!
Gaat om: vermogen om gezond te zijn, naast het feit dat je mogelijk een ziekte hebt.
Kritiek op deze definitie:
a. Stel dat je niks mankeert maar wegens motivatieproblemen je ziek meld
omdat je geen zin hebt om te werken, dan ben je volgens Huber niet gezond
en volgens de WHO wel.
b. Stel je bent chronisch ziek en wegens uitzichtloos lijden het besluit nemen om
euthanasie te plegen, dan zou je volgens definitie Huber gezond zijn.
Kritiek op positieve ‘gezondheid’:
Gezondheid versus gedrag/ aanpassingsvermogen
Huber haalt deze gezondheid en gedrag door elkaar. Huber heeft het over eigen
regie en aanpassingsvermogen, dit valt onder gedrag en hangt af van iemand zijn
SES! Iemand die hoger opgeleid is en hoger inkomen heeft, kan makkelijker zijn
hulpmiddelen en steun organiseren.
Gaat erom: heeft iemand lichamelijke en psychische functies
Definitie 3 door Steel:
‘Het mede door eigen inspanning en naar welbevinden kunnen behouden en
ontwikkelen van de gezien de levensfase en levensomstandigheden noodzakelijke
lichamelijke, psychische en sociale functies.’