Samenvatting Money, Banking and Financial Markets ...............................................................2
Hoofdstuk 1 t/m 5 ................................................................................................................2
Hoofdstuk 6 .........................................................................................................................4
Hoofdstuk 7 .........................................................................................................................7
Hoofdstuk 8 .........................................................................................................................8
Hoofdstuk 9 .......................................................................................................................13
Hoofdstuk 10 .....................................................................................................................17
Hoofdstuk 15 en 17............................................................................................................20
Hoofdstuk 18 .....................................................................................................................26
Samenvatting Algemene economie en bedrijfsomgeving .........................................................28
Hoofdstuk 22 .....................................................................................................................28
Hoofdstuk 23 .....................................................................................................................33
Hoofdstuk 26 .....................................................................................................................36
Samenvatting IFE2 practicum (Statistics for managers using Microsoft Excel)..........................39
Visualiseren gegevens........................................................................................................39
Gladstrijkmethode/effeningsmethode om trend te bepalen...................................................39
Voortschrijdende gemiddelden (MA) ...............................................................................39
Exponential Smoothing (ES)............................................................................................39
3 modellen om de trend weer te geven ...............................................................................40
Lineair model..................................................................................................................40
Kwadratisch model .........................................................................................................40
Exponentieel model ........................................................................................................41
Bepalen welk model het meest geschikt is om te gebruiken .................................................41
Differencing....................................................................................................................41
Kengetallen (MSE en MAD) ................................................................................................42
Bijlage 1 uitleg voorbeeld .......................................................................................................43
Bijlage 2 uitkomsten van het voorbeeld ..................................................................................49
, Samenvatting Money, Banking and Financial Markets
Hoofdstuk 1 t/m 5
6 onderdelen van het financiële systeem
• Geld; ruilmiddel, oppotmiddel en rekeneenheid
• Financiële instrumenten; aandelen, obligaties, leningen, verzekeringen, derivaten
• Financiële markten; geldmarkt, valutamarkt, kapitaalmarkt
• Financiële instituten; banken, verzekeraars, pensioenfondsen,
participatiemaatschappijen
• Autoriteit financiële markten (AFM)
• Europese Centrale Bank (ECB)
Tijd heeft waarde
Interest is er om de geldverstrekker te compenseren voor de tijd dat de geldlener hun geld heeft.
Nominale interest = reële interest + verwachte inflatie.
Beurskoers obligaties = contante couponbetalingen + contante aflossing obligatie →
𝑪 𝑪 𝑭
= [ (𝟏+𝐢)𝟏 + ⋯ + (𝟏+𝐢)𝐧
] + (𝟏+𝐢)𝐧
Risico vraagt om compensatie
Hoe hoger het risico, hoe hoger het geëiste rendement.
Risk free return = rendement op een risicoloze belegging (kortlopende NL-se staatsobligatie)
Bedrijfsobligatie is risicovoller, dus is geëiste rendement hoger. Komt door het debiteurenrisico.
Daarnaast wordt er rendement geëist tegen het risico op inflatie.
Een langlopende obligatie brengt meer renterisico met zich mee dan kortlopende obligaties,
waardoor het geëiste rendement hoger is bij langlopende obligaties.
Meer gefinancierd met vreemd vermogen → brengt hoger risico met zich mee.
Informatie is de basis voor beslissingen
Markten bepalen de prijs en op basis hiervan wordt gealloceerd
Stabiliteit verbetert de welvaart
Stabiliteit in inflatie, rente en de wisselkoers.
De centrale banken helpen door de stabilisatie te beïnvloeden.
De 3 functies van financiële instrumenten
• Oppotmiddel: nu niet gebruiken, maar in de toekomst gebruiken
• Transfereren: risico overbrengen van de een naar de ander (derivaten; opties)
• Manier van uitbetaling: iemand krijgt bijvoorbeeld aandelen in ruil voor arbeid
Oorspronkelijke instrumenten
Hebben een onderliggende waarde.
• Aandelen en obligaties
2