Hoorcolleges en werkgroepen
1 Inleiding sociale problemen
Je hebt economisch, sociaal en politiek
Sociaal probleem: stikstofprobleem & boeren
- Crisis was groter dan gedacht, dus veestapel moest kleiner worden.
P T O B: Problemen Theorie Onderzoek Beleid
Beschrijvingsvragen: wat of hoe (in kaart brengen probleem)
Trendvragen: hoe verandert, wat zijn ontwikkelingen (kijken langere tijd)
Verklaringsvragen: Waarom of waardoor (oorzaak)
Beleidsvragen: hoe kan, wat moet (gericht op beleid)
Schuyt, sociale problemen 6 criteria:
Public bads (klimaatverandering) vs public goods (straatverlichting)
Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring 1776
Franse revolutie 1789
Universele verklaring rechten van de mens (VN 1948)
, Typologie: verdeling van goederen op basis van 2 kenmerken
1 alleen toegankelijk
met betaling voor 1
2 betaling, maar
meerdere mensen
kunnen betalen
3 Iedereen kan
gebruiken, maar dan
wel minder
4 Voor niemand
uitgesloten
Coleman-boot: 2 macro, daaronder 2 micro
Waarom wel revolutie in Frankrijk, niet in Engeland (vraag van De Tocqueville (1856)):
- Stagnatie: landbouw liep achter, terwijl Frankrijk hier afhankelijk van was
- Adel in diskrediet
Engeland had maar een klein ambtenarenapparaat waardoor er uiteindelijk hogere
opbrengsten waren in de landbouw?
Macro:
- ontwikkeling of achtergrondsituatie geeft het kader aan;
Micro:
- in microsituaties kiezen
individuen eigen strategie;
Macro:
- veel individuen met hun strategieën doen een nieuw macro-verschijnsel
ontstaan.
Methodologisch individualisme: kijken naar individuelen om redenen te snappen om
mee te protesteren. Aggregaties (samenvoegingen) van individuelen zorgt dat dit minder
goed te zien is.
Principaal-agent-clientmodel de principaal (opdrachtgever), de agent (uitvoerder, kan
eigenbelang nastreven) en de cliënt (ontvanger van de diensten)
Micro/macro kloof: Probleem om verbindingen te leggen tussen individueel gedrag en
grootschalige sociale structuren