samenvatting accounting fundamentals

Accounting Fundamentals
De balansmethode, de start van dubbel boekhouden
23/09/2024
Doel boekhouden: ondernemingstransacties op een systematische wijze registreren
Sommige ondernemingen mogen een vereenvoudigen boekhouding voeren, andere
ondernemingen moeten een volledige boekhouding voeren. Een volledige
boekhouding betekent onder andere een dubbele boekhouding, het wettelijk
rekeningen volgen, een jaarrekening opmaken volgens een van de drie wettelijk
bepaalde modellen.
Balans
Actief Passief
Bezittingen (wat heb ik met geld Oorsprong van gelden
gedaan) (bv. Lening van de bank, eigen geld
tijdens onderneming op te starten)
- Eigen vermogen (je steekt in je
eigen zaak)
- Vreemd vermogen = schulden


Actief en passief moet altijd gelijk zijn (evenwicht)
Zodra er transactie of verrichting gebeurt: impact op de actief / op de passief =
impact op de balans
Voorbeelden pagina 2-5
Balans = statisch informatiemiddel, geen zicht op:
 Het resultaat: winst of verlies
 Samenstelling resultaat: kosten en opbrengsten
 Bestemming van resultaat: verwerking van resultaat in balans
Resultaatrekening: voorbeeld op pagina 36
Jaarrekening = balans + resultatenrekening + toelichting
 Jaarlijks verplicht op te stellen
 Volgens wettelijk bepaald stramien/model
Wetgever legt verplicht model op om vergelijkbaarheid te borgen:
- In tijd (opeenvolgende boekjaren van een onderneming)
- In ruimte (jaarrekeningen van verschillende ondernemingen)


Drie modellen (afhankelijk van grootte van de onderneming):

, 1. Volledig model (VOL)
2. Verkort model (VKT)
3. Micromodel (MIC)


Een gerubriceerde balans ziet er als volgt uit:

Actief Balans Passief
VASTE ACTIVA EIGEN VERMOGEN
IMMATERIELE VA Inbreng
MATERIELE VA SCHULDEN
Gebouwen SCHULDEN OP MEER DAN 1 JAAR
Uitrusting Kredietinstellingen
Meubilair SCHULDEN OP TEN HOOGSTE 1 JAAR
Rollend materieel Leveranciers
FINANCIELE VA

VLOTTENDE ACTIVA
VOORRADEN en BIU
Handelsgoederen
VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE 1 JAAR
Handelsdebiteuren
LIQUIDE MIDDELEN
Bank R/C
Post
Kas


Activa gerangschikt volgens stijgende graad van liquiditeit (hoe snel kan je dat ik geld
omzetten)
Passiva gerangschikt volgens stijgende graad van opeisbaarheid (mens die zijn geld
sneller wil terug krijgen staat beneden bv. Schulden op ten hoogste 1 jaar)
Gouden financieringsregel: vaste activa wordt gefinancierd met eigen vermogen en
vreemd vermogen lange termijn (de bedoeling is dat het lang in bedrijf zit) en
vlottende activa met vreemd vermogen met korte termijn
Bedrijfsopbrengsten: omzet, andere bedrijfsopbrengsten, niet-recurrente
bedrijfsopbrengsten
Bedrijfskosten: aankoop HG, DDG, bezoldigingen, afschrijvingen, andere
bedrijfskosten, niet-recurrente bedrijfskosten
Financiële opbrengsten: dividenden en intresten, positieve wisselresultaten,
betalingskorting bij leveranciers
Financiële kosten: kredietdossierkosten, intresten van schulden, negatieve
wisselresultaten, betalingskorting aan klanten




Nood aan een systeem met een niet-permanente inventaris
 Aankoopfacturen HG: kost

,  Verkoopfacturen HG: opbrengst
 Einde boekjaar: voorraadwijziging
Nood aan de boekhoudtechniek
 Balansmethode = omslachtig en tijdrovend (oplossing: verrichtingen
registreren op rekeningen)


26/09/2024
 Balansmethode (na elke verrichting nieuwe balans opstellen) = omslachtig en
tijdrovend
 Oplossing: verrichtingen registreren op rekeningen
 Voor elk element van de balans en resultatenrekening wordt rekening
opgemaakt => balansrekeningen (actief- en passiefrekeningen) en
resultatenrekeningen (kosten- en opbrengstenrekeningen)
 Geheel van rekeningen = grootboek

D Actiefrekening C Klasse 1: Eigen vermogen,
voorzieningen en uitgestelde
AW belastingen en schulden > 1 jaar
-
Klasse 2: Oprichtingskosten,
+
immateriële, materiële en financiële
vaste activa en vorderingen > 1 jaar
Klasse 3: Voorraden en bestellingen in
D Passiefrekening C uitvoering

AW Klasse 4: Vorderingen en schulden
- op ≤ 1 jaar (42,43,44,45 P)
+
Klasse 5: Geldbeleggingen en liquide
middelen
Klasse 6: Kosten
Klasse 7: Opbrengsten




Rekeningenstelsel ingedeeld volgens:
 Klassen  eerste cijfer bv. 44000 Leveranciers  klasse 4

,  Groep  twee cijfers bv. 34000 Handelsgoederen: AW  groep 34
Handelsgoederen
 Rekening en onder- of subrekening  drie of meer cijfers bv.
rekening 65000 Rente, commissies en kosten verbonden aan
schulden
Beginbalans  tijdens het jaar: verrichtingen (grootboek of journaal)  totaliseren en
salderen van de rekeningen  proef- en saldibalans  eindbalans
Proefbalans: lijst van alle rekeningen met per rekening het debet- en/of credittotaal
Saldibalans: lijst van alle rekeningen met per rekening het debet- of creditsaldo
Debetsaldo (DS) indien totaal Debet > totaal Credit
Creditsaldo (CS) indien totaal Credit > totaal Debet


30/09/2024
Aankopen:
1) Aankopen die rechtstreeks verbonden zijn met het handels- en
productieproces:
60: Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
2) Andere aankopen:
61: Diensten en diverse goederen
3) Andere aankopen: investeringsgoederen (gebouwen, rollend materieel)
 MAR klasse 2


Schematische voorstelling van administratieve organisatie van de aankopen:




Aanvraa
Bestelbo Ontvangs Aankoop Boek-
gbestelli
n t-bon - factuur houding
ng




Creditnota = correctie van een factuur