Hoofdstuk 6 ‘Ontwikkeling van het denken’
Boek pg 169-174 kennen van hoofdstuk 6
Heeft denken te maken met kennis?
of is het aandacht?
Of zijn het executieve functies?
A. Inhibitie = gedachten en emoties kunnen afremmen
B. Cogn. Flexibiliteit (bv. Verbindingsoefeningen)
C. Updating
Wat is denkontwikkeling?
= cognitieve vermogens ontwikkelen die nodig zijn om informatie te kunnen interpreteren, te
ontleden en om erop te kunnen reageren (Rigter, 2017).
6.2 Mentale representaties !
= Zich iets kunnen voorstellen: een belangrijke voorwaarde in de denkontwikkeling = mentaal
representeren (2j)
- kan heel concreet zijn, zoals de mentale voorstelling van een voorwerp of het zich inbeelden
van de weg naar huis.
- kan ook abstracter, zoals de voorstelling van vriendschap, een symbool, agressie, sociaal
wenselijk gedrag, gevoelens van hechting met verzorgende figuren, een zelfbeeld, enzovoort’
(pg 171)
Bv Handelt dit kind op basis van een mentale representatie?
- Ja, hij weet dat het balletje in de doos zit.
(objectpermanentie, hangt af van het kind
zelf)
Geen objectpermanentie = het balletje
bestaat niet meer dan heeft hij nog geen
mentale representatie
Boek pg 169-174 kennen van hoofdstuk 6
Heeft denken te maken met kennis?
of is het aandacht?
Of zijn het executieve functies?
A. Inhibitie = gedachten en emoties kunnen afremmen
B. Cogn. Flexibiliteit (bv. Verbindingsoefeningen)
C. Updating
Wat is denkontwikkeling?
= cognitieve vermogens ontwikkelen die nodig zijn om informatie te kunnen interpreteren, te
ontleden en om erop te kunnen reageren (Rigter, 2017).
6.2 Mentale representaties !
= Zich iets kunnen voorstellen: een belangrijke voorwaarde in de denkontwikkeling = mentaal
representeren (2j)
- kan heel concreet zijn, zoals de mentale voorstelling van een voorwerp of het zich inbeelden
van de weg naar huis.
- kan ook abstracter, zoals de voorstelling van vriendschap, een symbool, agressie, sociaal
wenselijk gedrag, gevoelens van hechting met verzorgende figuren, een zelfbeeld, enzovoort’
(pg 171)
Bv Handelt dit kind op basis van een mentale representatie?
- Ja, hij weet dat het balletje in de doos zit.
(objectpermanentie, hangt af van het kind
zelf)
Geen objectpermanentie = het balletje
bestaat niet meer dan heeft hij nog geen
mentale representatie