Aantekeningen hoorcolleges
Socialisatie en ongelijkheid in de superdiverse samenleving
11-11-2024
C1 De superdiverse stad
Iliass El Hadioui (hoorcollege 1)
De-familiarisering (Baumann) -> bevragen van de dingen zoals ze zijn
en ze niet beschouwen als normaal. 1e stap als je mensen en hun manier
van leven wilt onderzoeken dan moet je jezelf los maken van de bubbel
waarin je zelf leeft (subjectief en objectief) ben je in staat objectief daar
naar te kijken. Wees bewust van de gekleurde bril die je opzet vanuit je
eigen leven en omgeving waarin je opgegroeid bent.
Opgroeien van kinderen en naar school gaan in grootstedelijke omgeving.
Gaat over socialisatie -> hele proces van opgroeien en opgenomen worden
in specifieke samenleving en wat ontstaat in termen van ongelijkheid.
- Stads – en onderwijs sociologisch en sociaalpedagogisch; opgroeien en
opvoeden in een grootstedelijke, superdiverse samenleving (zoals de
Rotterdamse).
- Dus een focus op socialisatiemechanismen binnen de
leefwerelden/domeinen van het gezin, de peer group en het onderwijs.
Superdiversiteit en de grote stad
- Geen ideologisch of normatief concept, maar een beschrijving van een
sociologisch-demografische transitie
- Amsterdam en Rotterdam als ‘Majority-minority cities’ =
meerderheid van de bevolking bestaat uit minderheidsgroepen. (Crul,
2013: 12)
- Groeiende ´diversiteit binnen de diversiteit’ en wisselwerking tussen
verschillende identiteitsdimensies (Vertovec, 2007)
- En de verhouding met macht, kapitaal en ongelijkheid?
1e die superdiversiteit heeft gebruikt is steven Vertovec in 2007 , hij ziet
dat in ongeveer 10 steden in de wereld een demografisch kantelpunt aan
het ontstaan is. In Nederland Rotterdam en Amsterdam.
3 kenmerken superdiverse stad
1. Majority en minorty cities
2. Groeiende culturele diversiteit
3. Groeiende ´diversiteit binnen de diversiteit’ -> groeiende sociaal
,economische (kapitaal arm en rijk) electorale stemgedrag kortom deze
diversiteit worden groter binnen de culturele diversiteit. Binnen die groep
ga je kapitaal arm en rijke mensen krijgen bijvoorbeeld -> dus normale
verschillen worden binnen die cultureel diverse groepen steeds groten.
weet je etnische achtergrond van individu dan weet je nu minder welke
box aanvinken dan 50 jaar geleden.
Verschil culturele en superdiverse diversiteit = niet gelijk aan elkaar
want culturele diversiteit zie je overal toch, Breda Gouda culturele diverse
stad de overgrote ,meerderheid van de steden in West Europa zijn
cultureel divers. Maar als culturele diversiteit samengaat met het
demografische kantelpunt, en – en. Geen enkele groep van de 206 heeft
nog 50% van de bevolking. Den Haag cultureel divers en niet superdivers.
Demografische kantelpunt -> kantelpunt is dat je eerst altijd een
meerderheidsgroep had en in één keer kantelt het dat dat niet meer het
geval is.
Heel veel nationaliteiten die allemaal niet de meerderheid hebben.
- Migratiepatronen zijn soms kort, dus ze blijven kort en vertrekken.
Klassieke migratie was vestiging van groep voor een lange tijd.
Socialisatie, subjectivicatie (persoonswording) en code-switchen
Peer group codes, parentel codes, school codes
Sociale codes en leefwereld. Codes zijn leefwerelden.
Sociale codes gaat over de geschreven en ongeschreven regels en
impliciete en expliciete regels. Benoemen niet extern, maar intern
Sociale cohesie = hoe hechter een groep is hoe duidelijker de sociale
codes zijn.
Code-switching! = u of je zeggen vb. binnen familie culturen
Peer groep iets anders dan vriendengroep -> peer groep worden ook mede
leerlingen of leeftijdsgenoten die niet perse vrienden zijn maar waar je de
mening over jezelf toch als belangrijk acht.
Elke sociale groep heeft verwachtingen van het individu.
Expliciete = ik wil dat je kamer opruimt
Impliciet = in mentale systeem beïnvloed sociaal gedrag -> signifant
others dat zijn groepje mensen die stem hebben in je hoofd ook al zijn ze
niet bezig met jou dan hebben ze toch invloed in je hoofd, stuurt je gedrag
en beïnvloed keuzes.
, Die ladders vb. 13 of 14 jaar spijbelen peer groep spijbelt door op ladder
klimmen, maar die handeling zorgt dat je op schoolse ladder problemen
hebt en daalt.
Wat als er keuzes worden gemaakt die botsten met parentel codes.
Daarom ouders proberen zo lang mogelijk kinderen te beschermen van
nemen van de verkeerde ladder of socialisatie vanuit de perceptie van de
ouders.
In wereld die mono cultureel is dat de sociale codes van familie en peer en
school omgeving grotendeels overlappend zijn. Hebben veel kinderen en
jongeren niet door dat ze van leefwereld naar leefwereld gaan omdat de
sociale codes veel overeenkomsten hebben. Als het aantal thuis laddertjes
toeneemt wordt die peer groep omgeving veel dynamiek krijgen.
Kinderen moeten interacteren met omgeving,
verschillende autoriteiten in ;leefwerelden willen iets van kinderen, hebben
verwachtingen, daarom invloed en druk op individu.
Sociale pijn en ‘the need-to-belong’
Sociale pijn heeft een negatieve invloed op studie succes. Wanneer
kinderen zich buiten gesloten voelt dan presteren zij slechter. Sociale pijn
in klas , door sociale codes die heerst vb. rollende ogen als je ‘domme
vraag’ stelt.
Overal waar code switching plaats vind zal variant sociale pijn ontstaan.
Mensen 2 psychologische behoeften:
1. Minimaliseren of vermijden van sociale pijn.
18-11-2024
Identiteit
Dr. Amaranta de Haan (hoorcollege 2)
Leerdoelen
- Wat is identiteit?
- Identiteit in meervoud
- Identiteit in ontwikkeling
1. Wat is identiteit?
Vragen als:
Wie ben ik -> objectief, naam geboortedatum,
Hoe ben ik -> psychologische kenmerken aangeboren of niet, wie ben je diep van
binnen
Wat ben ik? -> sociale identiteit (man/vrouw/student/docent) gaat over wat je
deelt met een groep andere, wie je bent in relatie tot anderen in je omgeving.
Socialisatie en ongelijkheid in de superdiverse samenleving
11-11-2024
C1 De superdiverse stad
Iliass El Hadioui (hoorcollege 1)
De-familiarisering (Baumann) -> bevragen van de dingen zoals ze zijn
en ze niet beschouwen als normaal. 1e stap als je mensen en hun manier
van leven wilt onderzoeken dan moet je jezelf los maken van de bubbel
waarin je zelf leeft (subjectief en objectief) ben je in staat objectief daar
naar te kijken. Wees bewust van de gekleurde bril die je opzet vanuit je
eigen leven en omgeving waarin je opgegroeid bent.
Opgroeien van kinderen en naar school gaan in grootstedelijke omgeving.
Gaat over socialisatie -> hele proces van opgroeien en opgenomen worden
in specifieke samenleving en wat ontstaat in termen van ongelijkheid.
- Stads – en onderwijs sociologisch en sociaalpedagogisch; opgroeien en
opvoeden in een grootstedelijke, superdiverse samenleving (zoals de
Rotterdamse).
- Dus een focus op socialisatiemechanismen binnen de
leefwerelden/domeinen van het gezin, de peer group en het onderwijs.
Superdiversiteit en de grote stad
- Geen ideologisch of normatief concept, maar een beschrijving van een
sociologisch-demografische transitie
- Amsterdam en Rotterdam als ‘Majority-minority cities’ =
meerderheid van de bevolking bestaat uit minderheidsgroepen. (Crul,
2013: 12)
- Groeiende ´diversiteit binnen de diversiteit’ en wisselwerking tussen
verschillende identiteitsdimensies (Vertovec, 2007)
- En de verhouding met macht, kapitaal en ongelijkheid?
1e die superdiversiteit heeft gebruikt is steven Vertovec in 2007 , hij ziet
dat in ongeveer 10 steden in de wereld een demografisch kantelpunt aan
het ontstaan is. In Nederland Rotterdam en Amsterdam.
3 kenmerken superdiverse stad
1. Majority en minorty cities
2. Groeiende culturele diversiteit
3. Groeiende ´diversiteit binnen de diversiteit’ -> groeiende sociaal
,economische (kapitaal arm en rijk) electorale stemgedrag kortom deze
diversiteit worden groter binnen de culturele diversiteit. Binnen die groep
ga je kapitaal arm en rijke mensen krijgen bijvoorbeeld -> dus normale
verschillen worden binnen die cultureel diverse groepen steeds groten.
weet je etnische achtergrond van individu dan weet je nu minder welke
box aanvinken dan 50 jaar geleden.
Verschil culturele en superdiverse diversiteit = niet gelijk aan elkaar
want culturele diversiteit zie je overal toch, Breda Gouda culturele diverse
stad de overgrote ,meerderheid van de steden in West Europa zijn
cultureel divers. Maar als culturele diversiteit samengaat met het
demografische kantelpunt, en – en. Geen enkele groep van de 206 heeft
nog 50% van de bevolking. Den Haag cultureel divers en niet superdivers.
Demografische kantelpunt -> kantelpunt is dat je eerst altijd een
meerderheidsgroep had en in één keer kantelt het dat dat niet meer het
geval is.
Heel veel nationaliteiten die allemaal niet de meerderheid hebben.
- Migratiepatronen zijn soms kort, dus ze blijven kort en vertrekken.
Klassieke migratie was vestiging van groep voor een lange tijd.
Socialisatie, subjectivicatie (persoonswording) en code-switchen
Peer group codes, parentel codes, school codes
Sociale codes en leefwereld. Codes zijn leefwerelden.
Sociale codes gaat over de geschreven en ongeschreven regels en
impliciete en expliciete regels. Benoemen niet extern, maar intern
Sociale cohesie = hoe hechter een groep is hoe duidelijker de sociale
codes zijn.
Code-switching! = u of je zeggen vb. binnen familie culturen
Peer groep iets anders dan vriendengroep -> peer groep worden ook mede
leerlingen of leeftijdsgenoten die niet perse vrienden zijn maar waar je de
mening over jezelf toch als belangrijk acht.
Elke sociale groep heeft verwachtingen van het individu.
Expliciete = ik wil dat je kamer opruimt
Impliciet = in mentale systeem beïnvloed sociaal gedrag -> signifant
others dat zijn groepje mensen die stem hebben in je hoofd ook al zijn ze
niet bezig met jou dan hebben ze toch invloed in je hoofd, stuurt je gedrag
en beïnvloed keuzes.
, Die ladders vb. 13 of 14 jaar spijbelen peer groep spijbelt door op ladder
klimmen, maar die handeling zorgt dat je op schoolse ladder problemen
hebt en daalt.
Wat als er keuzes worden gemaakt die botsten met parentel codes.
Daarom ouders proberen zo lang mogelijk kinderen te beschermen van
nemen van de verkeerde ladder of socialisatie vanuit de perceptie van de
ouders.
In wereld die mono cultureel is dat de sociale codes van familie en peer en
school omgeving grotendeels overlappend zijn. Hebben veel kinderen en
jongeren niet door dat ze van leefwereld naar leefwereld gaan omdat de
sociale codes veel overeenkomsten hebben. Als het aantal thuis laddertjes
toeneemt wordt die peer groep omgeving veel dynamiek krijgen.
Kinderen moeten interacteren met omgeving,
verschillende autoriteiten in ;leefwerelden willen iets van kinderen, hebben
verwachtingen, daarom invloed en druk op individu.
Sociale pijn en ‘the need-to-belong’
Sociale pijn heeft een negatieve invloed op studie succes. Wanneer
kinderen zich buiten gesloten voelt dan presteren zij slechter. Sociale pijn
in klas , door sociale codes die heerst vb. rollende ogen als je ‘domme
vraag’ stelt.
Overal waar code switching plaats vind zal variant sociale pijn ontstaan.
Mensen 2 psychologische behoeften:
1. Minimaliseren of vermijden van sociale pijn.
18-11-2024
Identiteit
Dr. Amaranta de Haan (hoorcollege 2)
Leerdoelen
- Wat is identiteit?
- Identiteit in meervoud
- Identiteit in ontwikkeling
1. Wat is identiteit?
Vragen als:
Wie ben ik -> objectief, naam geboortedatum,
Hoe ben ik -> psychologische kenmerken aangeboren of niet, wie ben je diep van
binnen
Wat ben ik? -> sociale identiteit (man/vrouw/student/docent) gaat over wat je
deelt met een groep andere, wie je bent in relatie tot anderen in je omgeving.
