Algemene informatie
Samenvatting:
- Gemaakt tijdens het lezen van ALLE voorgeschreven literatuur uit de
boeken/artikelen en voorgeschreven arresten (minstens de relevante
feiten/argumenten en uitspraak HR/rechtsvraag/rechtsregel)
Studie:
- Vak: Inleiding Constitutioneel Recht
- Jaar: 1
- Universiteit: Tilburg Universiteit
Boek: Beginselen van de democratische rechtsstaat: Inleiding tot de
grondslagen van het Nederlandse staats- en bestuursrecht
- Auteurs: M.C. Burkens, H.R.B.M. Kummeling, B.P. Vermeulen, R.J.G.M.
Widdershoven
- Uitgeverij: Kluwer (Deventer)
- Druk: 9 (2022)
- ISBN: 9789013169645
Schriftelijk tentamen december (100%)
- Meerkeuzevragen
- Open vragen (+ deelvragen)
,H1: Staats- en Bestuursrecht
Privaatrecht:
- Horizontale relatie (burgers onderling)
- Juridische gelijkheid en gelijkwaardigheid van
partijen
Publiekrecht:
- Verticale relatie (overheid – burgers)
- Overheid kan eenzijdig rechtsgevolgen vaststellen
- Ook meerzijdig bv. tussen 2 gemeenten
1. Feitelijke handelingen
- Beogen geen rechtsgevolg
- Bv. openbreken weg, handhaven openbare orde
2. Rechtshandelingen
- Beogen wel een rechtsgevolg
- Zowel publiek als privaat
Publiekrechtelijk handelen door overheid:
- Eenzijdig bindende besluiten: besluiten van hoogste staatsorganen en
organisatorische structuur van deze organen
- Grondwet
- Organieke wetten: wetten tot stand gekomen in opdracht van Grondwet bv.
Provinciewet, Gemeentewet, Kieswet
Waarom bindende besluiten?
- In elke samenleving moeten bepaalde voorzieningen worden geregeld die voor
iedereen van belang zijn
- Lokaal: bv. waterkeringen, opruimen afval, aanleggen wegen
- Statelijk: collectief bv. defensie, buitenlands beleid, handhaving openbare orde,
eigenrichting voorkomen
- Financiële middelen: belastingwetgeving, besteding middelen:
uitgavenbegrotingen
Bindende besluiten moeten aanvaardbaar zijn gebaseerd op de gemeenschappelijke
normen over wat redelijk en acceptabel is
- Geaccepteerd door meerderheid van volksvertegenwoordigers in 1 e en 2e kamer
(parlement
- Grondrechten: fundamentele gelijkheid burgers, basisbehoeften voorzien,
vrijheid burgers, zakelijk gerechtvaardigd, etc.
Formele wetgever: Staten-Generaal en regering (art. 81 Gw)
- Bestuursrecht: besluiten gebaseerd op formele wetgeving en daarom minder
omstreden (minder discussie/uiteenlopende meningen over)
Privaatrechtelijk handelen door overheid
,Constitutie: geheel aan staatsrechtelijke regels
- Alle staten hebben altijd een constitutie, maar niet altijd grondwet
RTO: rechtsbescherming tegen overheid
1. Wie mag welke regels maken
2. Wie heeft de bevoegdheid
3. Wat zijn de grenzen
, H2: Historische ontwikkeling
Staat: organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent
over een gemeenschap van mensen binnen een bepaald grondgebied
1. Territorium: grondgebied waarbinnen de staat haar soevereine macht uitoefent
2. Volk: gemeenschap van mensen die onder het gezag van de staat valt
3. Gezag: de autoriteit die wordt uitgeoefend over het volk en handhaaft wet- en
regelgeving
4. Regering: organisatie die verantwoordelijk is voor het bestuur en de uitvoering
van de staatsfuncties
Absolutisme: gezag één persoon
Democratie: gezag bepaalde groep personen door het volk gekozen (meestal)
Staatsrecht: organisatie en werkwijze van centrale organen van de overheid en
decentrale organen (provincies, gemeenten) zowel nationaal als internationaal
Theocratische staatsopvatting:
- Vanaf Middeleeuwen
- Vorst is soeverein regeert in de naam van god bron van alle macht en recht
en staat dus boven de wet (en kan deze niet schenden Princeps legibus
solutus est)
- Burgers (individuen/lagere overheden) kregen enkel gunsten, geen zelfstandige
rechten
- Burgers geen recht op verzet
VS
Natuurrecht:
- Legitieme vorst
- Onveranderlijke, uit natuur voortvloeiende rechtsbeginselen beperken
bevoegdheden van vorst
- Bevoegdheden mogen alleen in het belang van het welzijn van de gemeenschap
toegepast worden
- Tiran: heeft heerschappij onrechtmatig toegeëigend om persoonlijk belang te
dienen
- Thomas van Aquino: de wet die van natuurrecht afwijkt, is geen wet maar
verdorvenheid van de wet (corruptio legis) verzet mogelijk want tiran is
opstandeling
Feodalisme (feitelijke praktijk!)
- Vorst heeft geen militaire macht en financiële middelen om wel krijgsmacht te
krijgen domeingoederen ruilen aan machtige onderdanen (leenman/vazal)
Dmv erfen domein doorgeven
Leenmannen worden adel
- Leenheer en leenman (vazal sterk verbonden: wederzijdse rechten en plichten
- Contractuele relatie: Magna Carta (engelse koning – leenmannen), Blijde
Incomste (hertogin – steden brabant)