Vastgoedbeheer 5
Deel Stouffs
Hoofdstuk 1: Brand - ongecontroleerd vuur
Niet al het vuur is brand, het gaat over brand indien het ongecontroleerd vuur is. Een open haard of een
kookvuur is dus oke en hebben we allemaal.
Meerdere normen en voorschriften:
Het KB is federaal bepaald en alles moet daaraan voldoen: alle andere wetgevingen mogen dus niet
strijdig zijn met dit KB.
- K.B. Basispreventienormen
- K.B Ziekenhuizen
- BVR Kinderdagverblijven RVT
- BVR Logies
- Politiereglement
- Gemeentelijke voorschriften
- Verzekering: kan zijn dat ze extra eisen hebben aan het gebouw en dat ze dat willen verzekeren, bv.
indien ze een sprinkler willen indien ze het gaat verzekeren (kan zijn dat de voorgaande normen dit
niet hadden opgenomen).
+ eventueel bijzondere voorschriften voor: liften, kokers, trappen, stookplaatsen, elektrische
installaties
De brandreglementering kan als volgt opgedeeld worden:
Waar van toepassing Type gebouw
- Vlaanderen - Alle gebouwen
- Wallonië - Gezondheids - zorg
- Brussel - Logiesverstrekkend
- België - Onderwijs
- Europa - Parkeergebouwen
- Duitstalige gemeenten - Publiek toegankelijke inrichtingen
- Schietstanden
- Tunnels
- Woningen
- Zorgverstrekkend - 3e leeftijd
- Zorgverstrekkend - Kinderen
Gaat het over een woning, onderwijs of een publiek toegankelijke inrichting,… we kunnen van alles gaan
doen, maar moeten vinden wat voor ons van toepassing is en dit doe je naargelang de functie van het
gebouw.
Belgische regelgeving brandpreventie
We hebben het KB brand, maar er zijn nog steeds verschillende bevoegdheden die allemaal hun eigen
zegje doen.
In België zijn de bevoegdheden betreffende brandveiligheid verdeeld tussen de federale overheid, de
gewesten (Vlaanderen, Wallonië, Brussel), de gemeenschappen (Nederlands-, Frans- en Duitstalige), de
provincies en het lokale niveau.
1) Eerste niveau: de federale overheid, gemeenschappen en gewesten, op gelijke voet.
1
, • De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (FOD IBZ) is bevoegd om Basisnormen
op te stellen = normen die gemeen zijn aan een categorie van constructies onafhankelijk de
bestemming ervan.
• De gemeenschappen en gewesten zijn respectievelijk bevoegd voor aangelegenheden die
persoonsgebonden zijn (zoals cultuur, welzijn,..) en aangelegenheden die plaatsgebonden
zijn (zoals ruimtelijke ordening,…). Zij zijn dan ook ‘bevoegd tot het regelen van de specifieke
veiligheidsaspecten’, dit wil zeggen het toepassen, aanvullen en aanpassen van de nationale
basisnormen, zonder deze fundamenteel te wijzigen.
Ze staan op gelijke voet maar mogen niets inbrengen tegen de Federale Basisnorm (KB Brand).
Maar ze mogen het wel aanvullen.
Voorbeeld: een dancing in een bepaald gemeente, gemeenschap of gewest. Ze hebben een
specifieke bevoegdheid voor de veiligheidsaspecten.
2) Het tweede niveau omvat de provincies
• Net als de burgemeester en schepenen heeft de Bestendige Deputatie1 in het kader van
omgevingsvergunningen de mogelijkheid om voorwaarden te verbinden aan de
vergunningen die gericht zijn tot het verbeteren van de brandveiligheid.
De Provincieraad kan bovendien politie- en bouwverordeningen uitvaardigen.
• Vooral bij grotere gebouwen gaan ze er voorwaarden aan koppelen.
3) Derde niveau: Burgemeester, College van Burgemeester en Schepenen, Gemeenteraad.
• De gemeenteraad kan politie- en bouwverordeningen uitvaardigen. (bijv. voor lokalen met
dansgelegenheid, studentenkamers, publieke toegankelijke inrichtingen, cafés,..).
• Daarnaast kan het College van Burgemeester en Schepenen aan het verlenen van een
omgevingsvergunning voorwaarden verbinden die gericht zijn op het verbeteren van de
brandveiligheid → vervat in het brandpreventieverslag dat bij de vergunning is gevoegd. Deze
kunnen verder gaan dan wat in de basisnormen is opgenomen.
• Het eerste dat je moet doen als je zo een gebouw in beheer hebt, is zoeken naar de
omgevingsvergunning. Je moet kijken welke extra eisen of informatie hier op staat.
Ééngezinswoningen
Decreet
- Decreet Wa.Gew van 29/10/1998
- Decreet Vl.Gem van 8/05/2009 – opgeheven
Opgeheven: is niet meer van toepassing, het enige dat van toepassing is in
EENGEZINSWONINGEN – is het decreet van 2017 en dit gaat over de optische
rookmelders voor woningen en waar deze geplaatst moeten worden: alle droge
plaatsen (maar als uitzondering ook in de wasplaats) en niet in de garage →
voorzien van een rookmelder.
- Decreet Vl.Gem van 10/03/2017 houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende
de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren
van optische rookmelders voor woningen betreft.
We moeten ze niet vanbuiten kennen: maar weten dat er besluiten, codes en een ordonnantie zijn. Er
bestaat van alles maar in Vlaanderen gaat het vooral over de rookmelders.
Besluit
- Besluit Wa.Reg van 21/10/2004
- Besluit Bxl. Hoofdst. Regering van 15/04/2004
1
Indien je hoger gaat met de omgevingsvergunning kom je hiermee ook in contact.
2
, - Besluit Bxl. Hoofdst. Regering van 9/11/1993
- Besluit Vlaamse regering van 14/10/2022: ook in ruimten voor gedeeld gebruik met technische
installatie optische melders.
Code
- Waalse Huisvestingscode
- Vlaamse Wooncode: 1/1/2020 ook in de eigen woning optische melder.
Ordonnantie
- Ordonnantie Bxl. Hfdst. Gewest van 17/07/2003
‘KB Brand’: Hoe werken met KB brand?
Handleiding op Digitap, eens doornemen want is handig in de praktijk
maar valt niet per se te kennen.
Algemene begrippen
Wanneer is het KB van toepassing?
- De technische specificaties zijn van toepassing op:
• op te richten gebouwen: dus gebouwen die nog niet bestaan.
• uitbreidingen aan bestaande gebouwen maar beperkt tot de uitbreiding: de uitbreiding moet
voldoen, maar het bestaande deel niet. Tenzij je een heel grondige renovatie doet waar je
een bouwaanvraag voor nodig hebt → dus steeds voor het deel van de bouwaanvraag (dat
onderdeel is van een renovatie) ga je moeten voldoen aan het KB.
- De basisnormen zijn niet van toepassing op bestaande gebouwen zijnde
• hoge en middelhoge gebouwen waarvan de bouwaanvraag (nu omgevingsvergunning) werd
ingediend vóór 26/5/’95
• de lage gebouwen waarvan de bouwaanvraag werd ingediend vóór 1/1/’98 (hier zijn ze dus
pas later aan begonnen).
Wat onthouden?
✓ Overzicht normen en voorschriften
✓ De 3 niveau’s
✓ Brandweer heeft altijd gelijk: niet discussiëren met de brandweer aangezien deze altijd gelijk
heeft. Ook al zegt deze dat er iets nodig is dat niet in het KB staat. Je moet ze respecteren want
zij zijn degenen die hun leven riskeren in geval van brand.
✓ Enkel voor niet-eengezinswoningen m.u.v. optische rookmelders → optische rookmelders dus
wél voor eengezinswoningen.
✓ Verschillen in de drie gewesten
✓ Verschillen afhankelijk van gebruik (mobiliteit): in kinderdagverblijven hebben ze andere eisen
dan bv. een hogeschool (met volwassenen). Dit heeft te maken met mobiliteit, kindjes weten niet
altijd welke weg ze moeten nemen en gaan het niet onthouden na brandoefeningen, terwijl
volwassenen dit wél weten. Maar anderzijds zijn er ook baby’s die niet kunnen stappen en die
gedragen moeten worden door anderen. Dit is ook zo bij rusthuizen → de eisen zijn daar dus vele
strenger indien de mobiliteit lager ligt.
✓ Niet van toepassing op gebouwen van voor 1995 maar.... als er grondige verbouwingen of
aanbouwingen zijn, moet het WEL toegepast worden.
Waarom moeten we eigenlijk de rookmelders zetten?
‘s Nachts gebeuren de meeste ongevallen en dit is omdat je slaapt en je niet weet wat er rondom je
gebeurt, daarnaast ruik je ook niet meer als je slaapt aangezien dit zintuig wegvalt. Pas wanneer je wakker
3
, wordt, ruik je rook etc. Je kan het echter niet detecteren in je slaap. De rookmelder gaat het echter wel
merken en gaat een signaal geven waardoor je wél wakker wordt.
Hoogte h van een gebouw
Hoe lager, hoe minder streng de eisen aangezien je makkelijker
weggeraakt. Mensen die op de 50ste verdieping zitten, moeten ook
tijd hebben om weg te geraken en uit het gebouw te gaan. Er wordt
dus een link gemaakt tussen de hoogte van het gebouw en de eisen
die gesteld worden.
- De hoogte h van een gebouw is conventioneel de afstand
tussen het afgewerkte vloerpeil van de hoogste bouwlaag en het laagste peil van de door de
brandweerwagens bruikbare wegen omheen het gebouw. Hoe moet je de hoogte gaan bepalen?
Wordt bepaald in het KB Brand.
- Het dak met uitsluitend technische lokalen wordt bij deze hoogtemeting niet meegerekend.
- In dit geval gaat de brandweer rechts staan (zie rood mannetje) van het gebouw en is het laagste
peil, waardoor de hoogte hier negatief is.
Rechts: een gebouw met dezelfde gebouwschil
maar een andere hoogte aangezien de zolder
gebruikt wordt als appartement. Het afgewerkte
deel ligt hoger en het rechtse gebouw heeft dus
meer eisen waaraan voldoen moet worden
ondanks dat deze 11m is en de andere 10m.
Links: zolder is geïsoleerd en wordt niet gebruikt Je hebt dus dezelfde omvang, maar toch
dus dient enkel voor stockage. De hoogte is dus strengere eisen omdat de hoogte anders is in
van het laagste peil tot het hoogste afgewerkt beide gevallen.
deel.
Hoogte van een gebouw
- De hoge gebouwen HG: h > 25 m
- De middelhoge gebouwen MG: 10 m ≤ h ≤ 25 m
- De lage gebouwen LG: h < 10 m
Oefening
GLV en 3 verdiepingen, elk 3,5m hoog
Meestal zijn het hoge plafonds. Je wil dit opdelen in drie appartementen, maar
je komt hier in de middelhoge klasse terecht komt waardoor je meer eisen
hebt aangezien je in totaal op 10,5 meter terecht komt. Soms is het dus beter
om voor een lelijker en lager gebouw te gaan bij een investering omdat je dan
een laag gebouw hebt met dus lagere brandeisen. Het is dus een mooi
gebouw, maar je hebt middelhoge brandeisen.
Brand
Het is een oxidatieproces dat oxiden en warmte gaan creëren.
- Brandbaar product + zuurstof → oxyden (vooral gasvorm) + warmte
Nodig:
• Brandstof
• Zuurstof
• Energie
Brandbestrijding = 1 van deze 3 elementen wegnemen
https://www.youtube.com/watch?v=zpArz6OlEOI
4
Deel Stouffs
Hoofdstuk 1: Brand - ongecontroleerd vuur
Niet al het vuur is brand, het gaat over brand indien het ongecontroleerd vuur is. Een open haard of een
kookvuur is dus oke en hebben we allemaal.
Meerdere normen en voorschriften:
Het KB is federaal bepaald en alles moet daaraan voldoen: alle andere wetgevingen mogen dus niet
strijdig zijn met dit KB.
- K.B. Basispreventienormen
- K.B Ziekenhuizen
- BVR Kinderdagverblijven RVT
- BVR Logies
- Politiereglement
- Gemeentelijke voorschriften
- Verzekering: kan zijn dat ze extra eisen hebben aan het gebouw en dat ze dat willen verzekeren, bv.
indien ze een sprinkler willen indien ze het gaat verzekeren (kan zijn dat de voorgaande normen dit
niet hadden opgenomen).
+ eventueel bijzondere voorschriften voor: liften, kokers, trappen, stookplaatsen, elektrische
installaties
De brandreglementering kan als volgt opgedeeld worden:
Waar van toepassing Type gebouw
- Vlaanderen - Alle gebouwen
- Wallonië - Gezondheids - zorg
- Brussel - Logiesverstrekkend
- België - Onderwijs
- Europa - Parkeergebouwen
- Duitstalige gemeenten - Publiek toegankelijke inrichtingen
- Schietstanden
- Tunnels
- Woningen
- Zorgverstrekkend - 3e leeftijd
- Zorgverstrekkend - Kinderen
Gaat het over een woning, onderwijs of een publiek toegankelijke inrichting,… we kunnen van alles gaan
doen, maar moeten vinden wat voor ons van toepassing is en dit doe je naargelang de functie van het
gebouw.
Belgische regelgeving brandpreventie
We hebben het KB brand, maar er zijn nog steeds verschillende bevoegdheden die allemaal hun eigen
zegje doen.
In België zijn de bevoegdheden betreffende brandveiligheid verdeeld tussen de federale overheid, de
gewesten (Vlaanderen, Wallonië, Brussel), de gemeenschappen (Nederlands-, Frans- en Duitstalige), de
provincies en het lokale niveau.
1) Eerste niveau: de federale overheid, gemeenschappen en gewesten, op gelijke voet.
1
, • De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (FOD IBZ) is bevoegd om Basisnormen
op te stellen = normen die gemeen zijn aan een categorie van constructies onafhankelijk de
bestemming ervan.
• De gemeenschappen en gewesten zijn respectievelijk bevoegd voor aangelegenheden die
persoonsgebonden zijn (zoals cultuur, welzijn,..) en aangelegenheden die plaatsgebonden
zijn (zoals ruimtelijke ordening,…). Zij zijn dan ook ‘bevoegd tot het regelen van de specifieke
veiligheidsaspecten’, dit wil zeggen het toepassen, aanvullen en aanpassen van de nationale
basisnormen, zonder deze fundamenteel te wijzigen.
Ze staan op gelijke voet maar mogen niets inbrengen tegen de Federale Basisnorm (KB Brand).
Maar ze mogen het wel aanvullen.
Voorbeeld: een dancing in een bepaald gemeente, gemeenschap of gewest. Ze hebben een
specifieke bevoegdheid voor de veiligheidsaspecten.
2) Het tweede niveau omvat de provincies
• Net als de burgemeester en schepenen heeft de Bestendige Deputatie1 in het kader van
omgevingsvergunningen de mogelijkheid om voorwaarden te verbinden aan de
vergunningen die gericht zijn tot het verbeteren van de brandveiligheid.
De Provincieraad kan bovendien politie- en bouwverordeningen uitvaardigen.
• Vooral bij grotere gebouwen gaan ze er voorwaarden aan koppelen.
3) Derde niveau: Burgemeester, College van Burgemeester en Schepenen, Gemeenteraad.
• De gemeenteraad kan politie- en bouwverordeningen uitvaardigen. (bijv. voor lokalen met
dansgelegenheid, studentenkamers, publieke toegankelijke inrichtingen, cafés,..).
• Daarnaast kan het College van Burgemeester en Schepenen aan het verlenen van een
omgevingsvergunning voorwaarden verbinden die gericht zijn op het verbeteren van de
brandveiligheid → vervat in het brandpreventieverslag dat bij de vergunning is gevoegd. Deze
kunnen verder gaan dan wat in de basisnormen is opgenomen.
• Het eerste dat je moet doen als je zo een gebouw in beheer hebt, is zoeken naar de
omgevingsvergunning. Je moet kijken welke extra eisen of informatie hier op staat.
Ééngezinswoningen
Decreet
- Decreet Wa.Gew van 29/10/1998
- Decreet Vl.Gem van 8/05/2009 – opgeheven
Opgeheven: is niet meer van toepassing, het enige dat van toepassing is in
EENGEZINSWONINGEN – is het decreet van 2017 en dit gaat over de optische
rookmelders voor woningen en waar deze geplaatst moeten worden: alle droge
plaatsen (maar als uitzondering ook in de wasplaats) en niet in de garage →
voorzien van een rookmelder.
- Decreet Vl.Gem van 10/03/2017 houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende
de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren
van optische rookmelders voor woningen betreft.
We moeten ze niet vanbuiten kennen: maar weten dat er besluiten, codes en een ordonnantie zijn. Er
bestaat van alles maar in Vlaanderen gaat het vooral over de rookmelders.
Besluit
- Besluit Wa.Reg van 21/10/2004
- Besluit Bxl. Hoofdst. Regering van 15/04/2004
1
Indien je hoger gaat met de omgevingsvergunning kom je hiermee ook in contact.
2
, - Besluit Bxl. Hoofdst. Regering van 9/11/1993
- Besluit Vlaamse regering van 14/10/2022: ook in ruimten voor gedeeld gebruik met technische
installatie optische melders.
Code
- Waalse Huisvestingscode
- Vlaamse Wooncode: 1/1/2020 ook in de eigen woning optische melder.
Ordonnantie
- Ordonnantie Bxl. Hfdst. Gewest van 17/07/2003
‘KB Brand’: Hoe werken met KB brand?
Handleiding op Digitap, eens doornemen want is handig in de praktijk
maar valt niet per se te kennen.
Algemene begrippen
Wanneer is het KB van toepassing?
- De technische specificaties zijn van toepassing op:
• op te richten gebouwen: dus gebouwen die nog niet bestaan.
• uitbreidingen aan bestaande gebouwen maar beperkt tot de uitbreiding: de uitbreiding moet
voldoen, maar het bestaande deel niet. Tenzij je een heel grondige renovatie doet waar je
een bouwaanvraag voor nodig hebt → dus steeds voor het deel van de bouwaanvraag (dat
onderdeel is van een renovatie) ga je moeten voldoen aan het KB.
- De basisnormen zijn niet van toepassing op bestaande gebouwen zijnde
• hoge en middelhoge gebouwen waarvan de bouwaanvraag (nu omgevingsvergunning) werd
ingediend vóór 26/5/’95
• de lage gebouwen waarvan de bouwaanvraag werd ingediend vóór 1/1/’98 (hier zijn ze dus
pas later aan begonnen).
Wat onthouden?
✓ Overzicht normen en voorschriften
✓ De 3 niveau’s
✓ Brandweer heeft altijd gelijk: niet discussiëren met de brandweer aangezien deze altijd gelijk
heeft. Ook al zegt deze dat er iets nodig is dat niet in het KB staat. Je moet ze respecteren want
zij zijn degenen die hun leven riskeren in geval van brand.
✓ Enkel voor niet-eengezinswoningen m.u.v. optische rookmelders → optische rookmelders dus
wél voor eengezinswoningen.
✓ Verschillen in de drie gewesten
✓ Verschillen afhankelijk van gebruik (mobiliteit): in kinderdagverblijven hebben ze andere eisen
dan bv. een hogeschool (met volwassenen). Dit heeft te maken met mobiliteit, kindjes weten niet
altijd welke weg ze moeten nemen en gaan het niet onthouden na brandoefeningen, terwijl
volwassenen dit wél weten. Maar anderzijds zijn er ook baby’s die niet kunnen stappen en die
gedragen moeten worden door anderen. Dit is ook zo bij rusthuizen → de eisen zijn daar dus vele
strenger indien de mobiliteit lager ligt.
✓ Niet van toepassing op gebouwen van voor 1995 maar.... als er grondige verbouwingen of
aanbouwingen zijn, moet het WEL toegepast worden.
Waarom moeten we eigenlijk de rookmelders zetten?
‘s Nachts gebeuren de meeste ongevallen en dit is omdat je slaapt en je niet weet wat er rondom je
gebeurt, daarnaast ruik je ook niet meer als je slaapt aangezien dit zintuig wegvalt. Pas wanneer je wakker
3
, wordt, ruik je rook etc. Je kan het echter niet detecteren in je slaap. De rookmelder gaat het echter wel
merken en gaat een signaal geven waardoor je wél wakker wordt.
Hoogte h van een gebouw
Hoe lager, hoe minder streng de eisen aangezien je makkelijker
weggeraakt. Mensen die op de 50ste verdieping zitten, moeten ook
tijd hebben om weg te geraken en uit het gebouw te gaan. Er wordt
dus een link gemaakt tussen de hoogte van het gebouw en de eisen
die gesteld worden.
- De hoogte h van een gebouw is conventioneel de afstand
tussen het afgewerkte vloerpeil van de hoogste bouwlaag en het laagste peil van de door de
brandweerwagens bruikbare wegen omheen het gebouw. Hoe moet je de hoogte gaan bepalen?
Wordt bepaald in het KB Brand.
- Het dak met uitsluitend technische lokalen wordt bij deze hoogtemeting niet meegerekend.
- In dit geval gaat de brandweer rechts staan (zie rood mannetje) van het gebouw en is het laagste
peil, waardoor de hoogte hier negatief is.
Rechts: een gebouw met dezelfde gebouwschil
maar een andere hoogte aangezien de zolder
gebruikt wordt als appartement. Het afgewerkte
deel ligt hoger en het rechtse gebouw heeft dus
meer eisen waaraan voldoen moet worden
ondanks dat deze 11m is en de andere 10m.
Links: zolder is geïsoleerd en wordt niet gebruikt Je hebt dus dezelfde omvang, maar toch
dus dient enkel voor stockage. De hoogte is dus strengere eisen omdat de hoogte anders is in
van het laagste peil tot het hoogste afgewerkt beide gevallen.
deel.
Hoogte van een gebouw
- De hoge gebouwen HG: h > 25 m
- De middelhoge gebouwen MG: 10 m ≤ h ≤ 25 m
- De lage gebouwen LG: h < 10 m
Oefening
GLV en 3 verdiepingen, elk 3,5m hoog
Meestal zijn het hoge plafonds. Je wil dit opdelen in drie appartementen, maar
je komt hier in de middelhoge klasse terecht komt waardoor je meer eisen
hebt aangezien je in totaal op 10,5 meter terecht komt. Soms is het dus beter
om voor een lelijker en lager gebouw te gaan bij een investering omdat je dan
een laag gebouw hebt met dus lagere brandeisen. Het is dus een mooi
gebouw, maar je hebt middelhoge brandeisen.
Brand
Het is een oxidatieproces dat oxiden en warmte gaan creëren.
- Brandbaar product + zuurstof → oxyden (vooral gasvorm) + warmte
Nodig:
• Brandstof
• Zuurstof
• Energie
Brandbestrijding = 1 van deze 3 elementen wegnemen
https://www.youtube.com/watch?v=zpArz6OlEOI
4
