2. Weer en klimaat
3. Groene en blauwe diensten
4. Nederland en het water
5. Actieve aarde
6. Bevolking en ruimtelijke inrichting
7. Bestuur in Nederland en Europa
8. Bestaansmiddelen
9. Arm en rijk in de wereld
10. Aardrijkskunde op de basisschool
11. .
12. Kaartlezen
13. Topografie
14. Thematische of regionale opzet
15. Eduaties
16. Didactische werkvormen
, Hoofdstuk 1.1: Wat is aardrijkskunde?
Het vak aardrijkskunde brengt mensen een beeld bij van de wereld om hen
heen. De kunde, de kennis, van de aard-rijken is de letterlijke vertaling van
aardrijkskunde. De aard-rijken zijn de landen, staten en volken op de aarde.
Geografie en aardrijkskunde zijn exact hetzelfde.
In de Fysische geografie worden onder andere klimatologie, bodemkunde en
geologie bestudeerd.
Sociale geografie bestudeert de rol van de mens op de aarde. Vanuit een
ruimtelijke invalshoek wordt gekeken naar bijvoorbeeld de planologie, de
demografie, de regio’s of de economie.
Een ingericht landschap bevat inrichtingselementen, dingen die mensen aan
het landschap hebben toegevoegd, zoals wegen, huizen en fabrieken.
Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap is een vereniging die
zich richt op de promotie van het vak aardrijkskunde.
1.2: Geografisch leren kijken:
Op de aarde zijn twee gebieden gelijk. Het is dus van belang te weten waar
iets zich afspeelt en waarom het zich daar afspeelt. Omdat het gebied
constant aan verandering onderhevig is, is het van belang de natuurlijke en
menselijke factoren erbij te betrekken.
Het idee of beeld dat de mens heeft over de samenleving om zich heen en in
ruimere zin de wereld, wordt een actueel wereldbeeld of een mental image
genoemd. Een actueel wereldbeeld wordt gevormd door gebeurtenissen die
iemand meemaakt of zaken die iemand om zich heen ziet of hoort.
Tijdens de aardrijkskunde les maken kinderen op een systematische manier
kennis met de wereld om hen heen. Ze bouwen een actueel wereldbeeld op
door basisfeiten te leren en vervolgens processen te verklaren.
De geografische zienswijze:
Geografische Geografische zienswijze Geografische vragen
vaardigheden
Inventariseren 1 Waarnemen Wat zie je?
2 beschrijven Wat neem je waar?
Waar zie je dat?
Hoe ziet het eruit?
Welke kenmerken ontdek
je?
Interpreteren 3 verklaren Waarom is dat daar?
Waarom ziet het er daar
zo uit?
Wat wordt hierdoor