100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Geschiedeniswerkplaats vwo historische contexten

Rating
-
Sold
-
Pages
24
Uploaded on
04-10-2025
Written in
2024/2025

Geschiedenissamenvatting over de Historische contexten. 4 hoofdstukken: 1. Steden en burgers in de lage landen. 2. De verlichting in theorie en praktijk. 3. China van keizerrijk tot kapitalisme. 4. Duitsland in Europa. Bedoelt voor VWO, Examenstof, behandelt in 5VWO en 6VWO. Geschiedeniswerkplaats als bron

Show more Read less
Level
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Module
School year
6

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
October 4, 2025
Number of pages
24
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Historische contexten
Hs 1. Steden en burgers in de lage landen (1050 - 1700)​ 2
1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië (1050 - 1302)​ 2
1.2 Steden, netwerken en bestuurders (1302 - 1602)​ 3
1.3 De Republiek (1602 - 1700)​ 4
Hs. 2 De verlichting in theorie en praktijk​ 6
2.1 Verlichte denkbeelden (1650-1789)​ 6
2.2 Revoluties in Amerika en Frankrijk (1776 - 1813)​ 7
2.3 Politieke cultuur in de 19e eeuw​ 9
Hs. 3 China van keizerrijk tot kapitalisme​ 11
3.1 Het Chinese keizerrijk (1842 - 1911)​ 11
3.2 De Chinese republiek (1912-1949)​ 13
3.3 Communistisch China (1949 - 2001)​ 16
Hs 4 Duitsland in Europa​ 18
4.1 Interbellum en Tweede Wereldoorlog (1918 - 1945)​ 18
4.2 Duitsland valt uiteen (1945 - 1961)​ 20
4.3 In de tijd van de Berlijnse Muur en daarna (1961-1991)​ 22




1

,Hs 1. Steden en burgers in de lage landen (1050 - 1700)

1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië (1050 - 1302)
Leidende vraag:
-​ Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk?

Boeren en burgers
De opkomst van de Nederlandse economie begon in de 11e eeuw door een toenemende voedselproductie
en dat leidde tot een bevolkingsgroei. Er ontstond weer een agrarische-urbane samenleving met
verstedelijking en een monetaire economie (geldeconomie). Steden waren centra van nijverheidsproductie
en handel en er waren markten waar stedelingen en boeren producten konden verkopen en kopen. Steden
gingen zich specialiseren en werd het verzorgingsgebied steeds fijner vertakt. Om economische belangen
te beschermen wilde steden stadsrechten, en de heersers kregen in ruil daarvoor geld (stadsrechten:
muren, zichzelf besturen, recht spreken, eigen wetten en regels). Schepenen waren de vooraanstaande
burgers en hadden de leiding in de rechtspraak en het bestuur. In de 14e eeuw kwam er een eind aan de
bevolkingsgroei door hongersnood en de pest, maar de verstedelijking en de commercialisering gingen
door. De meest verstedelijkte regio’s waren Vlaanderen en Noord-Italië. Migranten konden het burgerschap
van de stad krijgen als ze ambachtslieden of kapitaalkrachtige kooplieden waren en ze waren belangrijk
voor de instandhouding en de ontwikkeling van de economie. Er waren ook veel mensen die het
burgerschap niet kregen, en ook geestelijken, die stonden onder het gezag van de kerk.

Stedelijke dynamiek in Artesië
Binnen de Nederlanden kwam verstedelijking het eerst op in Vlaanderen en Artesië. Atrecht (ligt in Artesië)
was door haar grootte en macht het startpunt van de stedelijke dynamiek (levendigheid) in de
Nederlanden. De omstandigheden voor verstedelijking waren gunstig door de vruchtbare grond voor
landbouw en de onvruchtbare grond voor de schapen, die grondstoffen leverde voor de lakennijverheid.
Laken was voor de katoennijverheid het belangrijkste textiel in Europa, en Vlaanderen en Artesië de
belangrijkste centra voor de lakennijverheid. Door de lakennijverheid was er veel werk voor de
stadsbevolking en het productieproces werd georganiseerd door kooplieden die de wol kochten, de
ambachtslieden die aan het werk zetten en het afgewerkte product verkochten. De steden lagen dicht bij
Engeland, de grootste leverancier van wol. Ze lagen ook gunstig voor belangrijke handelsnetwerken die
doortrokken tot de Noord-Italiaanse stadstaten. In Champagne ontstonden jaarmarkten die 6 weken
duurde, en via die jaarmarkten werden lakens verkocht en door de Italianen doorverkocht aan aan de
Zwarte en Middellandse zee. Door deze lakenhandel werden Atrechtse kooplieden rijk en machtig. Ze
organiseerde zich in koopliedengilden en hadden zo invloed op het stadsbestuur.

Opkomst van Vlaanderen
Aan het einde van de 13e eeuw werd Atrecht ingehaald door Brugge als belangrijkste handelscentrum en
Ieper door Gent als grootste nijverheidsstad. Er kwamen nieuwe handelsroutes die de handel tussen de
jaarmarkten verstoorde en door oorlog in Italië werd de handel daar onveilig. Eind 13e eeuw groeide de
handel met steden van de Duitse Hanze en voor hen lag Brugge veel gunstiger. In de 13e eeuw was alle
bestuur in de Vlaamse steden in handen van de patriciërs, die met adel vermengde en zo veraf stond van


2

, het gewone stadsvolk (ze heten het gemeen). Eind 13e eeuw klaagden ambachtslieden steeds vaker over
corruptie en machtsmisbruik en kwamen er protesten tegen hoge uitgaven van schepenen en tegen
belastingen waardoor de armen onevenredig getroffen werden. Ambachtslieden waren afhankelijk van de
patriciërs en er waren regelmatig protesten tegen slechte werkomstandigheden en lage lonen. De
spanning uitte zich in een veldslag in 1302 door een conflict tussen de Franse koning en de graaf van
Vlaanderen. De patriciërs steunde de koning maar de ambachtslieden de graaf en op 11 juli 1302 vond een
veldslag plaats (de Guldensporenslag) bij Kortrijk die gewonnen werd door de Vlamingen. De patriciërs
werden uit Gent verdreven en hun bezit werd in beslag genomen. De ambachtslieden werden beloond voor
hun steun en in Gent, Brugge en andere Vlaamse steden werd de invloed aan de gildes gegeven, en die
mochten regels voor het werk vaststellen.


1.2 Steden, netwerken en bestuurders (1302 - 1602)
Leidende vraag:
-​ Welke invloed hadden economische en politieke ontwikkelingen op de positie van de stedelijke
burgerij in de Nederlandse gewesten?

Brugge, Antwerpen en Amsterdam
Brugge was in de 14e en 15e eeuw het belangrijkste handelscentrum omdat kooplieden vanuit heel de
wereld hier zaken kwamen doen. De Hanze had een hoofdkantoor in Brugge en maakte de stad tot
stapelmarkt, en vanuit hier werden producten van over heel Europa verhandeld. Door de Italianen werd
Brugge ook een financieel centrum, en liepen ze voorop met financiële technieken, met bijv de wisselbrief
en handelsondernemingen die zich hebben uitgewerkt tot bank, die geld uitleende en financiële
transacties verzorgden. Met de wisselbrief kon je aankopen doen en handelen, en dat leidde tot de eerste
beurs, een plek waar kooplieden elke dag samenkwamen om handel te drijven en wisselkoersen vast te
stellen. De steden vormden een netwerk, waarin ze hun eigen specialisme hadden. Zo leverde de steden in
Vlaanderen en Brabant textiel dat via Brugge verhandeld werd. Door innovatie en schaalvergroting
versterkten ze hun eigen positie en die van het netwerk. Vanaf de 14e en 15e eeuw kwam Antwerpen op,
want die lag gunstig voor verbindingen met Europese achterlanden en wad goed bereikbaar voor
zeeschepen doordat het dichterbij de Rijn en de Maas ligt. Antwerpen bleef lang kleiner dan Brugge omdat
het meer een aanvulling dan een concurrent was. Antwerpen nam rond 1500 de positie van Brugge over en
werd in de 16e eeuw het belangrijkste handelscentrum en rijkste stad van Europa. Er kwamen steeds meer
kooplieden naar Antwerpen en via schepen en wagens werden producten naar Duitsland en Noord-Italië
vervoerd. Wol en lakens werden nu in Engeland geproduceerd en Antwerpen werd ook de stapelmarkt van
koloniale producten uit de Spaanse en Portugese koloniën. Door de graanhandel groeide Nederlandse
steden zoals Amsterdam, die graan uit het oosten ging halen, omdat de grond in Nederland vaak nat en
ongeschikt was en werd een soort graan gespecialiseerde voorhaven van Antwerpen.

Burgers, geestelijken en vorsten
Middeleeuwse steden waren hechte gemeenschappen met zelfbestuur, eigen wetten en eigen identiteit, en
ze voelde zich verbonden door het bonum commune (het algemeen belang). Ze betaalde lokale
belastingen voor aanleg en onderhoud van wegen, stadsmuren, huizen, pleinen en bruggen en droegen bij
aan de stadsverdeling en de handhaving van de openbare orde door diensten te doen in de schutterij etc.



3
$11.07
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
julierenee

Get to know the seller

Seller avatar
julierenee Universiteit Humanistiek
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
New on Stuvia
Member since
2 months
Number of followers
0
Documents
3
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions