100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Embryologie sv

Rating
-
Sold
-
Pages
70
Uploaded on
02-10-2025
Written in
2023/2024

Volledige samenvatting vak embryologie

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 2, 2025
Number of pages
70
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

EMBRYOLOGIE
LES 1: INLEIDING, GAMETOGENESE, CYCLUS, VORMING BLASTOCYSTE,
VORMING TWEE- EN DRIEBLADIGE KIEMSCHIJF

EMBRYOLOGIE

Definitie: beschrijvende studie van het ontstaan en ontwikkeling van een organisme

- Humane embryologie: studie van de ontwikkeling van de mens
- Vergelijkende embryologie: studie van de mens en andere diersoorten

HUMANE EMBRYOLOGIE*

Embryologie van de mens bestudeert:
1. Gametogenese: vorming van zaad- en eicel
2. Embryonalestructuren: organen die gevormd worden uit embryonale stamcellen
3. Extra-embryonalestructuren: organen die blastocyste en later embryo verbinden met
buitenwereld (trofoblast, dooierzak, placenta, navelstreng)
 Embryonale en extra-embryonale structuren → oorsprong in de blastocysten

EMBRYOLOGIE IN DE GENEESKUNDE

“Hulp”wetenschap om de normale en afwijkende anatomie beter te begrijpen
1. Embryologie kan de soms complexe ligging van anatomische structuren verklaren
→ Complexe ligging en structuur makkelijker begrijpen als ontstaan kennen
2. Embryologie kan verklaren waar en wanneer aangeboren afwijkingen ontstaan
→ bv. Baby geboren met gespleten lip begrijpen als je embryonale processen begrijpt
3. Kennis van embryologie heeft geleid tot nieuwe fertilisatie technieken: intra-uteriene inseminatie,
in vitro fertilisatie (IVF), intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI),...
4. Therapeutische toepassingen: stamcellen
▪ Embryo bevat stamcellen = cellen die nog tot om het even welk celtype of celorgaan
aanleiding kunnen geven
▪ Het gebruik van stamcellen kent in de toekomst meer toepassingen

STAMCELLEN

= cellen met capaciteit om te differentiëren tot verschillende celtypes in respons tot specifieke
omgevingsfactoren

- Embryonaleweefsels: cellen afkomstig uit embryo zelf
1. Embryonale stamcellen (ES cellen): cellen van de inner mass van de blastula (pluripotent of
totipotent) → kunnen zich tot elk celtype/organel ontwikkelen
2. Primordiale kiemcellen: primordiale (= geslachtsloos) geslachtscellen → vorming zaad- en eicel




1

, - Volwassen weefsels:
1. Adulte stamcellen
Bv. Hematipoietische stamcellen (isoleren uit volwassen weefsel)
• Aanwezig in:
o Beenmerg
o Perifeer bloed
o Navelstrengbloed
→ Latere toepassingen voor transplantaties van HS → voor het
nieuwe beenmerg
2. Induced pluripotent stemcells (IPS cellen): via stamceltechnologie geïnduceerde
stamcellen uit somatische volwassen cellen (zelf cellen maken)
• Elke somatische cel geherprogrameerd worden → IPS
o Bv om spier- of levercel te worden → organen creëeren

INDELING HUMANE ONTWIKKELING**

- Prenatale periode: voor de geboorte
• Foetale of bevruchtingsleeftijd (fertilisation age): 38 weken van conceptie tot geboorte
→ Vanaf bevruchting tot geboorte
• Gynaecologische of zwangerschapsleeftijd (gestational or menstrual age): 40 weken vanaf
eerste dag van laatste menstruatie tot geboorte
- Periodes van prenatale ontwikkeling
• Embryonale periode: eerste 8 weken waarin alle majeure organen aangelegd worden
→ Hier al volledig gevormd embryo, alle organen aangelegd
• Foetale periode: volgende 30 weken waarin organen groeien en complexer worden

 Zwangerschap ingedeeld in 3 trimesters van ongeveer 13 weken: starten vanaf laatste menstruatie

- Embryonale periode
• Fertilisatie tot en met dag 56 (eerste 8 weken) → vanaf dan volledig ontwikkeld embryo
• Aanleg/vorming majeure organen
• 23 stadia volgens Carnegie
- Period of embryonic organogenesis
- Foetale periode:
• Dag 57 tot geboorte
• Week 9-week 38
• Groei van majeure organen
• Toename complexiteit
• Elk orgaan al aangelegd




2

,BESCHRIJVENDE TERMEN: ANATOMISCHE POSITIE *




BESCHRIJVENDE TERMEN

- Proximaal (dichts tov lichaam) vs distaal (verst tov lichaam)
• Ledematen: hand is meest distaal ; bovenarm is meest proximaal
- Afferent (aanvoerend naar lichaam) vs efferent (wegvoerend van lichaam)
• Bloedvaten: naar (vene) en weg van (arterie) het hart
• Zenuwen: sensorisch (aff) en motorisch (eff)
- Proliferatie: vernieuwen door deling
• 2 exacte kopieën maken van moedercel
• Identieke dochtercellen
- Differentiatie: veranderingen die optreden in cellen, leidend tot een specifieke vorm en functie
(toenemende specialisatie)
- “-blast”: cellen die nog niet terminaal gedifferentieerd zijn; progenitor of voorlopercel
- ‘primordium’: eerst herkenbare aanleg voor een later orgaan/weefsel of orgaandeel; bestaat uit
primordiale cellen.
• Op het niveau van het weefsel spreken we van primordium
- Zygote: bevruchte eicel
- Embryo: ontwikkelende mens tot einde week 8 (dus tot dag 56)
- Foetus: ontwikkelende mens vanaf 8 weken
- Conceptus: alle afgeleiden van de zygote, dus embryonaal en extra-embryonaal (deel van placenta,
vruchtvliezen)

GAMETOGENESE*

= ontwikkeling van het spermatozoön (Gr. spermatos, zaad en zoon, dier) en de oöcyte (Gr ovum, ei)

Gameten (Gr gamete, vrouw; gametes, echtgenoot)

Veranderingen met oog op bevruchting:
1. Meiotische of rijpings deling
• Reductie van 46 naar 23 chromosomen




3

, 2. Vormverandering
• Zaadcel verliest cytoplasma en krijgt kop, hals, staart
• Eicel wordt steeds groter met toename cytoplasma

FASEN GAMETOGENESE

1. Ontwikkeling en migratie van primordiale kiemcellen
• Zelfde voor zaadcel en eicel
• Op dat moment dus nog geen differentiatie
2. Toename in aantal kiemcellen door mitose
• Hier wel differentiatie, verschil tussen beiden
3. Reductie chromosomen in meiose
4. Structurele en functionele rijping
• Vormverandering, structuurverandering en rijping

GESLACHTSSPECIFIEKE GAMETOGENESE**


Spermatogenese Oögense


Migratie van de geslachtelijke stamcel Migratie van de geslachtelijke stamcel


Mitose: spermatogoniën Mitose: oögina


Meiose: spermatiden Meiose: oöcyten


Spermiogense: spermatozoïde Oögenese: finale differentiatie


GEMEENSCHAPPELIJKE GAMETOGENESE*

- Primordial kiemcellen (germ cells) (PGCs) of geslachtelijke stamcellen ontwikkelen zich rond de
derde/vierde week in de definitieve dooierzak
- Einde vierde/begin vijfde week migreren PGCs → pimaire dooierzak → aanleiding tot testis en ovaria
waar ze zich ontwikkelen tot oögoniën en spermatogoniën

MEIOSE*

= Reductiedeling of rijpingsdeling

- Bijzondere celdeling bestaande uit Meiose I en Meiose II
- Uniek voor geslachtscellen: diploid germ cells leiden tot haploide gameten
- Kenmerken:
• Leidt tot constant chromosomenaantal tussen de generaties
• Laat willekeurige verdeling van maternele en paternele chromosomen toe over de gameten
• Laat recombinatie van genetisch materiaal toe (via crossing over)
▪ Vader en moeder info uitwisselen → evolutie




4
$9.24
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lararayen

Get to know the seller

Seller avatar
lararayen Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
New on Stuvia
Member since
2 months
Number of followers
0
Documents
5
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions