Revalidatie bij patiënten met chronische veneuze
insufficiëntie en lymfoedeem_college (20% tot punt)
Overzicht
Lymfoedeem komt vaak voor en kan op 2 manieren ontstaan
1. Primair: aangeboren
2. Secundair: aangeworven
a. Kanker
b. Obesitas
c. Post-chirurgie
d. …
Les 1 introductie
Anatomie en fysiologie bloedvatenstelsel en lymfestelsel
Bloedvatenstelsel (veneus vs arterieel) Lymfestelsel = veneus stelsel
Gesloten systeem Open systeem
Veneus Arterieel Systeem met lage druk
Lage druk zal Hoge druk niets Neofiltratie vanuit je bloedcapillairen waardoor
kleppen en nodig om bloed te afvalproducten achterblijven rol van
omliggende spieren transporteren lymfestelsel is om die terug te brengen in je
nodig hebben voor systeem
transport
Anatomie bloedvatenstelsel
Arterieel Veneus
Hoge druk dikkere wand* Lage druk dunne wand (dus ook
*om hoge druk te kunnen weerstaan + niet veel spieren)
bevat dikke spierwand zodat slagaders Ze hebben kleppen zodat het
kunnen pulseren en bloed naar de proximaal bloed niet naar beneden
weefsels kan gaan kan vallen
Anatomie veneus stelsel
We hebben 3 soorten
- Diepe venen : onder spierfascia
- Oppervlakkige venen: boven spierfascia
- Perforanten: verbinden diep en opp met elkaar zorgt ervoor dat bloed van opp nr diep kan
1
,Onderste lidmaat
- Oppervlakkige venen
o Vena safena parva
o Vena safena magna
- Diepe venen
o Vena femoralis
o Vena poplitea
o Diepe kuitvenen
- Perforanten
(zie ppt om goed oefenen waar welk
bloedvat)
Bovenste lidmaat
- Oppervlakkige venen
o V. cephalica
o V. basilica
- Diepe venen
o V. ulnaris
o V. radialis
o V. brachialis
- Perforanten
Fysiologie veneus stelsel
!! om bloed naar boven te krijgen want de kleppen houden het bloed wel tegen maar kunnen het niet
naar boven duwen
Spierpompen nodig hebben en die gaan het bloed naar proximaal duwen (contractie spier –
venen worden dichtgeduwd – bloed naar boven – wordt dan boven gehouden door kleppen)
Als je je venen laat leegduwen door spierpomp en je ontspant spierkomt nadien terug dan wordt
bloed aan van opp systeem diep systeem gaan = stimulatie van circulatie = belangrijk tegen
oedeem
Ademhaling
= belangrijk want er ontstaan drukveranderingen
veneus bloed van de arm richting de romp
flow van de armen beïnvloeden
Vb. inademen P buik ↑ aanzuigkracht ↓
uitademen gaat veneus bloed vanuit venen
worden aangezogen
= flow van de benen beïnvloeden
2
, Anatomie lymfestelsel
= open systeem
Start in de huid transport naar lymfeknopen veneus stelsel
1. Lymfecapillairen (hele fijne lymfevaten) = bestaat uit 1 laag endotheelcellen
a. Uiteinde bevat een filament en als je hieraan trekt ga je 2 endotheelcellen uit elkaar
trekken en zo kan je water en afvalstoffen gaan opnemen in lymfestelsel en VANAF
dan = lymfe
2. Precollectoren
3. Lymfecollectoren (echte lymfevatenà
a. Hebben ook kleppen + ruimte tussen de kleppen = lymfangion*
b. Als ze lymfe opnemen – zwellen – te gezwollen - samentrekken volgende collector
tot ze aan een lymfeknoop komen
4. Lymfeknoop
a. Lymfe gaan filtreren + slechte stoffen afbreken door T-cellen
b. Dunne wand zodat ze afvalstoffen en water kunnen opnemen
5. Opening ductus thoracicus in veneuze junctie lymfe terug in bloedcirculatie
a. Laatste stap terug in het bloed komen om dan uitgeplast te worden
*lymfangion: hebben klepjes en een bijna autonome contractiliteit voor transport lymfe
1. Ductus thoracicus
2. Truncus jungularis sinister
3. Truncus subclavius sinister
4. /
5. /
6. Cisterna chily
7. /
8. Trunci lumbales
9. Truncus lymphaticus dexter
10. /
11. Truncus subclavius dexter
12. Truncus jugularis dexter
13. Vena cava superior
Linker vena subclavia staat in voor een veel groter deel van het
lichaam dan de rechter vena subclavia (blauw)
3
insufficiëntie en lymfoedeem_college (20% tot punt)
Overzicht
Lymfoedeem komt vaak voor en kan op 2 manieren ontstaan
1. Primair: aangeboren
2. Secundair: aangeworven
a. Kanker
b. Obesitas
c. Post-chirurgie
d. …
Les 1 introductie
Anatomie en fysiologie bloedvatenstelsel en lymfestelsel
Bloedvatenstelsel (veneus vs arterieel) Lymfestelsel = veneus stelsel
Gesloten systeem Open systeem
Veneus Arterieel Systeem met lage druk
Lage druk zal Hoge druk niets Neofiltratie vanuit je bloedcapillairen waardoor
kleppen en nodig om bloed te afvalproducten achterblijven rol van
omliggende spieren transporteren lymfestelsel is om die terug te brengen in je
nodig hebben voor systeem
transport
Anatomie bloedvatenstelsel
Arterieel Veneus
Hoge druk dikkere wand* Lage druk dunne wand (dus ook
*om hoge druk te kunnen weerstaan + niet veel spieren)
bevat dikke spierwand zodat slagaders Ze hebben kleppen zodat het
kunnen pulseren en bloed naar de proximaal bloed niet naar beneden
weefsels kan gaan kan vallen
Anatomie veneus stelsel
We hebben 3 soorten
- Diepe venen : onder spierfascia
- Oppervlakkige venen: boven spierfascia
- Perforanten: verbinden diep en opp met elkaar zorgt ervoor dat bloed van opp nr diep kan
1
,Onderste lidmaat
- Oppervlakkige venen
o Vena safena parva
o Vena safena magna
- Diepe venen
o Vena femoralis
o Vena poplitea
o Diepe kuitvenen
- Perforanten
(zie ppt om goed oefenen waar welk
bloedvat)
Bovenste lidmaat
- Oppervlakkige venen
o V. cephalica
o V. basilica
- Diepe venen
o V. ulnaris
o V. radialis
o V. brachialis
- Perforanten
Fysiologie veneus stelsel
!! om bloed naar boven te krijgen want de kleppen houden het bloed wel tegen maar kunnen het niet
naar boven duwen
Spierpompen nodig hebben en die gaan het bloed naar proximaal duwen (contractie spier –
venen worden dichtgeduwd – bloed naar boven – wordt dan boven gehouden door kleppen)
Als je je venen laat leegduwen door spierpomp en je ontspant spierkomt nadien terug dan wordt
bloed aan van opp systeem diep systeem gaan = stimulatie van circulatie = belangrijk tegen
oedeem
Ademhaling
= belangrijk want er ontstaan drukveranderingen
veneus bloed van de arm richting de romp
flow van de armen beïnvloeden
Vb. inademen P buik ↑ aanzuigkracht ↓
uitademen gaat veneus bloed vanuit venen
worden aangezogen
= flow van de benen beïnvloeden
2
, Anatomie lymfestelsel
= open systeem
Start in de huid transport naar lymfeknopen veneus stelsel
1. Lymfecapillairen (hele fijne lymfevaten) = bestaat uit 1 laag endotheelcellen
a. Uiteinde bevat een filament en als je hieraan trekt ga je 2 endotheelcellen uit elkaar
trekken en zo kan je water en afvalstoffen gaan opnemen in lymfestelsel en VANAF
dan = lymfe
2. Precollectoren
3. Lymfecollectoren (echte lymfevatenà
a. Hebben ook kleppen + ruimte tussen de kleppen = lymfangion*
b. Als ze lymfe opnemen – zwellen – te gezwollen - samentrekken volgende collector
tot ze aan een lymfeknoop komen
4. Lymfeknoop
a. Lymfe gaan filtreren + slechte stoffen afbreken door T-cellen
b. Dunne wand zodat ze afvalstoffen en water kunnen opnemen
5. Opening ductus thoracicus in veneuze junctie lymfe terug in bloedcirculatie
a. Laatste stap terug in het bloed komen om dan uitgeplast te worden
*lymfangion: hebben klepjes en een bijna autonome contractiliteit voor transport lymfe
1. Ductus thoracicus
2. Truncus jungularis sinister
3. Truncus subclavius sinister
4. /
5. /
6. Cisterna chily
7. /
8. Trunci lumbales
9. Truncus lymphaticus dexter
10. /
11. Truncus subclavius dexter
12. Truncus jugularis dexter
13. Vena cava superior
Linker vena subclavia staat in voor een veel groter deel van het
lichaam dan de rechter vena subclavia (blauw)
3