Samenvatting cytologie cel II - bloed

Bloed
Bloed, plasma en serum


Samenstelling
Hematocriet = bloedcellen
- Erytrocyten = rode (zuurstof vervoeren)
- Leukocyten = witte (ziekteverwekkers
vechten)
- Thrombocyten = plaatjes (bloedstolling)

Bloedplasma
- Water
- Eiwitten  bij wonde: fibrinogeen slaat neer = klonter
- Immunoglobines  antistoffen

Serum  verkrijg je door stolsel weg te halen
- Vergelijkbaar met plasma, maar geen eiwitten meer


We hebben veel rode bloedcellen tov andere bloedcellen


Rode bloedlichaampjes – erythrocyten


Rode bloedcellen
- geen organellen
- Vol hemoglobine
- Levensduur = 120 dagen




Opmerkingen:
- O2 rijke regio’s  hemoglobine laat CO2 los
CO2 rijke regio’s  hemoglobine laat O2 los

- EPO  hormoon in nier die voorlopercellen in beenmerg stimuleert bij
aanmaak van rode bloedcellen

- Bloedgroepbepaling adhv antigenen A en B

- Reticulocyten  jonge rode bloedcellen die nog rRNA bevatten

- Rouleaux-vorming  vlakke zijden van rode bloedcellen liggen tegen
elkaar in lange rijen



Hemoglobine, O2 en CO2
Veel zuurstof  hemoglobine neemt zuurstof op (=oxyhemoglobine)  geeft
zuurstof af in CO2 rijke weefsels

, C02 kan oplossen in bloedplasma  vervoer naar longen

CO-vergiftiging  CO bindt sterk aan hemoglobine  geen zuurstofbinding


EPO – erytropoëtine
levensduur = 120 dagen + bij lage O2
concentratie

 nieren produceren EPO  zet stamcellen in
beenmerg aan  productie rode bloedcellen


Afbraak rode bloedcellen  in lever




Bloedgroepen




Begrip Betekenis Vor
m
Stippeling RNA-resten

Howell-jolly Rest van kern DNA

Anemie Te weinig bloedcellen
Polyglobuline Te veel bloedcellen
Hypochrome Te kleine hoeveelheid hemoglobine in rode
erythrocyt bloedcel (normochroom en hyperchroom)
Poikilocytose Abnormale vorm van bloed omschrijven
Normaal  schijfvormig met indeuking in het
midden