, Financieel management
Intro
- Belang van Financieel Management: Er zijn twee hoofdredenen voor faillissement:
• Management
• Financiering
- Belangrijkste obstakel vr groei en scale-up:
• Gebrek aan financieringsbron
• 45% van de scale-ups trekt weg uit de EU
Hoofdstuk 1. Financieringslandschap
1.1 NOT ALL THE MONEY IS THE SAME
Friends, fools, families: ik richt een bedrijf op en kijk in mijn directe omgeving. Het gaat over kleine
bedragen (paar tienduizenden euro’s max).
o Gemakkelijk om aan het geld te komen, geen grote problemen.
o Meestal wordt dit gebruikt voor starters.
o In Europa starten ongeveer 60% van alle starters met FFF
o Nadeel: bedragen zijn beperkt & DUMB MONEY (geen begeleiding)
Subsidies: (= publieke fondsen): ‘gratis geld’ voor de onderneming.
o Moet je niet terugbetalen
o Niet altijd eenvoudig te krijgen, voldoen aan bepaalde vw → bureaucratisch
o Ook dumb money
Banken (VV): Nog steeds belangrijkste in volume. Word je sowieso mee geconfronteerd als CFO.
o De banken zijn relatief goedkoop
o MAAR nadeel: ze zijn erg onvoorspelbaar. Stel dat er morgen een probleem is in een
bepaalde sector, dan draaien ze de kredieten terug in die sector.
o Zijn verliefd op garanties
1
,Business angels: = private personen. Deze personen hebben een zeker vermogen en investeren in
bedrijven.
o Ze zijn vlot, niet bureaucratisch
o Hebben kennis van zaken doen (vaak zelf ervaring in runnen van business)
o Nadeel: fondsen relatief beperkt
o Onsystematische investeringspolitiek → agenda niet altijd voorzienbaar
Private equity = formeel risicokapiaal:
o Grote bedragen
o Toegevoegde waarde gemakkelijk te bepalen
o Duidelijke agenda
o Nadeel: relatief traag, moeilijk te verkrijgen en hoge verwachtingen
Wanneer kies je wat?
➔ Kijk welk type geld je nodig hebt, dat bepaalt welke financiering je nodig hebt
2
, 1.2 WELKE ONDERNEMING BEN IK?
Muizen: Klein bedrijfje die altijd klein gaat blijven (bv broodjeszaak om de hoek). Max 10
werknemers ongeveer. In Europa zijn ongeveer 85% van de bedrijven muizen.
= KMO’s of ZZP (zelfstandigen zonder personeel)
→ beperkte financiële middelen en willen banken/subsidies/FFF
Olifanten: grote bedrijven, weinig financieringsbehoefte.
o Ze spelen bijna zelf bankier (bv Apple, Total…)
o Ze zijn een bureaucratie op zich.
o Dus uit standpunt van financiering, zitten ze eigenlijk aan ‘de andere kant’.
o De olifanten financieren soms naar kleinere ondernemingen toe, want ze hebben zelf
geen financiële behoefte = peer-to-peer loans
Vb. Apple
Hebben korte cash conversion cycle (CCC) → weinig financiële behoefte → overvloedig werkkapitaal
→ negatieve interest (geld betalen om geld op de bank te zetten) → oplossing: waar kunnen
we investeren? → vaak geld geven aan kleine ondernemingen (de muizen)
Zombies: Bedrijven die nog leven, maar die eigenlijk failliet verklaard zouden moeten worden.
o Concreet: De operationele winsten zijn onvoldoende om de intresten te betalen, en
dat in een opeenvolgende periode van 3 jaar.
o Deze worden gefinancierd door subsidies (grote bron) en (nog tijdelijk) door banken
→ banken met mortgage (hypotheek) want indien ze de kraan toedraaien komen de
vorderingen vd banken op 0 = “baxter economy”
o Leidt tot oneerlijke concurrentie
o In een land als België werkt 1/7 van de Belgen in een zombiebedrijf.
o 10% van de bedrijven zijn zombies → ‘spookbedrijven’
Gazelles: Bedrijven die snel groeien en VEEL geld nodig hebben (ong 20% groei per jaar)
o Deze gaan in de richting van business angels en private equity
o Ze zijn belangrijk voor de jobcreatie 5% - 80% vd jobcreatie (<-> olifanten zorgen vr job
behoud)
o Deze hebben risicokapitaal hoognodig om te bestaan.
➔ In begin FFF (niet altijd), dan BA en PE, op het einde pas banken (want hebben in begin
geen terugbetalingscapaciteit)
Eenhoorns: Bedrijven die op heel korte termijn een grote waarde hebben → Hebben een waarde
van 1 miljard dollar!
o In begin FFF (niet altijd), dan BA en PE, op het einde pas banken
o Maken gedurende jaren na elkaar verliezen (maar wie betaalt deze verliezen?)
o Ze hebben dus geen payback capacity → toch moeten ze financiering hebben
o Vrij recent fenomeen
Zebra’s: bedrijven die niet denken in wit/zwart, maar wit EN zwart.
o Zijn zowaar de bedrijven van de toekomst.
o Willen niet enkel profit maar ook denken aan people & planet → msp verantwoord
ondernemen
o Denk aan de drie P’s: People, Profit, Planet is belangrijk!
3
Intro
- Belang van Financieel Management: Er zijn twee hoofdredenen voor faillissement:
• Management
• Financiering
- Belangrijkste obstakel vr groei en scale-up:
• Gebrek aan financieringsbron
• 45% van de scale-ups trekt weg uit de EU
Hoofdstuk 1. Financieringslandschap
1.1 NOT ALL THE MONEY IS THE SAME
Friends, fools, families: ik richt een bedrijf op en kijk in mijn directe omgeving. Het gaat over kleine
bedragen (paar tienduizenden euro’s max).
o Gemakkelijk om aan het geld te komen, geen grote problemen.
o Meestal wordt dit gebruikt voor starters.
o In Europa starten ongeveer 60% van alle starters met FFF
o Nadeel: bedragen zijn beperkt & DUMB MONEY (geen begeleiding)
Subsidies: (= publieke fondsen): ‘gratis geld’ voor de onderneming.
o Moet je niet terugbetalen
o Niet altijd eenvoudig te krijgen, voldoen aan bepaalde vw → bureaucratisch
o Ook dumb money
Banken (VV): Nog steeds belangrijkste in volume. Word je sowieso mee geconfronteerd als CFO.
o De banken zijn relatief goedkoop
o MAAR nadeel: ze zijn erg onvoorspelbaar. Stel dat er morgen een probleem is in een
bepaalde sector, dan draaien ze de kredieten terug in die sector.
o Zijn verliefd op garanties
1
,Business angels: = private personen. Deze personen hebben een zeker vermogen en investeren in
bedrijven.
o Ze zijn vlot, niet bureaucratisch
o Hebben kennis van zaken doen (vaak zelf ervaring in runnen van business)
o Nadeel: fondsen relatief beperkt
o Onsystematische investeringspolitiek → agenda niet altijd voorzienbaar
Private equity = formeel risicokapiaal:
o Grote bedragen
o Toegevoegde waarde gemakkelijk te bepalen
o Duidelijke agenda
o Nadeel: relatief traag, moeilijk te verkrijgen en hoge verwachtingen
Wanneer kies je wat?
➔ Kijk welk type geld je nodig hebt, dat bepaalt welke financiering je nodig hebt
2
, 1.2 WELKE ONDERNEMING BEN IK?
Muizen: Klein bedrijfje die altijd klein gaat blijven (bv broodjeszaak om de hoek). Max 10
werknemers ongeveer. In Europa zijn ongeveer 85% van de bedrijven muizen.
= KMO’s of ZZP (zelfstandigen zonder personeel)
→ beperkte financiële middelen en willen banken/subsidies/FFF
Olifanten: grote bedrijven, weinig financieringsbehoefte.
o Ze spelen bijna zelf bankier (bv Apple, Total…)
o Ze zijn een bureaucratie op zich.
o Dus uit standpunt van financiering, zitten ze eigenlijk aan ‘de andere kant’.
o De olifanten financieren soms naar kleinere ondernemingen toe, want ze hebben zelf
geen financiële behoefte = peer-to-peer loans
Vb. Apple
Hebben korte cash conversion cycle (CCC) → weinig financiële behoefte → overvloedig werkkapitaal
→ negatieve interest (geld betalen om geld op de bank te zetten) → oplossing: waar kunnen
we investeren? → vaak geld geven aan kleine ondernemingen (de muizen)
Zombies: Bedrijven die nog leven, maar die eigenlijk failliet verklaard zouden moeten worden.
o Concreet: De operationele winsten zijn onvoldoende om de intresten te betalen, en
dat in een opeenvolgende periode van 3 jaar.
o Deze worden gefinancierd door subsidies (grote bron) en (nog tijdelijk) door banken
→ banken met mortgage (hypotheek) want indien ze de kraan toedraaien komen de
vorderingen vd banken op 0 = “baxter economy”
o Leidt tot oneerlijke concurrentie
o In een land als België werkt 1/7 van de Belgen in een zombiebedrijf.
o 10% van de bedrijven zijn zombies → ‘spookbedrijven’
Gazelles: Bedrijven die snel groeien en VEEL geld nodig hebben (ong 20% groei per jaar)
o Deze gaan in de richting van business angels en private equity
o Ze zijn belangrijk voor de jobcreatie 5% - 80% vd jobcreatie (<-> olifanten zorgen vr job
behoud)
o Deze hebben risicokapitaal hoognodig om te bestaan.
➔ In begin FFF (niet altijd), dan BA en PE, op het einde pas banken (want hebben in begin
geen terugbetalingscapaciteit)
Eenhoorns: Bedrijven die op heel korte termijn een grote waarde hebben → Hebben een waarde
van 1 miljard dollar!
o In begin FFF (niet altijd), dan BA en PE, op het einde pas banken
o Maken gedurende jaren na elkaar verliezen (maar wie betaalt deze verliezen?)
o Ze hebben dus geen payback capacity → toch moeten ze financiering hebben
o Vrij recent fenomeen
Zebra’s: bedrijven die niet denken in wit/zwart, maar wit EN zwart.
o Zijn zowaar de bedrijven van de toekomst.
o Willen niet enkel profit maar ook denken aan people & planet → msp verantwoord
ondernemen
o Denk aan de drie P’s: People, Profit, Planet is belangrijk!
3