ALGEMENE INFORMATIE
Verantwoordelijke vakgroep
History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics
Onderwijsteam
Prof. dr. Ralf Vandam & Prof. dr. Soetkin Vervust
Onderdelen en contacturen
20 contacturen Hoorcollege
10 contacturen Werkvormen en Praktische Oef.
Inhoud
Om de lessen te ondersteunen worden excursies georganiseerd naar het Zoniënwoud en Landschap De
Liereman in de Kempen. De exacte data wordt gecommuniceerd tijdens het academiejaar.
Leerresultaten
Disciplinespecifieke competent
• De studenten hebben inzicht in de concepten landschapsbiografie en gelaagdheid in het
landschap.
• De studenten hebben inzicht in de belangrijkste bronnen voor de studie van het historische
landschap.
• De studenten kunnen zelf een landschapsbiografie maken en de nodige bronnen en methoden
hanteren.
• De studenten begrijpen de historische landschappelijke problematieken van de belangrijkste
landschapstypes.
• De studenten kunnen kritisch omgaan met problematieken van erfgoedlandschappen en met de
historische achtergronden van ecologische problematieken
Aanvullende info mbt evaluatie
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
- 70% Schriftelijk examen bepaalt van het eindcijfer.
- 30% Groepspresentatie en paper over de ontwikkeling het landschap van het woondorp
*De studenten maken een groepspaper (2500-3000 woorden) omtrent de ontwikkeling van het landschap
van een gebied tussen de situatie zichtbaar op de Ferrariskaart en het heden. Dit betekent dat de situatie
zoals afgeleid kan worden op de Ferrariskaart ook geduid dient te worden. Het onderzoek gebeurt aan de
hand van de beschikbare kaarten en bronnen (topografische kaarten, bodemkaart, DHM, Ferrariskaart,
kaart van het gereduceerd kadaster, verklaring van de plaatsnaam, geschreven bronnen, literatuur).
Hierbij wordt er gelet op de ontwikkeling van de nederzettingen, de veldsystemen, de symbolische
plaatsen, de verbindingen en het landgebruik.
- Het niet-indienen van de paper in Zelf-deel leidt tot een Afwezig als resultaatcode.
- De paper telt voor 75% mee van het zelfstudiecijfer; de tussentijdse presentatie van de paper voor
25%.
1
,Landschap & ecologie in historisch perspectief
• De resultaten van de ZELF-beoordeling kunnen worden overgedragen naar de volgende
examenperiode en/of jaar, als er een voldoende is gehaald.
• In geval van afwezigheid tijdens de excursies zal een alternatieve opdracht worden gegeven
2
,Landschap & ecologie in historisch perspectief
LES 1: Landschapsbiografie
Inleidende begrippen
De perceptie van ‘een landschap’ is subjectief en cultureel beladen:
• Landschap: hedendaags geen natuurlandschappen meer→ alle landschappen zijn
cultuurlandschappen (antropomorf aangepast)
• Interpretatie op basis van culturele en historische contexten ("landscape as a way of seeing").
• Verschillende functies en voorkeuren voor landschappen, afhankelijk van behoeften zoals wonen,
verdediging, landbouw, pastoralisme (veeherders) en begrafenisrituelen.
-bv. Romeinen zetten geen villa’s in berggebieden
-bv. Burchten of kastelen worden hogerop gebouwd
• Perceptie is subjectief en emotioneel geladen, wat de manier beïnvloedt waarop mensen een
landschap waarnemen en gebruiken.
Etymologie
< Middelnederlandse begrip lantscap (Dui Landschaft, Eng. lantskip)
=verzamelterm voor een gebied (territorium), met eigen inrichting door de mensen volgens de in dat
gebied en in die samenleving geldende zeden en gewoonten
*uit de kunst (esthetisch)
*15de-16de -eeuwse schilderkunst in lage landen: realiteitsgetrouwe afbeelding land of natuurlijke scene
(daarvoor niet echt van belang) !!MAAR Minachting door Michelangelo
*Pieter Bruegel de Oude – 16de eeuw
°Mens ondergeschikt -> landschap op de voorgrond
°Dagdagelijks leven? NEEN, eerder Taskscapes (= bijzondere culturele verwachte rituelen zoals
oogst= veronderstelt te doen =normatief beeld)
°Reconstructie: hoe moet de mens zich gedragen
°Hangt vaak op belangrijke community en handelsplaatsen
*Nu: veel verschillende connotaties
Dus: Landschap= een complex dynamisch begrip, verschillende betekenissen/nadrukken en
veranderingen doorheen de tijd
→GEVOLG: verschillende manier om het te bestuderen
3
,Landschap & ecologie in historisch perspectief
Landschap ... een huidige definitie
=Landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mensen, waarvan het karakter het resultaat is van
de actie en de interactie tussen natuurlijke en menselijke factoren (European Landscape Convention)
- Natuurlijke, economische, en sociale factoren zijn essentieel
- Dynamisch - Historisch!
Natuurlijke component
-Geomorfologische processen=natuurlijke component in landschap
-Sinds 19de eeuw relatie mens en omgeving een belangrijk thema binnen geografie
→FOUT BIOLOGEN: Environmental determinism is de theorie dat de fysieke omgeving, zoals klimaat en
geografie, een doorslaggevende invloed heeft op de ontwikkeling van culturen en samenlevingen. Volgens
deze opvatting bepalen natuurlijke omstandigheden grotendeels het gedrag, de economie en de sociale
structuren van mensen.
→MEEST WSS THEORIE: Handelen van mens werd bepaald door natuurlijke omstandigheden
(environmental determinisme evenals de natuurlijk omstndigheden door de mens aangepast werden
(fysisch determinisme)
=wisselwerking tussen mens en omgeving
Bv. verschillen in reliëf en bodemgesteldheid hebben invloed op
ecologie, menselijke activiteiten, nederzettingslocaties, mobiliteit...
*komgronden: veel vocht → wilgen
*Out of Africa:
-Topografie & geomorfologie: Analyse van natuurlijke routes,
zoals valleien, kustlijnen en begaanbare landschappen.
-Archeologische & genetische vondsten: Fossielen, werktuigen
en DNA-sporen bevestigen de aanwezigheid en verspreiding van
vroege mensen.
→Belangrijke migratieroutes:
Via de Sinaï: Noordelijke route, vanuit Oost-Afrika via de
Nijlvallei en de Sinaï naar het Midden-Oosten en verder Eurazië.
Via de Ethiopische kust: Zuidelijke route, van het Ethiopisch
berggebied langs de Rode Zee-kust richting Azië.
*Sagalassos, Turkije: Klassieke site gelegen op 1600 m in het
W. Taurusgebergte
-Toegang tot water & vruchtbare gronden – Nabijgelegen
bronnen en vruchtbare valleien met
kleien en mineralen ondersteunden landbouw en
levensonderhoud.
Economische component
Veranderingen in het landschap door economische factoren:
-Sociaal-agrosystemen: Van zelfvoorzienende landbouw naar commerciële productie (winstgericht).
-Bevolkingsdruk: Meer mensen → intensiever landgebruik, verkorten van braakperiodes.
-Landbouwproductie: Uitbreiding landbouwzones, specialisatie in gewassen/veeteelt.
-Migratie: Nieuwe landbouwtechnieken, ontwrichting bestaande structuren.
Modelmatige benadering (New Geography):
Weg van beschrijvende analyse → focus op verklarende modellen en theorieën.
Deductieve methode: Start vanuit hypothese/theorie → ontwikkeling model → testen aan landschap
Sociale factoren
Landschap en Bewuste Vormgeving
-Landschap beïnvloed door menselijke ingrepen
-Postmodernistische benadering: perceptie en context
-Individuele en subjectieve ervaring
Ervaringen en Identiteit
-Space (objectieve ruimte) vs. Place (subjectieve beleving)
4
,Landschap & ecologie in historisch perspectief
-Emoties, herinneringen en identiteit
-Conflicterende visies mogelijk
Landschap als Esthetisch en Cognitief Gegeven
-Visuele waarneming (standplaats, gezichtsveld)
-Esthetische belevenis → identiteit en gevoel
-Subjectief beladen → persoonlijk landschapsverhaal
-Politieke lading → vb. WO I propaganda
Landschap als Sociale Constructie
Voorbeeld: Cyprus: N-Cyprus= Turkse deel (geprojecteerd op de bergen)
Voorbeeld: Sierra Morena (Spanje)
o 388 archeologische sites + 113 megalithische monumenten
o Doel: nederzettings- en mobiliteitspatronen begrijpen
o Hypothese: megalieten = navigatiemarkers
Methode
o Kortste-pad-analyse → natuurlijke bewegingsroutes
o Viewshed-analyse → zichtbaarheid monumenten
Resultaten
o Monumenten op strategische locaties
o Oriëntatiepunten + symbolische/sociale rol
Landschapsfenomenologie
Onderzoek naar menselijke ervaring van landschap
Zichtbaarheid = perceptuele handeling
Voorbeeld: Tilley (1994)
o Onderzoek naar zichtbaarheid monumenten langs lineair aardwerk (Dorset)
o Fotograferen en beschrijven van visuele relaties
Dynamisch
Statische Representatie vs. Dynamische Realiteit
Verandering en Lokale Geschiedenis
• Landschap is het resultaat van continue veranderingen
• Lokale geschiedenis essentieel om transformaties te begrijpen
Tijdelijkheid van Landschappen
• Perceptie sterk beïnvloed door tijdelijke en cyclische factoren
• Voorbeelden:
o Korte events → daglicht, weer, menselijke activiteit
o Cyclische veranderingen → seizoenen, vegetatie, dieren
Bv.
-krotiri, Thera (Santorini) – ca. 1600 v.Chr. → impact van menselijke en natuurlijke processen
-Turkije → invloed van menselijk handelen op landscha
Historisch component
Landschap als een palimpsest? Van de oude tekst blijven vaak sporen aanwezig op perkament ...
= idem met het landschap
M.a.w. het landschap lezen: een bron van het verleden
!!!Let op het kan op verschillende manieren gelezen worden
Het landschap als historische bron
• Landschappen zijn dragers van erfgoed en bieden inzicht in het verleden.
• De manier waarop mensen hun omgeving gebruikten en organiseerden, laat zichtbare sporen na.
• Verschillende perspectieven en interpretaties mogelijk.
Bv.
5
,Landschap & ecologie in historisch perspectief
Koloniën van Weldadigheid → UNESCO Werelderfgoed (2021).
Delen van het Zoniënwoud → opgenomen in UNESCO Werelderfgoed (2017).
Kolisbos (Limburgse Kempen) → voorbeeld van landschappelijke erfgoedwaarde.
Nieuwe benaderingen: Landschapsbiografie & materiële cultuur
• Overgenomen van antropologie en postprocessuele archeologie
• Eerste in 1979: Samuel’s “The biography of landscape”
De studie van landschap is geëvolueerd van pure beschrijving naar een dynamisch en interdisciplinair
perspectief:
-Dynamisch karakter
-Interactie tussen mens en omgeving
-Lange termijn visie
-Holistisch en multidisciplinaire→ samenwerking tussen archeologie, ecologie, geschiedenis, etc.
Retrogressieve Reconstructie
Een methode om landschappen te ‘lezen’ en hun geschiedenis te reconstrueren:
→Van het best gekende naar het minder gekende
→Van het actuele naar het oude landschap
ONDERZOEKSVRAGEN
→Welke elementen en patronen ontstaan wanneer, in welke ecologische en historische context en in welke vorm =>
morfogenese?
→ Welke elementen en patronen leven door en in welke ecologische en historische context en in welke vorm => transmissie
en transformatie?
→ Welke patronen worden fossiel en zijn er aanwijzingen van het (grotendeels) verdwijnen van elementen en patronen?
→ Door welke oriëntatiepunten kan men zich sociaal, politiek, religieus, cultureel ... oriënteren in het landschap?
→ Welke wegen verbinden welke plaatsen? Welke plaatsen werden intensief verbonden met het globale landschap en welke
plaatsen werden selectief verbonden met andere plaatsen? Welke plaatsen vielen buiten de gangbare en grote
verbindingen ...?
→ Zijn er uit de dynamische landschapsmorfologie aanwijzingen af te leiden dat bepaalde materiële elementen bewust
aangepast en verwijderd (afgebroken) werden omdat ze in conflict waren met de evoluerende sociale praktijk?
De lagen in het landschap
• Toegevoegde elementen → nieuwe infrastructuur, landbouwgronden, wegen.
• Verdwenen elementen → oude structuren of paden die niet meer gebruikt worden.
• Fossiele elementen → onderdelen zonder functie die nog steeds zichtbaar zijn.
*het verwijderen van fossiele elementen zorgt vaak voor littekens in het landschap, Syracuse, Griekse
Kolonie Sicilië, 112 ton kalksteen (steenmijn voor bv. Chinese groothandel)
• Doorlevende elementen → oudere elementen die nog steeds in gebruik zijn, soms met een andere
functie.
Bv.
Fossiele elementen → blijven fysiek aanwezig, maar zonder functie:
-Middeleeuwse handelsweg Brugge-Calais → nu slechts een spoor in het landschap.
-Fossiele akkerbedden (ridge and furrow) → zichtbaar maar niet meer in gebruik.
Doorlevende elementen → behouden een functie, vaak in aangepaste vorm:
-Holle wegen → geërodeerde paden uit de Romeinse of Middeleeuwse periode → nu wandel- en fietspaden.
-Historische gebouwen → krijgen een nieuwe invulling (bv. Gent, Groot Vleeshuis; Buffalo, NY,
railwaystation-> nu filmset; Sint-JozefsKerk Leuven,…).
Landschap als Materiële Cultuur
Landschappen zijn meer dan enkel geografische kenmerken; ze zijn het resultaat van sociale, politieke en
economische processen doorheen de tijd.
6
,Landschap & ecologie in historisch perspectief
LES 2: Bronnen voor landschapsonderzoek
1. fysisch geografische kenmerken
2. Topografie
*luchtbeelden
*LiDAR
*topografische kaarten
3. Perceelstructuur
*kadasterkaarten
*landbroeken
4. KLE & Infrastructuur
Fysisch geografische kenmerken
- Geologisch substraat
- Bodemgesteldheid
- Geomorfologie (vorm vh landschap → klimaat, wind, rivier, zee, vulkanisme, ...)
- Water (oppervlaktewater, grondwater)
BRON: Geopunt
→Natuur en milieu / Geologie / o.a. Quartair geologische kaart, Tertiair geologische kaart, allerlei Grondwaterkaarten
→Natuur en milieu / Bodem / Bodemkaart: bodemtypes →BIJ BODEMTYPE KAN JE KLIKKEN OP TOELICHTINGSBOEKJE!!
→Natuur en milieu / Landschap / Traditionele landschappen (regionale indeling van de historisch gegroeide cultuurlandschappen
obv natuurlijke en culturele kenm.)
BRON: Archeologie
-Centrale Archeologische Inventaris
-Bibliotheek en Geoportaal Agentschap Onroerend Erfgoed
(archeologienota’s, nota’s en eindverslagen)
Bv. Kustregio: Kempen:
-donkere grond= organisch materiaal -lichte zandgronden bovenop
->nu: turf/veen -wel ontwikkelde bodem onderaan
-> veenbankje blijft over, alle zijstreken ontgonnen ->? Aangepaste landbouw etc…
→menselijke ingrepen: brandstofbron
→nieuwe binnenstroom zee= heropvuling rondom het veenbankje
Dit is geen water=
donkerdere ondergrond
Topografie
Drie opties -Luchtfoto’s
-LiDARdata
-Topografische kaarten
Bv. kleine voorbeeldstudie Lelle
7
,Landschap & ecologie in historisch perspectief
• Luchtbeelden
-Bing (recent)
-Google Earth (recent+ ook met tijdlijn)
-Geopunt (’70-recent)
-Cartesius (ouder dan ’70-> rijkarchief)
*Brussel specifiek: Hemels Brussel/Bruciel
-Geoportaal Onroerend Erfgoed <lagen: luchtfoto’s UGent (‘70’s -> beperkt beschikbaar)
• LiDAR-data
=Light Detection And Ranging:
Technologie die de afstand tot een object of oppervlak bepaalt door middel van laserpulsen
*Cm-nauwkeurigheid
*Werkt ook bij bewolking en ‘s nachts
*Laat toe onderscheid te maken tussen maaiveld (DTM), vegetatie en gebouwen (DSM)
→Voor opsporen van archeologische relicten en karteren van geomorfologie
Bv. Postel
→Heuvels/ opheffingen: grafheuvels
bronstijd
→Rasterpatroon: landbouwpercelen
ijzertijd
bv. Lelle
→Ovaal zichtbaar op de
luchtfoto’s met bos rond is ook
zichtbaar in het reliëf= kleine
plateau met steilere rand
→Hogere rechthoek links=
ophoping van uitgravingen voor de
Brusselse metro
Geopunt > Hoogte
• Digitaal terreinmodel 1m = DTM = maaiveld
→ download aparte kaartbladen
• Digitaal oppervlaktemodel 1m = DSM = gebouwen en vegetatie
• Hillshades, Skyview factor = beeldmanipulaties om reliëf beter zichtbaar te maken
→indien niet genoeg resolutie
EODAS (Earth Observation Data Science) Open LiDAR applicatie
Download LiDAR puntenwolken als LAZ-bestande
• Topografische kaarten
!!Een kaart is altijd een subjectieve weergave van de werkelijkheid
→Doel en context van de kaart (doel, opdrachtgreven, doelpubliek)
Bv. -Militaire survey vs. kadastraal plan
-Kaart voor een select publiek vs. kaart vrij in de handel verkrijgbaar
-Uitgave door een private uitgeverij vs. door de staat
→Makers van de kaart (door wie, expertise, specialisaties, lokaal of buitenlands, hoeveel personen en
hoeveel tijd)
→Verzameling van cartografische informatie (hoe, wanner, origineel of kopie, gebruikte technieken)
→Eindresultaat en vormgeving (geproduceerde kaarten en vormgeving)
8
,Landschap & ecologie in historisch perspectief
Nationaal Geografisch Instituut
Topografische kaart op verschillende schalen raadpleegbaar, afhankelijk van zoomniveau
(1:10.000, 1:25.000, 1:50.000, 1:100.000, 1:250.000)
Historisch: Voorlopers NGI
• DdlG (Dépôt de la Guerre – Krijgsdepot) 1831-1878
• MCI (Militair Cartografisch Instituut) 1878-1947
• MGI (Militair Geografisch Instituut) 1947-1976
Cartesius <MyCartesius <kaart <kaartlagen toevoegen
(door NGI al toegevoegd)
→rechtgetrokken kanaal
Historische kaartreeksen
-18e-19e eeuw (pré-NGI) via Geopunt / historische kaarten
1704-1712 1745-1748 1770-1778 1843-1845 1846-1854
Fricx Villaret Ferraris Atlas der buurtwegen Vandermaelen
Reis terug door de tijd
Philippe Vandermaelen
=Private uitgever, oprichter van Etablissement Géographique de Bruxelles in 1830
-1e cartograaf die in het onafhankelijke BE een gebiedsdekkende topografische kartering uitvoert
*250 kb / 1:20.-1854
*Gedrukte kaart in zwart-wit
*Wegennet, spoorwegennet en bewoning in detail weergegeven (steunend op kadaster); landgebruik zeer
algemeen
*Reliëf gesuggereerd door schrapjes op hellingen
9
, Landschap & ecologie in historisch perspectief
Atlas der Buurtwegen i.o.v. overheid
*2538 kb / 1:10.-1845
*Obv gemeentelijke inventarisatie van openbare en private wegen
*Geen landgebruik
Ferrariskaarten
→Oostenrijkse Nederlanden & Prinsbisdom Luik: in opdracht van Habsburgse regering
*Machtstrijd midden 18e eeuw: Maria Theresia was de opvolgster keizerin, andere machthebber
willen hiervan profiteren (want “vrouwen zijn zwakke machthebbers”) door delen van het rijk
proberen in te nemen: gevolg? Zware gebiedsverliezen + Oostenrijkse rijk ontdekt dat ze zichzelf
niet goed kunnen verdedigen omdat ze hun rijk niet helemaal kennen (grenzen, verdegingsposities
etc..)
→Josephinische Landesaufnahme (landopname=kartering): vernoemd naar de zoon van de toenmalige
keizerin (Josoph)
→wie? Artilleriekorps Oostenrijkse Nederlands olv. directeur-generaal graaf de Ferraris
*niet opgeleerde cartografen, want die waren op dat moment bezig met onderhandelingen en
vastleggen van nieuwe grens met Frankzijk
*Korps kreeg kleine opleiding en Zoniënwoud als proefproject
→Resultaat? 2 kaarten
Carte de Cabinet Carte Marchande
-grotere schaal, 1:11.520 -kleinere schaal, 1:86.400
-handgetekend & ingekleurd -afgeleid/ kopie van Carte de Cabinet
-3 exemplaren -verkocht voor publiek gebruik
→meest naar verwezen voor onze proefwerken (op initiatief van Ferraris om eigen kosten terug te
winnen)
Geopunt Mapire Mapire
WalOnMap
→Hoe gemaakt?
-Militair & bestuurlijk doel => gedetailleerde weergave van alle topografische elementen die vanuit dat
perspectief interessant kunnen zijn
-Eenvoudige karteermethode (compilatie van 2.700 planchetten) [ad hoc: geen astronomie]
*driehoeksmeetkunde zonder berekeningen en op het zicht:
Vaak aaneenplakken planchetten: meeste fouten op planchet-
grenzen
-Zeer groot team medewerkers (97 → 178 artill)
-Beperkingen in tijd en budget
-Soms tegenkanting van lokale besturen
(! Limburg- behoorde eerst niet tot de Oostenrijkste Nederlanden,
maar Prinsbisdom Luik)
10