ANATOMIE: HOOFDSTUK 14 – BLOEDCIRCULATIE
1. Enkelvoudige en dubbele bloedsomloop
Cardiovasculaire systeem: Het geheel van hart en bloedvaten.
1. De slagaders voeren het bloed van hart de weefsels, waar in de haarvaten uitwisseling van
stoffen plaats vindt tussen het bloed en de weefsels
2. De aders verzamelen het bloed opnieuw en voeren het terug naar het hart
Enkelvoudige bloedsomloop: Bloedsomloop waar zowel zuurstof wordt opgehaald in de kieuwen als
verdeeld wordt over het lichaam.
1. Hart ontvangt bloedsomarm bloed uit alle delen van lichaam in de voorkamer
2. Een gespierde ventrikel stuurt opnieuw het bloed over het hele lichaam
3. Via de ventrale aorta bereikt zuurstofarm bloed de kieuwboogarteriën. Hier wordt het bloed
geoxideerd
4. Zuurstof rijk bloed wordt verzameld in de dorsale aorta om verdeeld te worden in lichaam
Voorbeeld: Vissen
Dubbele bloedsomloop: Bloedsomloop met een aparte lichaamscirculatie, waarbij het hart
onderverdeeld is in een linker- en een rechtergedeelte. Het bloed wordt
telkens beide circulaties volgen
1. Een sterke gespierde linkerventrikel stuwt zuurstofrijk bloed via de aorta naar delen van het
lichaam
2. Het terugkerende, zuurstofarme bloed wordt opgevangen door het rechteratrium om naar
rechterventrikel te gaan
3. Het rechterventrikel stuurt het bloed onder een lage druk via de longslagader naar de longen
4. In de longen wordt er aan het bloed terug zuurstof toegevoegd, waardoor het bloed weer
vervolgens naar het linkeratrium kan gaan
Voorbeeld: Zoogdieren & vogels
Waarom kunnen deze dieren geen enkelvoudige bloedsomloop gebruiken?
* Veel druk nodig om bloed doorheen hele lichaam te sturen → anders Longcapillairen lekken
* Kieuwen ondervinden dit niet aangezien ze opgahangen zijn in water (water denser dan lucht)
* Oplossing → Aparte lichaamscirculatie onder hoge druk & longcirculatie lage druk (dubbele
bloedsomloop)
Onvolledige dubbele bloedsomloop: Een dubbele circulatie die niet volledig gescheiden van elkaar
is, waardoor vermenging van zuurstofrijk en zuurstofarm bloed
mogelijk is
Voorbeeld: Reptielen, amfibiën & longvissen
1
, 2. Bloedvaten
A. ARTERIËN
> slagader = arteriae
> voeren bloed van hart weefsel
> vertakken verder tot arteriolen & capillairen (haarvaten)
> hebben typische dikke en elastische band. om pulserende druk op te vangen
* stevigheid van deze band: gladde spiervezel + elastinevezels
* gele kleur
> bloedvaten kleiner wanddikte neemt af + lummen neemt af
B. CAPILLAIREN
> Haarvaten = capillairen
> verbinding tussen de slagaders en de aders
> komen voor op gans lichaam, waar zij anastomoserende netwerken vormen
* behalve in epitheel, hyalien kraakbeen, dentine, cornea, lens & hartkleppen
> Zorgen voor uitwisseling van stoffen tussen het bloed en intercellulaire vocht
C. VENEN
> Aders = venae
> voeren bloed van weefsel hart
> wijd lummen + relatief dunne wand
> kleur: donkerblauw
> venekleppen: Deze zijn naar het hart gericht + kunnen lummen volledig sluiten, verzekeren
zij een naar het hart gerichte bloedsomstroom
D. BIJZONDERE VAATCONSTRUCTIES
d1. collateraalcirculatie VS eindcirculatie
Collateraalcirculatie
* Bepaald gebied ontvangt bloed langs verscheidene slagaders die onderling verbonden zijn door
anastomosen
* Door collaterale takken blijft Bloedvoorziening naar ruimere gebied verzekerd indien
bepaalde tak uitschakelt
Eindcirculatie
* Eindarteriën (terminale arteriën) → Uitschakeling van eindarteriën wordt gans gebied van bloed
beroofd
>> Gevolg → Erge atrofieletsels (ischemisch infarct)
* komen voor in: Hersenschors, hart, netvlies, milt & nier
d2. Arterioveneuze anastomosen
* Shunts: zorgen dat bloed rechtsreeks overstromen zonder door haarvatennet te komen
>> deze verbindingen zitten tussen arteriolen en kleine aders ( venulen)
* voorkomen van anstomosen: huid + uiteinden ledematen (nagelbed)
* vasculaire sfincters bepalen of capillairen bed shunt bevloeit
* Kunnen doorstromingsgebied van orgaan regelen + temperatuur van orgaan vermeerderen
2
1. Enkelvoudige en dubbele bloedsomloop
Cardiovasculaire systeem: Het geheel van hart en bloedvaten.
1. De slagaders voeren het bloed van hart de weefsels, waar in de haarvaten uitwisseling van
stoffen plaats vindt tussen het bloed en de weefsels
2. De aders verzamelen het bloed opnieuw en voeren het terug naar het hart
Enkelvoudige bloedsomloop: Bloedsomloop waar zowel zuurstof wordt opgehaald in de kieuwen als
verdeeld wordt over het lichaam.
1. Hart ontvangt bloedsomarm bloed uit alle delen van lichaam in de voorkamer
2. Een gespierde ventrikel stuurt opnieuw het bloed over het hele lichaam
3. Via de ventrale aorta bereikt zuurstofarm bloed de kieuwboogarteriën. Hier wordt het bloed
geoxideerd
4. Zuurstof rijk bloed wordt verzameld in de dorsale aorta om verdeeld te worden in lichaam
Voorbeeld: Vissen
Dubbele bloedsomloop: Bloedsomloop met een aparte lichaamscirculatie, waarbij het hart
onderverdeeld is in een linker- en een rechtergedeelte. Het bloed wordt
telkens beide circulaties volgen
1. Een sterke gespierde linkerventrikel stuwt zuurstofrijk bloed via de aorta naar delen van het
lichaam
2. Het terugkerende, zuurstofarme bloed wordt opgevangen door het rechteratrium om naar
rechterventrikel te gaan
3. Het rechterventrikel stuurt het bloed onder een lage druk via de longslagader naar de longen
4. In de longen wordt er aan het bloed terug zuurstof toegevoegd, waardoor het bloed weer
vervolgens naar het linkeratrium kan gaan
Voorbeeld: Zoogdieren & vogels
Waarom kunnen deze dieren geen enkelvoudige bloedsomloop gebruiken?
* Veel druk nodig om bloed doorheen hele lichaam te sturen → anders Longcapillairen lekken
* Kieuwen ondervinden dit niet aangezien ze opgahangen zijn in water (water denser dan lucht)
* Oplossing → Aparte lichaamscirculatie onder hoge druk & longcirculatie lage druk (dubbele
bloedsomloop)
Onvolledige dubbele bloedsomloop: Een dubbele circulatie die niet volledig gescheiden van elkaar
is, waardoor vermenging van zuurstofrijk en zuurstofarm bloed
mogelijk is
Voorbeeld: Reptielen, amfibiën & longvissen
1
, 2. Bloedvaten
A. ARTERIËN
> slagader = arteriae
> voeren bloed van hart weefsel
> vertakken verder tot arteriolen & capillairen (haarvaten)
> hebben typische dikke en elastische band. om pulserende druk op te vangen
* stevigheid van deze band: gladde spiervezel + elastinevezels
* gele kleur
> bloedvaten kleiner wanddikte neemt af + lummen neemt af
B. CAPILLAIREN
> Haarvaten = capillairen
> verbinding tussen de slagaders en de aders
> komen voor op gans lichaam, waar zij anastomoserende netwerken vormen
* behalve in epitheel, hyalien kraakbeen, dentine, cornea, lens & hartkleppen
> Zorgen voor uitwisseling van stoffen tussen het bloed en intercellulaire vocht
C. VENEN
> Aders = venae
> voeren bloed van weefsel hart
> wijd lummen + relatief dunne wand
> kleur: donkerblauw
> venekleppen: Deze zijn naar het hart gericht + kunnen lummen volledig sluiten, verzekeren
zij een naar het hart gerichte bloedsomstroom
D. BIJZONDERE VAATCONSTRUCTIES
d1. collateraalcirculatie VS eindcirculatie
Collateraalcirculatie
* Bepaald gebied ontvangt bloed langs verscheidene slagaders die onderling verbonden zijn door
anastomosen
* Door collaterale takken blijft Bloedvoorziening naar ruimere gebied verzekerd indien
bepaalde tak uitschakelt
Eindcirculatie
* Eindarteriën (terminale arteriën) → Uitschakeling van eindarteriën wordt gans gebied van bloed
beroofd
>> Gevolg → Erge atrofieletsels (ischemisch infarct)
* komen voor in: Hersenschors, hart, netvlies, milt & nier
d2. Arterioveneuze anastomosen
* Shunts: zorgen dat bloed rechtsreeks overstromen zonder door haarvatennet te komen
>> deze verbindingen zitten tussen arteriolen en kleine aders ( venulen)
* voorkomen van anstomosen: huid + uiteinden ledematen (nagelbed)
* vasculaire sfincters bepalen of capillairen bed shunt bevloeit
* Kunnen doorstromingsgebied van orgaan regelen + temperatuur van orgaan vermeerderen
2