100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Celbiologie en Algemene weefselleer: kraakbeen

Rating
-
Sold
-
Pages
5
Uploaded on
27-09-2025
Written in
2024/2025

Dit is het deel kraakbeen van het vak celbiologie en algemene weefselleer, bij Diergeneeskunde. Ik verkoop ook alle andere delen. Zo goed als alle informatie van de prof en de slides staan in de samenvatting + foto's uit de slides en ook extra's.

Show more Read less
Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 27, 2025
Number of pages
5
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

KRAAKBEEN
Naast klassiek hebben we 2 steunweefsels: kraakbeen en bot.

EMBRYONALE OORSPRONG
Mesodermale oorsprong: op bepaalde plaatsen ontwikkelt het zich tot mesenchym. Dit kan
verder uitgroeien tot klassiek bindweefsel of condenseren tot kraakbeen. Op de plaatsen
waar condensatie optreedt, trekken de uitlopers van de mesenchymcellen zich terug en
worden de cellen zelf actiever. Deze actieve cellen zijn de chondroblasten, de
functionele kraakbeencellen. Ze produceren actief matrix en vezels, voornamelijk
collageen (vooral type II) en in mindere mate elastine. Collageen type II polymeriseert
tot stevige vezels.

Daarnaast maken chondroblasten ook de grondsubstantie aan, vooral
glucosaminoglycanen zoals chondroïtine-4-sulfaat en chondroïtine-6-sulfaat,
zowel in gesulfateerde als niet-gesulfateerde vorm. Ook structurele glycoproteïnen worden geproduceerd, met
name chondronectine, dat de chondroblasten verbindt aan de collageenvezels type II.In een later stadium
trekken de uitlopers zich nog verder terug en worden de cellen inactiever. Deze cellen, meestal rond tot ovaal met
een centrale kern, zijn de chondrocyten (de inactieve kraakbeencellen). Hoewel ze niets extra produceren,
onderhouden ze wel de matrix waarin ze zich bevinden. De collageenvezels worden continu vernieuwd.
Chondroïtine-4- en -6-sulfaat bevinden zich in hoge concentraties rondom de chondrocyten.

Ondanks het feit dat kraakbeen voor 60–70% uit water bestaat, blijft het weefsel stevig en vervormbaar. Bij druk
wordt het water eruit geperst; wanneer de druk wegvalt, zuigt het water zich weer op als een spons. Dit maakt het
weefsel duwvast (in tegenstelling tot de trekvastheid of elasticiteit van klassiek bindweefsel). Het kraakbeen is ook
snijdbaar door de relatief harde matrix tussen de chondrocyten. De chondrocyten liggen ingebed in lacunae
(holtes). De ruimte direct rond deze lacunae wordt de chondromatrix genoemd en vertoont een gradiënt
naargelang de concentratie aan gesulfateerde glucosaminoglycanen. Bij een H&E-
kleuring ziet deze matrix er egaal en eosinofiel uit. Gebruik je een PAS-kleuring, dan
kleurt de zone met hoge concentraties gesulfateerde glucosaminoglycanen rond de
lacune PAS-positief: dit is de territoriale matrix. Verder weg van deze zone wordt de
kleuring bleker: dit is de interterritoriale matrix, gelegen tussen de verschillende
territoria.

- mesenchymcellen
o differentiatie tot chondroblasten
o productie protochondraal weefsel
o kraakbeencentra
- chondroblasten
o retractie celuitlopers
o secretie matrix en procollageen
- chondrocyten
o omgeven door chondromatrix (kraakbeenmatrix)
o lacunae

STRUCTUUR
- Cellen
o chondrocyten
 rond, ovaal
 RER, Golgi-complex
 secretie proteïnen, glycosaminoglycanen
o lacunae
- Extra-cellulaire componenten (chondromatrix of kraakbeenmatrix, vezels)
o grondsubstantie
 glycosaminoglycanen
 proteoglycanen
o vezels, fibrillen
- Perichondrium

, Aan de rand van een kraakbeenstukje vinden we altijd het perichondrium, het kraakbeenvlies. Dit bestaat uit
onregelmatig dens bindweefsel en is opgebouwd uit twee lagen. De buitenste, fibreuze laag, vormt een stevig
kapsel rond het kraakbeenstukje en bestaat effectief uit onregelmatig dens bindweefsel, eventueel met fibrocyten
erin. Aan de zijde van het kraakbeen grenst deze laag aan de cambiumlaag, die uit weinig gedifferentieerde
cellen bestaat met een inactieve kern. Deze cambiumlaag bevat chondrogene cellen, een soort stamcellen
waaruit kraakbeen kan ontstaan. Wanneer ze geactiveerd worden, beginnen ze matrix te produceren:
kraakbeenmatrix. Op dat moment differentiëren de chondrogene cellen tot chondroblasten, die aan de rand van
het kraakbeen matrix vormen. Hierdoor groeit het kraakbeen appositioneel, dus aan
de buitenzijde bij. De chondroblasten nestelen zich vervolgens in de matrix en
differentiëren verder tot chondrocyten.

De cambiumlaag is altijd goed gevasculariseerd (zoals ook in losmazig bindweefsel),
maar kraakbeen zelf bevat geen bloedvaten. De voeding van het kraakbeen gebeurt
dus volledig via diffusie vanuit de cambiumlaag. Kraakbeen kan echter niet eindeloos
doorgroeien: op een bepaald moment geraakt de diffusie niet meer tot in het midden,
wat leidt tot afbraak. Dit gebeurt eerst door verkalking, en onder normale omstandigheden wordt het kraakbeen
dan vervangen door botweefsel via verbening. Bij gewrichtskraakbeen is er geen perichondrium aanwezig. Dit type
kraakbeen vangt drukkrachten op bij bewegingen zoals wrijving en duwen tussen twee botten. Als er wel een
perichondrium zou zijn, zouden de bloedvaten in dat vlies bij druk dichtgeduwd worden, wat zou leiden tot
necrose. Daarom is het perichondrium afwezig op gewrichtsvlakken. De voeding van het gewrichtskraakbeen
gebeurt via diffusie uit het gewrichtsvocht.

o onregelmatig dicht collageen BW dat kraakbeen omgeeft
o structuur
 fibreuze laag
 cambiumlaag: chondrogene
cellen

L: scanning opname met kraakbeencellen/
chondrocyten die uitpuilen, platte laag =
perichrondrium

R: LM, kraakbeen t.h.v. oogschelp, de cellen =
chondrocyten ingebed in matrix + lege gaten,
lacuna( te zien door het snijden -> lege lacune, in vivo nooit te zien). Als je matrix volgt; naar onder, perifeer:
cambium laag -> fibreuze laag -> losmazig BW. Normaal continu maar is losgescheurd; meestal tussen
cambiumlaag en fibreuze laag.

- Doorbloeding
o avasculair !
o diffusie (dikte)

KRAAKBEENTYPES




Hyalien kraakbeen : gene dat werd getekend op vorige tekening meneer).

- Meest oorspronkelijke type
o Lagere vertebraten (kraakbeenvissen) → Skelet opgebouwd uit hyalien kraakbeen
o Hogere vertebraten → Skelet kraakbenig aangelegd & secundair door been vervangen
o Volwassen huisdieren → Gewrichtskraakbeen & kraakbeen in ademhalingsstelsel
- meest voorkomend
- collageen type-II
$5.47
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lienmichielsen24

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
lienmichielsen24 Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
4 months
Number of followers
0
Documents
28
Last sold
2 weeks ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions