HOOFDSTUK 1: GROEPEN EN TEAMS
WAT IS EEN GROEP?
Groep: een doel, onderlinge afhankelijkheid, interactie, sociale eenheid, wederzijdse
beïnvloeding en normen & rollen.
Een groep is een verzameling mensen/individuen:
Een doel: die gezamenlijk een bepaald doel willen bereiken.
Een onderlinge afhankelijkheid: die op een bepaalde manier van elkaar
afhankelijk zijn.
Interactie: die directe contacten met elkaar onderhouden.
Een sociale eenheid: die uit 2 of meer personen bestaat die zichzelf als lid van
een groep beschouwen.
Wederzijdse beïnvloeding: die elkaar beïnvloeden.
Normen en rollen: van wie de interacties door een aantal normen en rollen
gestructureerd worden.
Groepsnormen: gedragsregels die voor ieder individu in de groep gelden.
Conformiteit: de mate waarin groepsleden zich aanpassen aan de geldende
groepsnormen.
Uniformiteit: een groep verwijst naar het met elkaar in overeenstemming zijn, de eenheid
of samenhang.
Menigte: een grote groep mensen die vaak niks met elkaar te maken hebben.
WAT IS EEN TEAM?
Team: 2 of meer individuen waartussen er sociale interactie is en die een of meer
gemeenschappelijke doelen hebben.
Kenmerken van een team:
Het teambelang gaat voor op het eigenbelang.
Er is cohesie.
Iedereen draagt bij aan het gezamenlijke doel.
Er is een goede samenwerking.
Iedereen neemt zijn/haar verantwoordelijkheid.
Iedereen waardeert elkaar.
De communicatie verloopt op een goede manier.
Er zijn successen en een gezamenlijk resultaat.
WAT IS GROEPSDYNAMICA
Groepsdynamica: het wetenschappelijke onderzoekdomein dat zich richt op het vergroten
van inzicht in het functioneren van groepen.
Binnen groepsdynamica kijkt men naar:
Gedrag van groepsleden binnen groepen.
Ontwikkeling van groepen.
Interacties tussen groepsleden, andere groepen en organisaties.
Structuur van groepen.
1
, 3 actoren waar je rekening mee moet houden (bij het begeleiden van groepen):
De groep zelf, de cliënten.
Je team, met de verschillende rollen die er in je team zijn.
Jezelf, met je kennis en vaardigheden om in te spelen op een groepsdynamiek.
We zoomen even in op 2 niveaus
TAAKNIVEAU
Taakniveau: de inhoud activiteiten, spelvormen en opdrachten binnen een groep.
SOCIAAL-EMOTIONELE NIVEAU
Sociaal-emotionele niveau: de verbondenheid tussen de groepsleden.
HOOFDSTUK 2: DE ONTWIKKELINGSFASES VAN TUCKMAN
2
, DE FASES VAN GROEPSONTWIKKELING
FASE 1: FORMING
De leden kennen elkaar nog niet en zijn voornamelijk bezig met ‘wie zit er in deze
groep en wat zijn de taken?
Kenmerken van forming
o Teamleden kennen elkaar nog niet.
o Teamleden zijn onwennig, onzeker en angstig.
o Zijn sterk afhankelijk van de teamleader.
o Richten hun communicatie meestal naar de teamleader.
o Teamleden nemen weinig of geen initiatief.
o Communiceren beleefd.
o Voeren de opdrachten netjes uit.
o Houden hun mening vaak nog voor zich.
o Relativeren latente conflicten.
FASE 2: STORMING
Het team wordt hechter en winnen de teamleden aan vertrouwen.
Kenmerken van storming
o Rollen worden duidelijk bepaald en afgebakend.
o Ontstaan onderlinge irritaties en conflicten.
o Leden komen op voor hun eigen belangen.
o ‘Ik’-gevoel is sterker aanwezig dan het ‘wij’-gevoel.
o Teamleader wordt bekritiseerd.
o Grenzen worden uitgetest.
o Coalities worden gevormd om de eigen belangen te verdedigen.
o Verzet groeit tegen het uitvoeren van taken of tegen het leiderschap.
o Uiting van onderlinge kritiek.
o Gebeurtenissen worden in kleine groepjes besproken.
o Einde storming fase structuur en/of hiërarchie.
FASE 3: NORMING
Team gaat op een volwaardige manier samenwerken.
Kenmerken van norming
o Teamleden zijn zich ervan bewust dat ze elkaar nodig hebben om
resultaten te bereiken.
o Bereid om van elkaar te leren.
o Werk wordt vlot afgehandeld.
o Teamleden stellen meer vragen aan elkaar in plaats van te oordelen.
o Aanwezige talenten worden benut.
o Er worden duidelijke afspraken gemaakt.
o Procedures om met afwijkend gedrag om te gaan worden opgesteld.
o Groepsbinding komt op gang.
o Het gevaar van groepsdenken treedt op.
o Er ontstaat een ‘wij-gevoel’.
o Teamleden beschouwen zichzelf als een groep.
3