100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Volledige samenvatting Staatsrecht, 13/20 eerste zit (1e bachelor rechten Ugent)

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
168
Subido en
24-09-2025
Escrito en
2024/2025

Dit document bevat een volledige samenvatting van het vak Staatsrecht gegeven door Mathieu Leloup. Zoals al mijn andere documenten is deze ook opgesteld adhv de inhoudstafel van de syllabus. Neem deze er dus zeker bij tijdens het studeren! Dit document bevat alle slides + mijn nota's + aanvullingen met de volledige syllabus. Alle overzichten alsook oefeningen dat de Prof tijdens de les heeft overlopen staan er ook allemaal in onder "recapitulatie: ...". Deze zijn heel handig om het overzicht te bewaren. Heel veel succes!

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado

















Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
24 de septiembre de 2025
Número de páginas
168
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

STAATSRECHT SV

INLEIDING

= grondwettelijk recht, constitutioneel recht

Uitvoerende, rechterlijke en wetgevende macht

Recht

 middel om samenleving/maatschappij te ordenen en vorm te geven
 recht vormt systematisch en logisch opgebouwd geheel van overkoepelende principes en specifieke regels,
die een onderlinge samenhang vertonen en elkaar niet tegenspreken (ideaal)
Recht = rationeel opgebouwd geheel v door overheid uitgevaardigde en via sancties afdwingbare normen die
dienen tot organisatie, handhaving of herstel vd orde in samenleving

- Maatschappij heeft ook invloed op het recht
- Steekvlamwetgeving = wetgeving wordt zeer snel aangepast door maatschappelijke
verontwaardiging

 Publiekrecht = beheerst situatie van en relaties tss overheid en particuliere (rechts)personen en
overheden onderling

vb. bestuursrecht, belastingrecht, etc.

 Privaatrecht = beheerst situatie van en relaties tss particuliere (rechts)personen

vb. familierecht, verbintenissenrecht, STAATSRECHT, etc.

Onderscheid? Niet altijd duidelijk vb. gerechtelijk recht, arbeidsrecht, etc.

 publieke overheid treedt steeds meer samen op met private actoren




1

,DEEL 1. KRACHTLIJNEN

1. DE BELGISCHE STAAT

België is een meergelaagde, democratische rechtsstaat in Europa.


Staat: juridisch gezien meerdere betekenissen

 in publiekrechtelijke context: een land, een overheid die rechtsmacht heeft binnen een bep
territorium



 binnenin staat krijgt nationaal recht vorm + naar buiten toe ontwikkelt zich internationaal recht
(totstandkoming door handelingen van of tss staten)




België: is een staat  heeft dus juridische consequenties / kan regels opleggen aan de bevolking  heeft
rechtsmacht, kan verdragen aangaan met anderen (= verdragsbevoegdheid)

- Buitenlandse betrekkingen aangaan & gewapende macht



Rechtstaat: niet enkel de burger maar OOK de overheid (de staat) is gebonden aan het recht  staat staat niet
boven het recht !!

- Hierarchie vd normen: je moet weten welke norm belangrijk is tov anderen
- Genieten van rechtsbescherming: je moet ze kunnen afdwingen
o Tegen de wetgever (GwH)
o Tegen het bestuur (RvS)
- Onafhankelijke rechters die niet onderhevig zijn aan de rechterlijke macht
- Fundamentele rechten en vrijheden = claims die jij als burger hebt tov de OH
o Negatieve: OH mag zich niet mengen
o Positieve: stappen die de OH moet zetten om onze R&P te beschermen
 Bv. quarantaine bubbels


Democratie: “de macht ligt bij het volk”

- Vrije verkiezingen: parlement samenstellen  absoluut cruciaal (zien we in juni (!!!))
- Legaliteitsbeginsel: de basis moet in een formele parlementaire wet worden gegoten
- Parlementaire controle: onze ministers moeten het vertrouwen genieten vd meerderheid in het
parlement
o Gaat de regering controleren
 Bv. door onderzoekscommissies




2

,Meergelaagd: verschillende niveaus, niet enkel een Belgisch niveau, ook subnationaal enzo

- Staatshervormingen
- Gemeenschappen & gewesten, provincies & gemeenten
- Bevoegdheidsverdeling: wij moeten weten welke OH bevoegd is vr welke zaken




Scheiding der machten: basisbeginsel, opdeling in drie verschillende machten, cruciaal voor de vrijheid van de
burger en een rechtstaat !



In Europa:

- EU: 27 landen in totaal, België is lid
- Raad van Europa: komen ministers uit alle EU-landen bij elkaar om wetsvoorstellen te bespreken, te
wijzigen en goed te keuren, en het beleid te coördineren
o het EVRM opgesteld !!!
o 46 landen
- Multilevel constitutionalism = constitutionele normen en autoriteit bestaan op meerdere niveaus,
zoals nationaal, regionaal en internationaal recht, en beïnvloeden elkaar
o Elk niveau bevoegd vr zijn eigen zaken
- Verhouding Belgisch (grondwettelijk) recht en internationaal/Europees recht



Wat ontbreekt?

 de GW: “grondwettelijke” meergelaagde, …

 materiele (alles samen) vs. formele GW

 Wijziging vd GW



Artikel De Standaard: verbod onverdoofd slachten in strijd met EVRM (vrijheid van religie)

1. Decreet (?) dat de wet van 1986 aanpast: dieren en runderen mochten niet meer onverdoofd
geslacht worden
2. Maatregel snel becritiseert door religieuze organisaties  zijn nr GwH gestapt “dit decreet
schendt onze vrijheid van godsdienst”
a. Is rechtsbescherming waar al de burgers van genieten
b. GwH heeft geoordeeld dat er geen schendig was
c. Zijn nog een stap verder gegaan  nr Straatsburg gegaan (EHRM)



 alle delen hebben met elkaar te maken, elk element komt terug in het staatsrecht, samenhang!!




3

,1.1. HET ONTSTAAN VAN BELGIË

ALGEMEEN ONTSTAAN VAN STATEN:

Vroeger: vanuit het niets een staat creëren

 terra nullius = land dat aan niemand behoort

Nu:

- Dekolonisatie = proces waarbij landen onafhankelijk worden v hun kolonisator

vb. Congo (1960) weg van België

- Secessie = bepaalde bevolking scheidt zich af met bepaald grondgebied ve bestaande staat en richt

eigen onafhankelijke overheid in

vb. Kosovo (2008), België !!!

- Dismembratio = 1 staat valt uiteen in 2 verschillende staten (1  2)

vb. splitsing Tsjechoslowakije (1993): uiteengevallen in Tsjechie en Slowakije

- Fusie = 2(+) staten richten samen 1 nieuwe staat op of ene staat laten opgaan in de andere (2  1)

vb. eenmaking West- en Oost-Duitsland (1990)

=> politiek-historische feiten


BELGIË

België: ontstaan door Secessie  wij hebben ons afgesplitst vh Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en eigen
onafh OH ingericht

 Congres v Wenen (1814): Zuidelijke Nederlanden (sinds 1975: deel v Frankrijk) werden toegevoegd
aan Koninkrijk der Noordelijke Nederlanden

 reden? Bufferstaat creëren in centrum Europa om Franse macht onder controle te houden

 de vorsten vd winnende staten spraken af wat er nu met Europa moest gebeuren, grenzen
hertekenen, ..

 maatregelen zodat Frankrijk in toon wordt gehouden en geen nieuwe oorlog meer kon veroorzaken

 Bufferstaten: stukje van zuiden afsplitsen en bij VKDNN steken

 Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815), olv Willem I, krijgt Grondwet
 kregen er een heel stuk grond bij


4

,  prob: weinig democratisch, Willem gaf zichzelf heel veel macht + wetgever beperkte bevoegdheden

 Noorden: handelaars; Zuiden (Belgische deel): industriëlen




 Zuidelijke provincies: ontevreden
o Economische verschillen (noorden: op handel georiënteerd; zuiden: industrie)
o Politieke ondervertegenwoordiging (Zuiden ondervertegenwoordigd in parlement en regering
+ financieel benadeeld)
o Beperking persvrijheid (Franssprekende Zuiden: ideeën over FR)
 Onze vrijheden werden terug beknot
o Inmenging in Kerk (vooral omtrent onderwijs + noorden protestants; zuiden katholiek)
o Taalconflict: Willem I: Nederlands MAAR Waalse + elite in Vlaamse regio’s: Frans

=> “Monsterverbond”  doel: verzet tegen Nederlandse bewind van Willem I

 Willem verplichte het Nederlands
 Monsterverbond = alliantie tegen het beleid van Willem I (Katholieken & Liberalen)
 Wouden hervormingen en meer vrijheid
 Willem I reageerde slecht, werd steeds autoritairder
 Ontplofte op een opera: al de mensen zijn rechtgestaan & “vive la liberté”
op straat beginnen roepen
 REVOLUTIE !!!  uiteindelijk zn leger erop afgestuurd & de Belgische
revolutionairen hebben de onafhankelijkheid uitgevoerd

 Voorlopig bewind => riep Belgische onafhankelijkheid uit (4 oktober 1830)  Grondwet: februari 1831




Voorbeelden van reacties op Willem I die duidelijk zijn in de GW:

- heel wantrouwig toen
- rechten en vrijheden die toen werden ingeschreven waren heel vooruitstrevend
- Art. 25 GW: persvrijheid
- Art. 150: jury wordt ingevoerd vr alles behalve politieke en drukpersmisdrijven (deze moeten voor de
volksjury komen)




5

,1.2. BELGIË ALS STAAT

Staat (int. publiekrecht) = rechtssubject; houder v rechten en plichten (verdrag van Montevideo)

 constitutieve elementen:

1. Permanente bevolking (zelfde nationaliteit maar ook macht over andere nationaliteit op grondgebied)
2. Afgebakend gebied: moet in pricipe exclusief zijn

o Verdrag van Maastricht 1843: Belgisch grondgebied toen vastgesteld
o GW staat toe dat de grenzen kunnen worden gewijzigd

3. Overheid die een effectief gezag uitoefent
4. Vermogen om onafhankelijk met andere staten relaties aan te gaan => verdragsmogelijkheden

o Land moet zonder bemoeienis van andere landen kunnen optreden
o Op eigen gezag betrekkingen met andere staten onderhouden

 BELGIË IS DUS EEN STAAT !  is erkend

 Erkenning = rechtshandeling waarbij een staat het bestaan ve andere (nieuwe) staat bevestigt

(5. ) internationale erkenning: de erkenning door andere landen

o Wordt door sommigen niet als echt constitutieve voorwaarde beschouwd, wel als
declaratieve (= gwn akte nemen vh bestaan)
o De erkenning is dan gwn de bevestiging ve bestaande realiteit
o Art. 3 Verdrag van Montevideo
o Staten erkennen andere staten, NIET andere regeringen !
o bij nieuwe regeringen is er dus geen erkenning nodig
o Zo krijgt de nieuwe staat in de ogen vd bestaande staat rechtspersoonlijkheid
o met retro-actieve werking
o kan niet ongedaan gemaakt worden
o is eenzijdig en niet verplicht
o Conferentie van Londen: erkenden de Belgische onafhankelijkheid
o MAAR koninkrijk der Nederlanden niet !  waren toen in oorlog
o Gebeurde pas in 1839: Verdrag van Londen  erkenning België

 anders was revolutionaire avontuur gedoemd !!! nu in heel de wereld erkend




6

,1.3 GEVOLGEN VAN KWALIFICATIE ALS STAAT

België is een staat  nationaalrechtelijke en internationaalrechtelijke gevolgen

 Gevolgen vd kwalificatie als staat vr België:

A. Beschikt over rechtspersoonlijkheid

 Extern: optreden tov andere staten

= staat kan naar internationaal recht drager worden v rechten en plichten zijn

Vb. verdragen sluiten

 Intern: optreden binnen de staten

= de staat kan naar nationaal recht in rechtverkeer optreden

Vb. OH kan aansprakelijk gesteld worden

B. Geniet soevereiniteit:

 Extern: andere landen laten ons met rust, niet moeien  non-interventie beginsel
 Intern: België is vrij om zijn eigen rechtsordening te bepalen
 In de GW wordt dit gekoppeld met het begrip ‘natie’
o [art. 33 Gw.]: alle machten gaan uit vd natie

C. Oefent rechtsmacht uit:

= juridische erkenning vd mogelijkheid om gezag uit te oefenen over andere mensen

 weten maken, uitvoeren en rechtspreken

 Normerende of rechtsprekende handelingen
 Uitvoeringshandelingen: in beginsel territoriaal bepaald
 maar uitz: ambassades blijven de rechtsmacht vh andere land




7

,2. EEN DEMOCRATISCHE RECHTSTAAT

Actoren oefenden macht uit + maakten daarbij regels


e
 16 eeuw: absolutistisch in Europa = vorst werd niet gehinderd in gezagsuitoefening (ookal bestonden er
formeel parlementen of constituties)

=> heerser kon macht, legitimiteit op God gebasseerd, volkomen naar eigen inzicht gebruiken

=> geen scherp onderscheid tss staat zelf en heerser vb. Lodewijk XIV: ‘l’état c’est moi’


 verlichting: daling absolutisme = tegen gedachte dat burgers gezag v staat en heerser ongeremd moesten
ondergaan

=> legitimiteit v gezagsuitoefening: moet individuele vrijheid en gelijkheid zijn




2.1 DE SCHEIDING DER MACHTEN

= theorie van de staatsinrichting waarin de staat opgedeeld is in drie organen die elkaars functioneren bewaken

 gezagsdragers hebben minder gelegenheid om autoriteit te misbruiken wnr macht niet geconcentreerd zit in
1 hiërarchisch gestructureerd orgaan maar verspreid w over verschillende, van elkaar in beginsel
onafhankelijke machten

 eerder gebaseerd op John Locke: scheiding der machten + ideeën over onderwerping v staat aan recht over
grondrechten

=> Fr + Amerikaanse revoluties gaven het beginsel vaste voet aan de grond

Moderne opvatting: 3 functies onderscheiden (trias politica) en elke macht gecontroleerd door tegenmacht :

1. Rechterlijke macht: bestaat uit alle rechtbanken & het OM
d) Ze toetst of burgers, rechtspersonen en overheid zich houden aan alle wetten,
verdragen en regels die zijn gemaakt.
2. Wetgevende macht: rechtsregels w uitgevaardigd die algemeen karakter hebben
o geen betrekking op specifieke individuen; onpersoonlijk geformuleerd
o bedoeling: ordening v samenleving en menselijke verhoudingen
o in principe: de belangrijkste vandaag
o reden: w rechtstreeks democratisch gelegitimeerd
3. Uitvoerende macht: bestuursfunctie: algemene normen, bepaald door WM, w waar nodig via
reglementen verfijnd + toegepast op concrete gevallen
o België telt momenteel zes verschillende regeringsorganen, behept met uitvoerende
macht.
o De Belgische regering of federale regering op federaal vlak (21 mandaten)
o De Vlaamse Regering voor het Vlaams Gewest
o De Vlaamse Gemeenschap (10 mandaten)



8

,EVOLUTIES:



 Gezagsuitvoering in de staat na de Verlichting
o Verwerping absolutisme
o Streven naar gelijkheid en vrijheid

 Ontwikkeling van scheiding der machten
o Elk land volgt in zekere zin wel dit idee, maar geeft zijn eigen vorm
 Bv. in Belgie groot deel bepaald doordat wij een GwH hebben
o Montesquieu: één vd eersten die dit idee heeft uitgeschreven
 Boek: L’esprit des lois  ied die macht krijgt kan niet weerstaan deze te gebruiken
o Opdeling wetgevende, bestuurs en rechtsprekende functie
 Politieke verantwoordelijke machten
 Onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht

 Ongeschreven GW beginsel in België: staat er niet uitdrukkelijk in, maar je ziet wel dat het inherent is !
o Titel III: “de machten”  duidelijk gebaseerd op het verlichtingsidee dus
 HF I: federale en wetgevende macht
 HF III: Koning en de federale regering
 HF VI: rechterlijke macht

 Geen orthodoxe scheiding: checks and balances
o = Wederzijdse controle en samenwerking
 Kamer van volksvertegenwoordigers controleert de Koning
 Koning kan Kamer ontbinden
 Koning maakt mee de wetten
 Heeft dus ook een samenwerkende bevoegdheid
 Wetgever bepaalt statuut vn rechters (bv. wedde, pensioensleeftijd,..)
 Koning benoemt de rechters / magistraten
 Rechters controleren beide machten

 Soms diffuse taakverdeling: sommige taken lijken meer aan te rijken bij een andere staatsmacht
o Voorbeelden:
 Parlementair onderzoek:
 W gedaan door de kamer, terwijl eig vr rechterlijke macht is
 Genade: Koning kan dit nog verlenen, zou eig rechterlijke verantw moeten zijn
 Naturalisatie = kan Belgische nationaliteit verlenen aan vreemdelingen als ze aan
bep vw voldoen
 Kamer kan dit doen terwijl het eig bestuurlijke taak is
o Rechtsvormende rol rechter (GwH)  komende dichtbij wat de wetgever eig doet

 Naast horizontale ook verticale machtenscheiding tss federale OH, deelstaten & EU
o >< scheiding der machten !!  basisidee is splitsen vn macht om absolute macht tegen te
gaan
 Federalisme vertrok vanuit idee om de deelstaten meer autonomie te geven




9

,  Verschuiving van evenwichten
o De huidige politiek geeft veel meer bevoegdheden aan de regering, op dit moment is de
regering veel meer de motor vn nieuwe wetgeving dan het parlement
o In de praktijk zien we verschil, in theorie niets veranderd

 Evenwicht verschoven van wetgevende naar uitvoerende macht



 Van tripolair naar bipolair ?
o Checks & balances tussen uitvoerende en wetgevende macht
o Politieke partijen komen in de GW niet voor
o Eig geen wederzijdse controle meer tss parlement en regering

 De checks and balances zijn beetje onbestaand geworden in de praktijk tss uitvoerende &
wetgevende  nu vooral tss oppositie minderheid & meerderheid

 bipolair: rechter vs. uitvoerende / wetgevende macht



 Ontwikkeling van de rechtsstaat (rule of law, état de droit)
o Idee: staat & OH ook onderworpen aan het recht  kern vh idee vd rechtstaat
o Formele voorwaarde: OH aan het recht onderworpen
 Willekeur uitsluiten: alle burgers gelijk behandelen
 Rechtmatigheidsbeginsel = optreden van de overheid moet in overeenstemming zijn
met het op haar toepasselijke recht
o Materiele voorwaarden: (formele waren niet genoeg)
a) Recht moet zeker en stabiel zijn  rechtzekerheidsbeginsel
 mag niet continu veranderen, zekere stabiliteit
 moet voorzienbaar zijn: ons gedrag kunnen afstemmen

b) Recht moet democratisch tot stand gekomen zijn

c) Recht moet grondrechten respecteren

mogen niet ingaan tegen fundamentele rechten en vrijheden  zijn anti-
majoriteit
d) Recht moet afdwingbaar zijn voor de onafh rechter



 Scheiding der machten en rechtstaat als fundamentele beginselen vh staatsrecht, maar niet zonder
spanning

 Scheiding der machten vs. Rechtsstaat?  kan evolueren doorheen de tijd
o Evolutie in België, bv. in toetsing van wetgeving
o Activistische rechters  gouvernement des juges?
 Rechtscolleges moeten zich steeds meer mengen in moeilijke politieke kwesties
zoals klimaat
 Moeten in zo’n zaken moeilijke scheiding maken tot waar hun bevoegdheid van
rechter (= niet politiek gelegitimeerd orgaan) stopt en rol van onafh rechter begint
o Klimaatrechtspraak

10
$14.59
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
rechtenqueen Universiteit Gent
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
51
Miembro desde
2 año
Número de seguidores
4
Documentos
6
Última venta
11 horas hace
rechtenqueen

allemaal goed gestructureerde samenvattingen adhv de inhoudstafel van de cursus/lessen

4.0

5 reseñas

5
1
4
3
3
1
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes