Geneeskunde van mens tot cel
Thema 6 hoofd, hals
HC 30 – Bouw hals
R. Notenboom
De hals = verbinding tussen het hoofdgebied en de borstkas en bestaat uit spieren, venen, arteriën,
zenuwen (n. vagus en n. phrenicus), bindweefsel bladen en bot.
De vitale structuren (tractus respiratorius en tractus digestivus) krijgen geen bescherming
van benige delen, maar voornamelijk van spieren – bij trauma makkelijk beschadigen.
Musculus platysma = spier hoort bij aangezichtsmusculatuur – aansturing door n. facialis
- Functie: huid in de hals blijft op spanning
Onder deze spier zien we bloedvaten: bv vena jugularis externa vena subclavia
Musculus sternocleidomastoideus bestaat uit 2 koppen – aansturing door n. accessorius
- Caput claviculare = vast aan de clavicula
- Caput sternale = vast aan het sternum
Aan de andere kant zitten ze met processus mastoideus (knobbel achter oor) vast aan schedel
Pars decendens van de musulus trapezius = hals bedekken aan de buitenkant (achterkant)
en begrenzing vormen van de grote hals driehoeken – aansturing door n. accessorius
Os hyoideum = tongbeen = enige benige structuur in hals – vast met spieren & ligamenten
Onder: Infrahyoidale spieren = tongbeen na slikken terug op oorspronkelijke plaats
Boven: Suprahyoidale spieren = bewegen het tongbeen bij het slikken omhoog (ook larynx)
+ accessoire kauwspier – voedsel niet in luchtpijp
Larynx zit dmv een ligament vast aan het tongbeen
In het midden onder de Infrahyoidale spieren: trachea (kraakbeenringen), larynx en schildklier.
Plexus brachialis = onder bloedvaten; zenuwen die zorgen voor aansturing bovenste extremiteiten
Plexus cervicalis = C1 tm C4
Cartilago thyroideum = kraakbenig gedeelte aan de buitenkant van de adamsappel, aan de
onderkant zit hieraan het bovenste deel van de trachea vast.
Schildklier = produceren calcitonine
Compartimenten van de hals
- Visceraal: larynx, pharynx, bijschildklier, schildklier, trachea, slokdarm
- Vertebraal: cervicale wervelkolom en (prevertebrale) spieren
- Vasculair links/rechts: nervus vagus, a. carotis communis/interna, v. jugularis interna
Bindweefselbladen (halsfaciën) tussen de structuren zorgen voor de vorming van de compartimenten:
- Fascia cervicalis superficialis = oppervlakkige laag om m. platysma heen
- Fascia cervicalis profunda = diepe laag:
o Lamina superficialis = oppervlakkige laag
o Lamina pretrachelaris = laag rondom de viscera
o Lamina prevertebralis = laag om prevertebrale spieren
o Vagina carotica = bindweefsel rondom het vaatzenuwstelsel (opgebouwd uit
bindweefsel van de andere lamina)
Tussen de fascia lagen bevinden zich ruimtes met losmazig bindweefsel. Er zijn dus potentiële routes
tussen de fascia bladen waarmee pathogenen kunnen verspreiden. Hierdoor kan je ook afzakken naar
het mediastium tot het niveau van het diafragma.
, Geneeskunde van mens tot cel
Thema 6 hoofd, hals
Halsregio’s
Buitenkant begrenzing
- Regio cervicalis anterior (voorste halsdriehoek) = verbinding hoofd – thorax
- Regio cervicalis lateralis (achterste halsdriehoek) = verbinding thorax/hals – bovenste
extremiteiten
- Regio cervicalis posterior (nek) = officieel niet bij hals. Neurochirurgen voeren hier operaties
uit aan de cervicale wervelkolom
Onderste begrenzing hals: begint bij kuiltje bovenkant clavicula acromion (onderdeel scapula)
processus spinosus C7
Bovenste begrenzing hals: begint aan de achterkant bij de richel van de schedel knobbel achter
oor (processus mastoideus) onderkaak
Apertura thoracis superior = mediastium grenst aan het halsgebied
Fossa axillaris = toegangspoort richting de bovenste extremiteiten
Achterste halsdriehoek
Trigonum cervicalis lateralis = achterste halsdriehoek
Achterrand m. sternocleidomastoideus, voorrand pars descendens m. trapezius, clavicula
- Trigonum cervicalis posterior: grote deel
- Trigonum omoclaviculare: kleine deel
Scheiding dmv m. omohyoideus onderste buik
Structuren
- V. jugularis externa = drainage bloed uit achterhoofd en aangezicht v. subclavia
- N. accessorius = aansturing m. sternocleidomastoideus en pars descendens m. trapezius
Oppervlakkig verloop en dus gevoelig
- Punctum nervosum = zenuwen van boven komen hieruit om huid sensibel te innerveren
plexus cervicalis (ook nervus phrenicus)
- Spieren: m. scalenus anterior/posterior/media – ademhaling
- Tussen de spieren: v. subclavia (m. scalenus anterior) en plexus branchialis
Tussen m. scalenus anterior en media ligt de a. subclavia:
- A. vertebralis = langs wervelkolom richting de schedel en het brein
- Truncus thryocervicalis = richting de larynx en de keel
Nervus phrenicus tussen deze spieren aan oppervlakte - innervatie diafragma & sensibele innervatie
Thema 6 hoofd, hals
HC 30 – Bouw hals
R. Notenboom
De hals = verbinding tussen het hoofdgebied en de borstkas en bestaat uit spieren, venen, arteriën,
zenuwen (n. vagus en n. phrenicus), bindweefsel bladen en bot.
De vitale structuren (tractus respiratorius en tractus digestivus) krijgen geen bescherming
van benige delen, maar voornamelijk van spieren – bij trauma makkelijk beschadigen.
Musculus platysma = spier hoort bij aangezichtsmusculatuur – aansturing door n. facialis
- Functie: huid in de hals blijft op spanning
Onder deze spier zien we bloedvaten: bv vena jugularis externa vena subclavia
Musculus sternocleidomastoideus bestaat uit 2 koppen – aansturing door n. accessorius
- Caput claviculare = vast aan de clavicula
- Caput sternale = vast aan het sternum
Aan de andere kant zitten ze met processus mastoideus (knobbel achter oor) vast aan schedel
Pars decendens van de musulus trapezius = hals bedekken aan de buitenkant (achterkant)
en begrenzing vormen van de grote hals driehoeken – aansturing door n. accessorius
Os hyoideum = tongbeen = enige benige structuur in hals – vast met spieren & ligamenten
Onder: Infrahyoidale spieren = tongbeen na slikken terug op oorspronkelijke plaats
Boven: Suprahyoidale spieren = bewegen het tongbeen bij het slikken omhoog (ook larynx)
+ accessoire kauwspier – voedsel niet in luchtpijp
Larynx zit dmv een ligament vast aan het tongbeen
In het midden onder de Infrahyoidale spieren: trachea (kraakbeenringen), larynx en schildklier.
Plexus brachialis = onder bloedvaten; zenuwen die zorgen voor aansturing bovenste extremiteiten
Plexus cervicalis = C1 tm C4
Cartilago thyroideum = kraakbenig gedeelte aan de buitenkant van de adamsappel, aan de
onderkant zit hieraan het bovenste deel van de trachea vast.
Schildklier = produceren calcitonine
Compartimenten van de hals
- Visceraal: larynx, pharynx, bijschildklier, schildklier, trachea, slokdarm
- Vertebraal: cervicale wervelkolom en (prevertebrale) spieren
- Vasculair links/rechts: nervus vagus, a. carotis communis/interna, v. jugularis interna
Bindweefselbladen (halsfaciën) tussen de structuren zorgen voor de vorming van de compartimenten:
- Fascia cervicalis superficialis = oppervlakkige laag om m. platysma heen
- Fascia cervicalis profunda = diepe laag:
o Lamina superficialis = oppervlakkige laag
o Lamina pretrachelaris = laag rondom de viscera
o Lamina prevertebralis = laag om prevertebrale spieren
o Vagina carotica = bindweefsel rondom het vaatzenuwstelsel (opgebouwd uit
bindweefsel van de andere lamina)
Tussen de fascia lagen bevinden zich ruimtes met losmazig bindweefsel. Er zijn dus potentiële routes
tussen de fascia bladen waarmee pathogenen kunnen verspreiden. Hierdoor kan je ook afzakken naar
het mediastium tot het niveau van het diafragma.
, Geneeskunde van mens tot cel
Thema 6 hoofd, hals
Halsregio’s
Buitenkant begrenzing
- Regio cervicalis anterior (voorste halsdriehoek) = verbinding hoofd – thorax
- Regio cervicalis lateralis (achterste halsdriehoek) = verbinding thorax/hals – bovenste
extremiteiten
- Regio cervicalis posterior (nek) = officieel niet bij hals. Neurochirurgen voeren hier operaties
uit aan de cervicale wervelkolom
Onderste begrenzing hals: begint bij kuiltje bovenkant clavicula acromion (onderdeel scapula)
processus spinosus C7
Bovenste begrenzing hals: begint aan de achterkant bij de richel van de schedel knobbel achter
oor (processus mastoideus) onderkaak
Apertura thoracis superior = mediastium grenst aan het halsgebied
Fossa axillaris = toegangspoort richting de bovenste extremiteiten
Achterste halsdriehoek
Trigonum cervicalis lateralis = achterste halsdriehoek
Achterrand m. sternocleidomastoideus, voorrand pars descendens m. trapezius, clavicula
- Trigonum cervicalis posterior: grote deel
- Trigonum omoclaviculare: kleine deel
Scheiding dmv m. omohyoideus onderste buik
Structuren
- V. jugularis externa = drainage bloed uit achterhoofd en aangezicht v. subclavia
- N. accessorius = aansturing m. sternocleidomastoideus en pars descendens m. trapezius
Oppervlakkig verloop en dus gevoelig
- Punctum nervosum = zenuwen van boven komen hieruit om huid sensibel te innerveren
plexus cervicalis (ook nervus phrenicus)
- Spieren: m. scalenus anterior/posterior/media – ademhaling
- Tussen de spieren: v. subclavia (m. scalenus anterior) en plexus branchialis
Tussen m. scalenus anterior en media ligt de a. subclavia:
- A. vertebralis = langs wervelkolom richting de schedel en het brein
- Truncus thryocervicalis = richting de larynx en de keel
Nervus phrenicus tussen deze spieren aan oppervlakte - innervatie diafragma & sensibele innervatie