Geneeskunde van mens tot cel
Thema 5 de buik
HC 27 – topografie en klinische toepassing buik en bekken I
Indeling van het abdomen
Dunne darm
Maag duodenum (eerste deel van de dunne darm/twaalfvingerige darm) pancreas (omhuld door
bocht duodenum) in de bocht van het duodenum monden de pancreasgang en galweg.
Duodenum loopt dorsaal van het colon transversum jejunum (2/5) ileum (3/5)
Dikke darm
Caecum = blinde darm – eerste deel dikke darm aan ileum
Appendix = wormvormig aanhangsel – hangt aan caecum (ontsteking: blinde darmontsteking)
Colon ascendens colon transversum colon descendens colon sigmoideum rectum
Bocht bij lever waar colon ascendens colon transversum: flexura hepatica/flexura colica dextra
Bocht bij milt waar colon transversum colon descendens: flexura lienalis/flexura colica sinistra
Peritoneum = buikvlies
Omentum majus = achter de buikwand (vetschort) – vast aan colon transversum
Omentum minus = onder de lever; zit vast aan de maag
Bursa omentalis = achter omentum minus; ligt de pancreas achter
Foramen omentalis = verbindt bursa omentalis met de buikholte
, Geneeskunde van mens tot cel
Thema 5 de buik
Radiologie
CT-scan: Intraperitoneale organen, omgeven door vocht – zwart
Retroperitoneale organen, omgeven door vet – donkergrijs
Röntgenfoto van de buik is niet erg duidelijk, daarom gebruiken we contrastmiddelen:
- Bariumsulfaat (gas): rectaal/oraal – wit – holle organen
- Jodiumhoudende contrastmiddelen: rectaal/oraal/vaginaal/intravasculair – wit – bloedvaten
Enkel contrast = alleen contrastmiddel toedienen
Dubbel contrast = lucht in structuur blazen, na contrastmiddel eruit is; bariumpap blijft hangen aan de
wand en lucht vult het lumen – poliepen, tumoren goed zien
Maag We zien niet de maagwand, maar het slijmvlies van de maag
Röntgenfoto laat aan de binnenkant van de maag plooien zien. De buitenkant van de maag is glad.
- Ulcus (zweer) is met een contrastmiddel zichtbaar als een soort uitstulping
- Maagcarcinoom groeit vanuit de wand het lumen in –tumor zelf is niet te zien, maar we zien
wel dat het lumen weggedrukt wordt waardoor er geen contrastmiddel kan komen.
Darmen
Ziekte van Crohn = chronische ontsteking darmwand, vaak in terminale ileum = laatste stuk ileum
- Ontsteking zelf niet te zien, maar verdikking darm en vernauwing lumen – beter op MRI, want
je kan de wand dan wel zien
Appendicitis = appendix ontstoken (dikkere wand)
- Ronde vorm – niet meer induwen – echo
- Slecht afgrensbare wand
- Grotere diameter > 6 mm
- Geïnfiltreerd vet = vet eromheen kan ontsteken – CT/echo
- Permeabiliteit vaten neemt toe komt meer contrastmiddel in appendix sterke aankleuring
Diverticulose dikke darm (colon) = divertikels, uitstulpingen van de darmwand (dieet weinig vezels)
Diverticulitis = divertikels ontsteken geïnfiltreerd vet
Coloncarcinoom = ruimte innemend proces dat vaak circulair groeit vernauwing lumen of
obstructie – applecore lesion
Kenmerken ontsteking:
- Zwelling/verdikking
- Toegenomen doorbloed en vaak toegenomen kleuring
- Verhoogde permeabiliteit van de vaten en daardoor meer vocht (oedeem)
- Omgeving betrokken: bv geïnfiltreerd vet (lichtgrijs op echo & CT)
Thema 5 de buik
HC 27 – topografie en klinische toepassing buik en bekken I
Indeling van het abdomen
Dunne darm
Maag duodenum (eerste deel van de dunne darm/twaalfvingerige darm) pancreas (omhuld door
bocht duodenum) in de bocht van het duodenum monden de pancreasgang en galweg.
Duodenum loopt dorsaal van het colon transversum jejunum (2/5) ileum (3/5)
Dikke darm
Caecum = blinde darm – eerste deel dikke darm aan ileum
Appendix = wormvormig aanhangsel – hangt aan caecum (ontsteking: blinde darmontsteking)
Colon ascendens colon transversum colon descendens colon sigmoideum rectum
Bocht bij lever waar colon ascendens colon transversum: flexura hepatica/flexura colica dextra
Bocht bij milt waar colon transversum colon descendens: flexura lienalis/flexura colica sinistra
Peritoneum = buikvlies
Omentum majus = achter de buikwand (vetschort) – vast aan colon transversum
Omentum minus = onder de lever; zit vast aan de maag
Bursa omentalis = achter omentum minus; ligt de pancreas achter
Foramen omentalis = verbindt bursa omentalis met de buikholte
, Geneeskunde van mens tot cel
Thema 5 de buik
Radiologie
CT-scan: Intraperitoneale organen, omgeven door vocht – zwart
Retroperitoneale organen, omgeven door vet – donkergrijs
Röntgenfoto van de buik is niet erg duidelijk, daarom gebruiken we contrastmiddelen:
- Bariumsulfaat (gas): rectaal/oraal – wit – holle organen
- Jodiumhoudende contrastmiddelen: rectaal/oraal/vaginaal/intravasculair – wit – bloedvaten
Enkel contrast = alleen contrastmiddel toedienen
Dubbel contrast = lucht in structuur blazen, na contrastmiddel eruit is; bariumpap blijft hangen aan de
wand en lucht vult het lumen – poliepen, tumoren goed zien
Maag We zien niet de maagwand, maar het slijmvlies van de maag
Röntgenfoto laat aan de binnenkant van de maag plooien zien. De buitenkant van de maag is glad.
- Ulcus (zweer) is met een contrastmiddel zichtbaar als een soort uitstulping
- Maagcarcinoom groeit vanuit de wand het lumen in –tumor zelf is niet te zien, maar we zien
wel dat het lumen weggedrukt wordt waardoor er geen contrastmiddel kan komen.
Darmen
Ziekte van Crohn = chronische ontsteking darmwand, vaak in terminale ileum = laatste stuk ileum
- Ontsteking zelf niet te zien, maar verdikking darm en vernauwing lumen – beter op MRI, want
je kan de wand dan wel zien
Appendicitis = appendix ontstoken (dikkere wand)
- Ronde vorm – niet meer induwen – echo
- Slecht afgrensbare wand
- Grotere diameter > 6 mm
- Geïnfiltreerd vet = vet eromheen kan ontsteken – CT/echo
- Permeabiliteit vaten neemt toe komt meer contrastmiddel in appendix sterke aankleuring
Diverticulose dikke darm (colon) = divertikels, uitstulpingen van de darmwand (dieet weinig vezels)
Diverticulitis = divertikels ontsteken geïnfiltreerd vet
Coloncarcinoom = ruimte innemend proces dat vaak circulair groeit vernauwing lumen of
obstructie – applecore lesion
Kenmerken ontsteking:
- Zwelling/verdikking
- Toegenomen doorbloed en vaak toegenomen kleuring
- Verhoogde permeabiliteit van de vaten en daardoor meer vocht (oedeem)
- Omgeving betrokken: bv geïnfiltreerd vet (lichtgrijs op echo & CT)