Geneeskunde van mens tot cel
Thema 4 de borst
CASK medische beeldvorming
Medische beeldvormingstechnieken die we hebben zijn:
- CT scan = röntgenstralen
- MRI = werken met een sterk magneetveld en radiogolven
- Echo = geluidsgolven
- X-foto (röntgenfoto) = röntgenstralen
- Nucleair onderzoek = radioactieve stof straling wordt met een camera afgebeeld – dit wordt
vaak gecombineerd met de CT of MRI scan, dus deels röntgenstraling
X-foto/röntgenfoto
Röntgenstraling is ioniserende straling. De fotonen kunnen elektronen uit hun schil wegslaan. .
- Deterministisch effecten = treden kort na blootstelling op
- Stochatische effecten = treden lang na blootstelling op
CT-scan
2D beeld maken van 3D object – axiaal, coronaal en sagittaal vlak.
Er worden plakjes van het lichaam gemaakt (coupes). De röntgenstralen op de detector worden door
de computer omgezet in volume-elementen (voxels).
Contrast tussen verschillende weefsels vergroten kan door middel van een contrastmiddel.
- Intraveneus (in bloedvat) oraal (via mond) rectaal (via anus)
- Positief (hyperdens) of negatief (hypodens)
Voordeel: veel details zichtbaar en vorm/grootte organen goed zichtbaar, ook bij overgewicht, snel,
minder gevoelig voor beweging
Nadeel: duurder dan röntgenfoto/echo, röntgenstraling
, Geneeskunde van mens tot cel
Thema 4 de borst
HC 23 – de topografische anatomie van de borst
R. Notenboom
De benige borstkas bestaat uit verschillende onderdelen
- 12 thoracale wervels met tussenwervelschijven
- 12 ribben:
o 1 tm 7: ware ribben = direct verbonden sternum dmv kraakbeen
o 8 tm 10: valse ribben = indirect verbonden sternum dmv kraakbeen (arcus costalis)
o 11 & 12: zwevende ribben = vrije ribben die tussen de ventrolaterale spieren in de
buikwand eindigen – niet verbonden aan sternum
- Sternum (borstbeen)
o Proc Xiphoideus: kraakbeen verbening tot bot
o Corpus sterni
o Manubrium sterni
- Boven- en onderkant van de ribbenkast zijn open
o Apertura thoracis superior
o Apertura thoracis inferior = gesloten door diafragma (rechts hoger)
De thorax wand beschermt de viscera van de thorax en het bovenste deel van het abdomen.
Palpabele (voelbare) structuren: sternum, clavicula, kraakbeen waarmee ribben vastzitten
- Clavicula – hoort bij de schoudergordel en niet bij de ribbenkast
- Angulus sterni = aanhechtingsplaats van de 2e rib
o Overgang tussen corpus sterni en manubrium sterni
o 1e rib is niet voelbaar, omdat deze onder de clavicula ligt
o Handig bij het bepalen van de intercostaalruimte
- Intercostaalruimte = ruimtes tussen de ribben – deze zijn afgesloten met spieren:
o M. intercostalis externus \\\ ///
o M.. intercostalis internus /// \\\
Rugzijde borstkas musculatuur
- M. intercostalis internus: bij wervelkolom voort als intercostaal membraan – ribben omlaag
- M. intercostalis externus: bij sternum kant voort als intercostaal membraan waar je
doorheen kan kijken, waardoor je de m. intercostalis internus kan zien – ribben omhoog
- M. intercostalis intimus: dubbelblad m. intercostalis internus
- M. subcostalis
- M. transversus thoracis
- M. levator costarium
- M. serratus posterior inferior
- M. serratus posterior superior
Normale ademhaling: diafragma & intercostaalspieren isometrische contractie om
wand stijf te houden
Diepe ademhaling: de intercostaalspieren kunnen bij de ademhaling de ribben van de
borstkas extra optillen, waardoor het volume van de longen extra vergroot wordt.
Vascularisatie/zenuwen:
Arterie posterieur: aorta thoracica
anterieur: aorta thoracica interna = weerzijden sternum (uit a. subclavia)
Venen posterieur: azygos systeem
anterieur: vena thoracica interna
Innervatie intercostaalzenuwen die een aftakking zijn van de ventrale tak van de spinale zenuw
De arteriën, venen en zenuwen liggen beschermd aan de rand van een rib
De longen zijn uitgestulpt in de pleuraholte
- Pariëtale pleura = borstvlies
- Viscerale pleura = longvlies
Recessus costodiaphragmaticus = ruimte onder thorax tussen ribben en diafragma
Recessus costomediastinalis = ruimte in de thorax, parallel aan het sternum en de costale pleura
beide extra longvolume bij ademhaling
Thema 4 de borst
CASK medische beeldvorming
Medische beeldvormingstechnieken die we hebben zijn:
- CT scan = röntgenstralen
- MRI = werken met een sterk magneetveld en radiogolven
- Echo = geluidsgolven
- X-foto (röntgenfoto) = röntgenstralen
- Nucleair onderzoek = radioactieve stof straling wordt met een camera afgebeeld – dit wordt
vaak gecombineerd met de CT of MRI scan, dus deels röntgenstraling
X-foto/röntgenfoto
Röntgenstraling is ioniserende straling. De fotonen kunnen elektronen uit hun schil wegslaan. .
- Deterministisch effecten = treden kort na blootstelling op
- Stochatische effecten = treden lang na blootstelling op
CT-scan
2D beeld maken van 3D object – axiaal, coronaal en sagittaal vlak.
Er worden plakjes van het lichaam gemaakt (coupes). De röntgenstralen op de detector worden door
de computer omgezet in volume-elementen (voxels).
Contrast tussen verschillende weefsels vergroten kan door middel van een contrastmiddel.
- Intraveneus (in bloedvat) oraal (via mond) rectaal (via anus)
- Positief (hyperdens) of negatief (hypodens)
Voordeel: veel details zichtbaar en vorm/grootte organen goed zichtbaar, ook bij overgewicht, snel,
minder gevoelig voor beweging
Nadeel: duurder dan röntgenfoto/echo, röntgenstraling
, Geneeskunde van mens tot cel
Thema 4 de borst
HC 23 – de topografische anatomie van de borst
R. Notenboom
De benige borstkas bestaat uit verschillende onderdelen
- 12 thoracale wervels met tussenwervelschijven
- 12 ribben:
o 1 tm 7: ware ribben = direct verbonden sternum dmv kraakbeen
o 8 tm 10: valse ribben = indirect verbonden sternum dmv kraakbeen (arcus costalis)
o 11 & 12: zwevende ribben = vrije ribben die tussen de ventrolaterale spieren in de
buikwand eindigen – niet verbonden aan sternum
- Sternum (borstbeen)
o Proc Xiphoideus: kraakbeen verbening tot bot
o Corpus sterni
o Manubrium sterni
- Boven- en onderkant van de ribbenkast zijn open
o Apertura thoracis superior
o Apertura thoracis inferior = gesloten door diafragma (rechts hoger)
De thorax wand beschermt de viscera van de thorax en het bovenste deel van het abdomen.
Palpabele (voelbare) structuren: sternum, clavicula, kraakbeen waarmee ribben vastzitten
- Clavicula – hoort bij de schoudergordel en niet bij de ribbenkast
- Angulus sterni = aanhechtingsplaats van de 2e rib
o Overgang tussen corpus sterni en manubrium sterni
o 1e rib is niet voelbaar, omdat deze onder de clavicula ligt
o Handig bij het bepalen van de intercostaalruimte
- Intercostaalruimte = ruimtes tussen de ribben – deze zijn afgesloten met spieren:
o M. intercostalis externus \\\ ///
o M.. intercostalis internus /// \\\
Rugzijde borstkas musculatuur
- M. intercostalis internus: bij wervelkolom voort als intercostaal membraan – ribben omlaag
- M. intercostalis externus: bij sternum kant voort als intercostaal membraan waar je
doorheen kan kijken, waardoor je de m. intercostalis internus kan zien – ribben omhoog
- M. intercostalis intimus: dubbelblad m. intercostalis internus
- M. subcostalis
- M. transversus thoracis
- M. levator costarium
- M. serratus posterior inferior
- M. serratus posterior superior
Normale ademhaling: diafragma & intercostaalspieren isometrische contractie om
wand stijf te houden
Diepe ademhaling: de intercostaalspieren kunnen bij de ademhaling de ribben van de
borstkas extra optillen, waardoor het volume van de longen extra vergroot wordt.
Vascularisatie/zenuwen:
Arterie posterieur: aorta thoracica
anterieur: aorta thoracica interna = weerzijden sternum (uit a. subclavia)
Venen posterieur: azygos systeem
anterieur: vena thoracica interna
Innervatie intercostaalzenuwen die een aftakking zijn van de ventrale tak van de spinale zenuw
De arteriën, venen en zenuwen liggen beschermd aan de rand van een rib
De longen zijn uitgestulpt in de pleuraholte
- Pariëtale pleura = borstvlies
- Viscerale pleura = longvlies
Recessus costodiaphragmaticus = ruimte onder thorax tussen ribben en diafragma
Recessus costomediastinalis = ruimte in de thorax, parallel aan het sternum en de costale pleura
beide extra longvolume bij ademhaling