PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 3
2024–2025
Inhoudsopgave
1
,Hoofdstuk 3: De psychoanalytische benadering..........................................4
1. Uitgangspunten....................................................................................4
1.1. Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze interacties
worden bepaald door ons onbewuste....................................................4
1.2. Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze interacties
worden bepaald door onze ervaringen uit de eerste levensjaren..........5
1.3. De psychoanalytische benadering gaat uit van een conflictmodel.6
1.4. Een psychoanalytische benadering gaat uit van casestudy’s om
aan wetenschap te doen........................................................................6
2. Hedendaagse denkers..........................................................................7
3. Kritische kanttekeningen......................................................................8
4. Basisbegrippen van de psychoanalytische benadering........................8
4.1. Het bewuste, het voorbewuste en het onbewuste..........................9
4.1.1. Het onbewuste.........................................................................9
4.2. Het Es, het Uber-Ich en het Ich.....................................................10
4.3. Een constructieve en een destructieve drift.................................11
5. Niet kennen.........................................................................................12
6. De psychoanalytische kijk op persoonlijkheid.....................................12
6.1. Situering van de persoonlijkheidstheorie van Freud.....................12
6.1.1. Ons gedrag, gevoelens en gedachten worden bepaald door
ons onbewuste..................................................................................12
6.1.2. Ons gedrag, gevoelens en gedachten worden bepaald door
onze ervaringen uit de eerste levensjaren.......................................12
6.1.3. Een psychoanalytische benadering gaat uit van een
conflictmodel....................................................................................14
6.1.4. De persoonlijkheidstheorie van Freud....................................14
6.2. De persoonlijkheidstypologie van Freud.......................................14
6.2.1. De orale fase en het orale persoonlijkheidstype (van 0 tot 21
maanden).........................................................................................14
6.2.2. De anale fase en het anale persoonlijkheidstype (van 15
maanden tot 3 jaar)..........................................................................15
6.2.3. De fallische fase en het fallische persoonlijkheidstype (van 3
tot 5/6 jaar).......................................................................................15
6.2.4. De latentieperiode (van 6 tot 11/12 jaar)...............................16
6.2.5. De genitale fase (puberteit)...................................................16
6.3. Niet kennen (eens lezen in de PowerPoint)...................................16
6.4. Projectieve technieken..................................................................16
7. De psychoanalytische kijk op motivatie..............................................17
2
, 7.1. De motivatietheorie van Sigmund Freud......................................17
7.1.1. Het begrip: drift......................................................................18
7.1.2. Het primaire en het secundaire proces...................................18
7.1.3. Afweermechanismen..............................................................19
7.2. Kritische bedenkingen bij de motivatietheorie van Freud.............20
3
HOOFDSTUK 3
2024–2025
Inhoudsopgave
1
,Hoofdstuk 3: De psychoanalytische benadering..........................................4
1. Uitgangspunten....................................................................................4
1.1. Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze interacties
worden bepaald door ons onbewuste....................................................4
1.2. Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze interacties
worden bepaald door onze ervaringen uit de eerste levensjaren..........5
1.3. De psychoanalytische benadering gaat uit van een conflictmodel.6
1.4. Een psychoanalytische benadering gaat uit van casestudy’s om
aan wetenschap te doen........................................................................6
2. Hedendaagse denkers..........................................................................7
3. Kritische kanttekeningen......................................................................8
4. Basisbegrippen van de psychoanalytische benadering........................8
4.1. Het bewuste, het voorbewuste en het onbewuste..........................9
4.1.1. Het onbewuste.........................................................................9
4.2. Het Es, het Uber-Ich en het Ich.....................................................10
4.3. Een constructieve en een destructieve drift.................................11
5. Niet kennen.........................................................................................12
6. De psychoanalytische kijk op persoonlijkheid.....................................12
6.1. Situering van de persoonlijkheidstheorie van Freud.....................12
6.1.1. Ons gedrag, gevoelens en gedachten worden bepaald door
ons onbewuste..................................................................................12
6.1.2. Ons gedrag, gevoelens en gedachten worden bepaald door
onze ervaringen uit de eerste levensjaren.......................................12
6.1.3. Een psychoanalytische benadering gaat uit van een
conflictmodel....................................................................................14
6.1.4. De persoonlijkheidstheorie van Freud....................................14
6.2. De persoonlijkheidstypologie van Freud.......................................14
6.2.1. De orale fase en het orale persoonlijkheidstype (van 0 tot 21
maanden).........................................................................................14
6.2.2. De anale fase en het anale persoonlijkheidstype (van 15
maanden tot 3 jaar)..........................................................................15
6.2.3. De fallische fase en het fallische persoonlijkheidstype (van 3
tot 5/6 jaar).......................................................................................15
6.2.4. De latentieperiode (van 6 tot 11/12 jaar)...............................16
6.2.5. De genitale fase (puberteit)...................................................16
6.3. Niet kennen (eens lezen in de PowerPoint)...................................16
6.4. Projectieve technieken..................................................................16
7. De psychoanalytische kijk op motivatie..............................................17
2
, 7.1. De motivatietheorie van Sigmund Freud......................................17
7.1.1. Het begrip: drift......................................................................18
7.1.2. Het primaire en het secundaire proces...................................18
7.1.3. Afweermechanismen..............................................................19
7.2. Kritische bedenkingen bij de motivatietheorie van Freud.............20
3