DADING
1
,Inleiding
-Dading = laat toe om een geschil via wederzijdse toegevingen op te lossen, buiten de rechter om
-Bij dading kunnen contractspartijen een juridische waarheid ‘afbeelden’ die afwijkt van de strikte toepassing
van het recht
1. Appropriate dispute resolution
-Dading als geschikte geschiloplossing
Dading speelt een belangrijke rol binnen het landschap van alternatieve geschiloplossing (ADR)
o Dading als contractuele eindresultaat van bv. bemiddeling of collaboratieve onderhandelingen
o Oplossing waarbij de partijen zelf tot een akkoord komen (tussenpartijdig), is te verkiezen boven
een opgelegde beslissing door een rechter (bovenpartijdig)
Volgens het subsidiariteitsbeginsel moet geschiloplossing zo dicht mogelijk bij de partijen zelf gebeuren
-Dading en proceseconomie
Grenzen van dading: een dading mag geen schending vormen van de openbare orde of van dwingende
rechtsregels.
Voordelen van alternatieve geschiloplossing zijn onder meer:
o Snelheid
o Lagere kosten
o Duurzaam en vertrouwelijk karakter
o Evenwichtige belangenafweging
Zowel de wetgever als de rechtspraak moedigen minnelijke geschiloplossing actief aan.
-Informatieplicht en bevorderingsplicht van advocaten
Sinds 2018 is in artikel 444 Ger.W. vastgelegd dat advocaten:
o De rechtszoekende moeten informeren over de mogelijkheid van bemiddeling, verzoening of
andere minnelijke oplossingen (informatieplicht).
Resultaatsverbintenis: de informatie moet gegeven worden (art. 5.72, lid 2 BW)
o Indien zij menen dat een minnelijke oplossing mogelijk is, moeten zij proberen die te bevorderen
(bevorderingsplicht)
Inspanningsverbintenis: advocaat moet zich inspannen (normaal, voorzichtig en redelijk
persoon), maar het resultaat is niet gegarandeerd.
Bewijs van de fout door rechtszoekende
Samengevat: iedere advocaat moet zijn cliënt informeren over de mogelijkheid van een dading en die,
indien passend, helpen tot stand te brengen.
2. Dading als bijzonder contract
OUD BW NIEUW BW
Art. 2044 BW: Dading is een contract, waarbij Art. 7.7.9 BW: Dading is een contract waarbij de
partijen een gerezen geschil beëindigen, of een partijen, door wederzijdse toegevingen, een geschil
toekomstig geschil voorkomen. beëindigen of vermijden.
Dit contract moet schriftelijk opgemaakt worden
-Soepele definitie van de dading:
Wederkerig contract: contract waarbij beide partijen elkaar toegevingen doen om een geschil te
vermijden of te beëindigen (art. 2044, eerste lid oud BW)
Doel?
2
, o Partijen willen rechtsgevolgen tot stand brengen die een einde maken aan een bestaand of
mogelijk geschil (animus transactionis)
Wat is een geschil?
o Een geschil wordt ruim geïnterpreteerd als een verschil in mening of aanspraken over de
reikwijdte van elkaars rechten
Wederzijdse toegevingen verplicht
o Beide partijen moeten toegevingen doen, maar die hoeven niet noodzakelijk het centrale punt
van het geschil te betreffen
o Wederzijdse toegeving is geen erkenning van aansprakelijkheid
Geen erkenning vereist
o Volgens de rechtspraak houdt een dading niet in dat partijen elkaars oorspronkelijke aanspraken
erkennen.
-Herkwalificatie als vaststellingsovereenkomst:
Wanneer herkwalificatie?
o Als er geen sprake is van een geschil of geen wederzijdse toegevingen, wordt het contract
hergekwalificeerd als een 'onbenoemde' vaststellingsovereenkomst.
Drie vormen van vaststellingsovereenkomst:
o Partijen beslissen samen over een onzekerheid of geschil.
o Eén partij beslist daarover.
o Een onafhankelijke derde beslist.
Rechtsgevolgen: aan deze herkwalificatie zijn geen bijzondere regels verbonden => het algemeen
contractenrecht blijft van toepassing.
-Bijzonderheden tov algemeen contractenrecht bij een dading:
Drie afwijkingen:
o Schriftelijke bewijsvereiste (art. 2044, tweede lid oud BW) -geschrapt in nieuw BW: art. 8.9 BW
o Uitsluiting van rechtsdwaling (art. 2052, tweede lid oud BW)
o Beperkte eenzijdige opzegging bij verbintenissen van onbepaalde duur die (onherroepelijk) zijn
bedongen als wederzijdse toegeving.
Bevestiging algemeen contractenrecht in art. 2044-2058 oud BW
o Dading mag niet ingaan tegen openbare orde of dwingend recht (art. 1.3 en 5.51 BW)
o Ze creëert verbintenissen enkel tussen de betrokken partijen.
o Derden moeten het bestaan ervan erkennen (art. 5.103 BW).
Beperkingen in de praktijk: sommige regels van het gemeen verbintenissenrecht passen moeilijk bij de
aard van de dading, zoals:
o Buitengerechtelijke ontbinding (art. 5.93 BW).
o Buitengerechtelijke nietigheid (art. 5.59, derde lid BW).
In de praktijk worden deze vaak contractueel uitgesloten.
A. Geschil
-De dading was het eerste contract waarmee de werkzaamheden van de commissie begonnen zijn.
Er was aanvankelijk het idee om de dading als concept te verlaten.
Men wilde zich meer spiegelen aan het Nederlandse voorbeeld van de vaststellingsovereenkomst
o Ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschi
o Nederlandse vaststellingsovereenkomst vereist geen wederzijdse toegevingen.
o Vergelijking met het Duitse BGB: ook daar komt de notie van onzekerheid voor; in tegenstelling
tot Nederland vereist men daar wel wederzijdse toegevingen.
Nederlandse vaststellingsovereenkomst als inspiratie:
o Het initiële gevoel binnen de commissie was om het Nederlandse model te volgen:
vaststellingsovereenkomst
3
, o Probleem: er bestaat geen echt Frans equivalent voor "vaststellingsovereenkomst".
o Poging om het concept "vaststellingsovereenkomst" te vertalen of door te duwen is mislukt.
-Uiteindelijk is gekozen voor een ruimere interpretatie, waarbij:
De vaststellingsovereenkomst als begrip mag blijven bestaan.
Maar men vasthoudt aan de notie dading, die als concept goed ingeburgerd is in het Belgische recht.
4
1
,Inleiding
-Dading = laat toe om een geschil via wederzijdse toegevingen op te lossen, buiten de rechter om
-Bij dading kunnen contractspartijen een juridische waarheid ‘afbeelden’ die afwijkt van de strikte toepassing
van het recht
1. Appropriate dispute resolution
-Dading als geschikte geschiloplossing
Dading speelt een belangrijke rol binnen het landschap van alternatieve geschiloplossing (ADR)
o Dading als contractuele eindresultaat van bv. bemiddeling of collaboratieve onderhandelingen
o Oplossing waarbij de partijen zelf tot een akkoord komen (tussenpartijdig), is te verkiezen boven
een opgelegde beslissing door een rechter (bovenpartijdig)
Volgens het subsidiariteitsbeginsel moet geschiloplossing zo dicht mogelijk bij de partijen zelf gebeuren
-Dading en proceseconomie
Grenzen van dading: een dading mag geen schending vormen van de openbare orde of van dwingende
rechtsregels.
Voordelen van alternatieve geschiloplossing zijn onder meer:
o Snelheid
o Lagere kosten
o Duurzaam en vertrouwelijk karakter
o Evenwichtige belangenafweging
Zowel de wetgever als de rechtspraak moedigen minnelijke geschiloplossing actief aan.
-Informatieplicht en bevorderingsplicht van advocaten
Sinds 2018 is in artikel 444 Ger.W. vastgelegd dat advocaten:
o De rechtszoekende moeten informeren over de mogelijkheid van bemiddeling, verzoening of
andere minnelijke oplossingen (informatieplicht).
Resultaatsverbintenis: de informatie moet gegeven worden (art. 5.72, lid 2 BW)
o Indien zij menen dat een minnelijke oplossing mogelijk is, moeten zij proberen die te bevorderen
(bevorderingsplicht)
Inspanningsverbintenis: advocaat moet zich inspannen (normaal, voorzichtig en redelijk
persoon), maar het resultaat is niet gegarandeerd.
Bewijs van de fout door rechtszoekende
Samengevat: iedere advocaat moet zijn cliënt informeren over de mogelijkheid van een dading en die,
indien passend, helpen tot stand te brengen.
2. Dading als bijzonder contract
OUD BW NIEUW BW
Art. 2044 BW: Dading is een contract, waarbij Art. 7.7.9 BW: Dading is een contract waarbij de
partijen een gerezen geschil beëindigen, of een partijen, door wederzijdse toegevingen, een geschil
toekomstig geschil voorkomen. beëindigen of vermijden.
Dit contract moet schriftelijk opgemaakt worden
-Soepele definitie van de dading:
Wederkerig contract: contract waarbij beide partijen elkaar toegevingen doen om een geschil te
vermijden of te beëindigen (art. 2044, eerste lid oud BW)
Doel?
2
, o Partijen willen rechtsgevolgen tot stand brengen die een einde maken aan een bestaand of
mogelijk geschil (animus transactionis)
Wat is een geschil?
o Een geschil wordt ruim geïnterpreteerd als een verschil in mening of aanspraken over de
reikwijdte van elkaars rechten
Wederzijdse toegevingen verplicht
o Beide partijen moeten toegevingen doen, maar die hoeven niet noodzakelijk het centrale punt
van het geschil te betreffen
o Wederzijdse toegeving is geen erkenning van aansprakelijkheid
Geen erkenning vereist
o Volgens de rechtspraak houdt een dading niet in dat partijen elkaars oorspronkelijke aanspraken
erkennen.
-Herkwalificatie als vaststellingsovereenkomst:
Wanneer herkwalificatie?
o Als er geen sprake is van een geschil of geen wederzijdse toegevingen, wordt het contract
hergekwalificeerd als een 'onbenoemde' vaststellingsovereenkomst.
Drie vormen van vaststellingsovereenkomst:
o Partijen beslissen samen over een onzekerheid of geschil.
o Eén partij beslist daarover.
o Een onafhankelijke derde beslist.
Rechtsgevolgen: aan deze herkwalificatie zijn geen bijzondere regels verbonden => het algemeen
contractenrecht blijft van toepassing.
-Bijzonderheden tov algemeen contractenrecht bij een dading:
Drie afwijkingen:
o Schriftelijke bewijsvereiste (art. 2044, tweede lid oud BW) -geschrapt in nieuw BW: art. 8.9 BW
o Uitsluiting van rechtsdwaling (art. 2052, tweede lid oud BW)
o Beperkte eenzijdige opzegging bij verbintenissen van onbepaalde duur die (onherroepelijk) zijn
bedongen als wederzijdse toegeving.
Bevestiging algemeen contractenrecht in art. 2044-2058 oud BW
o Dading mag niet ingaan tegen openbare orde of dwingend recht (art. 1.3 en 5.51 BW)
o Ze creëert verbintenissen enkel tussen de betrokken partijen.
o Derden moeten het bestaan ervan erkennen (art. 5.103 BW).
Beperkingen in de praktijk: sommige regels van het gemeen verbintenissenrecht passen moeilijk bij de
aard van de dading, zoals:
o Buitengerechtelijke ontbinding (art. 5.93 BW).
o Buitengerechtelijke nietigheid (art. 5.59, derde lid BW).
In de praktijk worden deze vaak contractueel uitgesloten.
A. Geschil
-De dading was het eerste contract waarmee de werkzaamheden van de commissie begonnen zijn.
Er was aanvankelijk het idee om de dading als concept te verlaten.
Men wilde zich meer spiegelen aan het Nederlandse voorbeeld van de vaststellingsovereenkomst
o Ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschi
o Nederlandse vaststellingsovereenkomst vereist geen wederzijdse toegevingen.
o Vergelijking met het Duitse BGB: ook daar komt de notie van onzekerheid voor; in tegenstelling
tot Nederland vereist men daar wel wederzijdse toegevingen.
Nederlandse vaststellingsovereenkomst als inspiratie:
o Het initiële gevoel binnen de commissie was om het Nederlandse model te volgen:
vaststellingsovereenkomst
3
, o Probleem: er bestaat geen echt Frans equivalent voor "vaststellingsovereenkomst".
o Poging om het concept "vaststellingsovereenkomst" te vertalen of door te duwen is mislukt.
-Uiteindelijk is gekozen voor een ruimere interpretatie, waarbij:
De vaststellingsovereenkomst als begrip mag blijven bestaan.
Maar men vasthoudt aan de notie dading, die als concept goed ingeburgerd is in het Belgische recht.
4