REISCONTRACTEN
1
,Inleiding
1. Waarom is er nood aan specifieke reiswetgeving?
-Economische cijfers tonen aan: toerisme is een sector waarin miljarden euro’s circuleren (binnen EU is 1/8
jobs gelinkt aan toerisme) => vanuit econmisch standpunt logisch dat men daar wet rond maakt
-Maatschappelijk belang: we gaan graag op reis, mensen sparen daarvoor => dan wil je ook dat alles goed
verloopt en juridisch beschermd zijn indien het niet goed verloopt
-Consumentenbescherming in een ver en vreemd land: wanneer we op reis gaan en je boekt een all-in in
Turkije voor een weekje weg en je komt toe en dat hotel bestaat niet => dan sta je daar: je moet je beroepen op
het IPR (ik ben Belg en ik sluit contract met Turk, prestaties uitgevoerd in Turkije: welk recht, welke rechtbank?)
-Prof. dr. David Grant: “De reisindustrie is naar verluidt de grootste ter wereld en wordt elk jaar belangrijker. Het
is dan ook een beetje een mysterie dat het reisrecht tot voor kort geen onderwerp was dat een belangrijke
plaats innam in het juridische curriculum; het wordt ook niet geassocieerd met een grote hoeveelheid juridische
literatuur.” => op juridisch vlak is er dus niet zo heel veel bestaande over reiscontracten
2. Historisch
-Het fenomeen ‘toerist’: opkomst sinds 19de eeuw
Voorheen: reizen als functionele activiteit (handel drijven, oorlog voeren, gebied veroveren/koloniseren,
ontsnappen aan armoede of vervolging, uit godsdienstige overwegingen, …)
Vanaf 19de eeuw: culturele en ontspannende functie van reizen (grand tour: educatieve reizen door
Europa van jongeren om culturele en intellectuele vorming te vervolledigen)
-Lange tijd voorbehouden voor een sociaal-economische bevoorrechte categorie burgers
-Vanaf 20ste eeuw: ontwikkeling massatoerisme (verminderde arbeidsduur, recht op jaarlijkse vakantie,
exponentiële ontwikkeling transportmiddelen, verhoogde levensstandaard, …)
Exponentiële toename na WO II: recht op jaarlijkse vakantie, meer vervoersmiddelen, …
Belangrijke factor hierin: de ontwikkeling van het fenomeen van de ‘georganiseerde reis’ (= pakketreis)
A. Genese van de wetgeving (nationaal)
-Wet 14 december 1876 op het vervoer van de landverhuizers (opgeheven bij Wet van 3 mei 1999)
Ratio van die wet: door de opkomst van reisagenten was er een humanitaire noodzaak ontstaan => er
waren handelsagentschappen om mensen te ronselen die op zoek waren naar het grote geluk elders en
daar was heel wat misbruik rond (reisagenten die voor veel geld mensen de kans gaven om in een
ander land beter te leven)
-Wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus, BS 10 juni 1965
Vervangen door het Decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, BS 5 april
2007 [Vlaanderen]
Opgeheven door het Decreet van 13 juli 2012 houdende wijziging en opheffing van het decreet van 2
maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, BS 14 augustus 2012 [Vlaanderen]
Hier gaan we niet dieper op in
o Toch voor een aantal jaren reisbureaus een statuut nodig: je kon niet zomaar een reisbureau
opstarten
o Vandaag is dat in Vlaanderen wel zo (sinds 1 januari 2014): geen vergunningsplicht meer voor
reisbureaus (redenen waren vooral rechtspraak)
-Wet van 30 maart 1973 houdende goedkeuring van de Internationale Overeenkomst betreffende het
Reiscontract, BS 17 mei 1973
In 1973: consumentenrechtelijke bepalingen voor het reiscontract
2
, Deze wet is uiteindelijk ook basis geweest voor de richtlijn van 1990 waar we lang mee hebben gewerkt
3
1
,Inleiding
1. Waarom is er nood aan specifieke reiswetgeving?
-Economische cijfers tonen aan: toerisme is een sector waarin miljarden euro’s circuleren (binnen EU is 1/8
jobs gelinkt aan toerisme) => vanuit econmisch standpunt logisch dat men daar wet rond maakt
-Maatschappelijk belang: we gaan graag op reis, mensen sparen daarvoor => dan wil je ook dat alles goed
verloopt en juridisch beschermd zijn indien het niet goed verloopt
-Consumentenbescherming in een ver en vreemd land: wanneer we op reis gaan en je boekt een all-in in
Turkije voor een weekje weg en je komt toe en dat hotel bestaat niet => dan sta je daar: je moet je beroepen op
het IPR (ik ben Belg en ik sluit contract met Turk, prestaties uitgevoerd in Turkije: welk recht, welke rechtbank?)
-Prof. dr. David Grant: “De reisindustrie is naar verluidt de grootste ter wereld en wordt elk jaar belangrijker. Het
is dan ook een beetje een mysterie dat het reisrecht tot voor kort geen onderwerp was dat een belangrijke
plaats innam in het juridische curriculum; het wordt ook niet geassocieerd met een grote hoeveelheid juridische
literatuur.” => op juridisch vlak is er dus niet zo heel veel bestaande over reiscontracten
2. Historisch
-Het fenomeen ‘toerist’: opkomst sinds 19de eeuw
Voorheen: reizen als functionele activiteit (handel drijven, oorlog voeren, gebied veroveren/koloniseren,
ontsnappen aan armoede of vervolging, uit godsdienstige overwegingen, …)
Vanaf 19de eeuw: culturele en ontspannende functie van reizen (grand tour: educatieve reizen door
Europa van jongeren om culturele en intellectuele vorming te vervolledigen)
-Lange tijd voorbehouden voor een sociaal-economische bevoorrechte categorie burgers
-Vanaf 20ste eeuw: ontwikkeling massatoerisme (verminderde arbeidsduur, recht op jaarlijkse vakantie,
exponentiële ontwikkeling transportmiddelen, verhoogde levensstandaard, …)
Exponentiële toename na WO II: recht op jaarlijkse vakantie, meer vervoersmiddelen, …
Belangrijke factor hierin: de ontwikkeling van het fenomeen van de ‘georganiseerde reis’ (= pakketreis)
A. Genese van de wetgeving (nationaal)
-Wet 14 december 1876 op het vervoer van de landverhuizers (opgeheven bij Wet van 3 mei 1999)
Ratio van die wet: door de opkomst van reisagenten was er een humanitaire noodzaak ontstaan => er
waren handelsagentschappen om mensen te ronselen die op zoek waren naar het grote geluk elders en
daar was heel wat misbruik rond (reisagenten die voor veel geld mensen de kans gaven om in een
ander land beter te leven)
-Wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus, BS 10 juni 1965
Vervangen door het Decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, BS 5 april
2007 [Vlaanderen]
Opgeheven door het Decreet van 13 juli 2012 houdende wijziging en opheffing van het decreet van 2
maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, BS 14 augustus 2012 [Vlaanderen]
Hier gaan we niet dieper op in
o Toch voor een aantal jaren reisbureaus een statuut nodig: je kon niet zomaar een reisbureau
opstarten
o Vandaag is dat in Vlaanderen wel zo (sinds 1 januari 2014): geen vergunningsplicht meer voor
reisbureaus (redenen waren vooral rechtspraak)
-Wet van 30 maart 1973 houdende goedkeuring van de Internationale Overeenkomst betreffende het
Reiscontract, BS 17 mei 1973
In 1973: consumentenrechtelijke bepalingen voor het reiscontract
2
, Deze wet is uiteindelijk ook basis geweest voor de richtlijn van 1990 waar we lang mee hebben gewerkt
3