Orientatie methodisch werken
1.1 WC
Wat is methodisch werken?
Visie-methodiek-methode-vaardigheid-techniek-instrument
Methodiek: een overzicht van meerdere methodes
Methode: een vaste doordachte manier van handelen om een zeker doel te bereiken.
De inhoud van methodisch word beïnvloed door wat je kunt, wat je weet en door je inzicht. Kennis,
kunde en vaardigheid zijn uiteindelijk de componenten die je visie vormgeven.
Lineair en circulair
Lineair model: een stappenplan waarbij je stap voor stap je doel wil bereiken: dus eerst de ene actie,
daarna de andere.
Circulair model: een model dat zich kenmerkt door de circulaire vorm. De fasen worden in een cirkel
gesitueerd. Hierbij kun je goed bijsturen, je kunt stappen terug en vooruit doen.
Initiatief-analyse-probleemstelling-doelstelling-strategie-uitvoering-netwerken-evaluatie-bijstellen
, 1.2 WC
Initiatieffase
Informatie verzamelen om beeld te krijgen van de client door middel van een intake gesprek (client
gerichte communicatie)
- Wie is de aanmelder?
- Hoe is de aanmelder aangemeld
- Biografische gegevens
- Leefsituatie in beeld brengen
- Referenten
Analyse fase
In de tweede fase van methodisch werken ga je van een globaal beeld naar een specifiek beeld. Van
de verzamelde informatie maak je een selectie en zet deze om in een werkbare benadering. In feite
ben je bezig in deze fase de hulpverlening te ontwerpen: wat zijn de problemen en welke doelstelling
wil je bereiken?
Micro- meso- en macroniveau
Micro: klein, dus een persoon of kleine groen bijv. een gezin, leefgroep, client.
Meso: midden, dus de omgeving waarbinnen de hulpverlening wordt georganiseerd bijv de buurt,
woningbouwvereniging, werk.
Macro: groot, dus de overheid, politiek, nieuw beleid, signalering.
Beschermende en bedreigende factoren (draagkracht en draaglast)
De beschermende factoren: alle invloeden die een positieve uitwerking hebben op de client.
Bedreigende factoren: factoren die de groei van een client tegenhouden of zelfs verstoren.
1.4 WC
Driewereldenmodel
Het driewereldenmodel is een soort van sorteermachine die je helpt bij de analyse. Hierbij heb je 3
sorteermogelijkheden:
1. De objectieve wereld: oftewel alle feitelijke kennis
2. De subjectieve wereld: de subjectieve beleving
3. De sociale/normatieve wereld: waarden en normen en moreel besef
Hierbij gaat het om zowel uitspraken als handelingen.
Objectieve wereld
Feiten: zichtbaar, buitenkant, objectief waarneembaar, geen twijfel over mogelijk.
Vraag voor jezelf: is datgeen wat de client zegt/beweert een feit en/of zou je kunnen checken of het
waar is?
Subjectieve wereld
Gevoelens, emoties, eigen beleving, identiteit, binnenkant, privé, niet zichtbaar.
Vraag voor jezelf: gaat datgeen wat de client zegt over zichzelf?
Normatieve/sociale wereld
Oordelen, normen & waarden, ‘ik moet iets’, met anderen, in het verkeer, buitenkant.
Vraag voor jezelf: gaat datgeen wat de client zegt over een ander? Is het een aanname die de client
doet? Is datgeen wat de client zegt gebaseerd op een norm of spelen normen mee?
1.1 WC
Wat is methodisch werken?
Visie-methodiek-methode-vaardigheid-techniek-instrument
Methodiek: een overzicht van meerdere methodes
Methode: een vaste doordachte manier van handelen om een zeker doel te bereiken.
De inhoud van methodisch word beïnvloed door wat je kunt, wat je weet en door je inzicht. Kennis,
kunde en vaardigheid zijn uiteindelijk de componenten die je visie vormgeven.
Lineair en circulair
Lineair model: een stappenplan waarbij je stap voor stap je doel wil bereiken: dus eerst de ene actie,
daarna de andere.
Circulair model: een model dat zich kenmerkt door de circulaire vorm. De fasen worden in een cirkel
gesitueerd. Hierbij kun je goed bijsturen, je kunt stappen terug en vooruit doen.
Initiatief-analyse-probleemstelling-doelstelling-strategie-uitvoering-netwerken-evaluatie-bijstellen
, 1.2 WC
Initiatieffase
Informatie verzamelen om beeld te krijgen van de client door middel van een intake gesprek (client
gerichte communicatie)
- Wie is de aanmelder?
- Hoe is de aanmelder aangemeld
- Biografische gegevens
- Leefsituatie in beeld brengen
- Referenten
Analyse fase
In de tweede fase van methodisch werken ga je van een globaal beeld naar een specifiek beeld. Van
de verzamelde informatie maak je een selectie en zet deze om in een werkbare benadering. In feite
ben je bezig in deze fase de hulpverlening te ontwerpen: wat zijn de problemen en welke doelstelling
wil je bereiken?
Micro- meso- en macroniveau
Micro: klein, dus een persoon of kleine groen bijv. een gezin, leefgroep, client.
Meso: midden, dus de omgeving waarbinnen de hulpverlening wordt georganiseerd bijv de buurt,
woningbouwvereniging, werk.
Macro: groot, dus de overheid, politiek, nieuw beleid, signalering.
Beschermende en bedreigende factoren (draagkracht en draaglast)
De beschermende factoren: alle invloeden die een positieve uitwerking hebben op de client.
Bedreigende factoren: factoren die de groei van een client tegenhouden of zelfs verstoren.
1.4 WC
Driewereldenmodel
Het driewereldenmodel is een soort van sorteermachine die je helpt bij de analyse. Hierbij heb je 3
sorteermogelijkheden:
1. De objectieve wereld: oftewel alle feitelijke kennis
2. De subjectieve wereld: de subjectieve beleving
3. De sociale/normatieve wereld: waarden en normen en moreel besef
Hierbij gaat het om zowel uitspraken als handelingen.
Objectieve wereld
Feiten: zichtbaar, buitenkant, objectief waarneembaar, geen twijfel over mogelijk.
Vraag voor jezelf: is datgeen wat de client zegt/beweert een feit en/of zou je kunnen checken of het
waar is?
Subjectieve wereld
Gevoelens, emoties, eigen beleving, identiteit, binnenkant, privé, niet zichtbaar.
Vraag voor jezelf: gaat datgeen wat de client zegt over zichzelf?
Normatieve/sociale wereld
Oordelen, normen & waarden, ‘ik moet iets’, met anderen, in het verkeer, buitenkant.
Vraag voor jezelf: gaat datgeen wat de client zegt over een ander? Is het een aanname die de client
doet? Is datgeen wat de client zegt gebaseerd op een norm of spelen normen mee?