Hoofdstuk 1
De Belastingdienst valt onder het ministerie van Financiën en kent de volgende directies:
Primaire-proces directies (uitvoerende taken);
Concerndirecties (kwaliteit en beleid);
Corporate diensten en Shared Service Organisaties (ondersteunende taken).
Voor de loonadministratie zijn deze taken van de Belastingdienst het belangrijkst:
heffen van belastingen en premies: toegewezen aan de inspecteur;
innen van belastingen en premies: dit gebeurt door de ontvanger;
controleren van de belastingaangiften van burgers en bedrijven.
Bij de heffing wordt de hoogte van de belastingschuld vastgelegd, waarna bij het innen de
ontvanger voor de invordering bij de belastingplichtige zorgt. Toezichthouders controleren dit.
Deze worden volgens de Awb (Algemene Wet Bestuursrecht - bevat definities, bevoegdheden,
procedures en griffie van bestuursorganen en besluiten) benoemd. Toezichthouders kunnen bij
werkgever en werknemer inlichtingen, legitimatie en inzage in loonadministratie vorderen.
Vrijwel alle premies worden geïnd door de belastingdienst. Enkele uitzonderingen zijn:
UWV int de premie voor de vrijwillige werknemersverzekeringen.
De SVB (Sociale verzekeringsbank) int de premie voor de vrijwillige volksverzekeringen.
De zorgverzekeraars innen de nominale en aanvullende premie voor de
Zorgverzekeringswet. Zvw = de wetgeving omtrent de nominale premie en
inkomensafhankelijke bijdrage Zvw.
Loonheffing = 4 heffingen die periodiek aangegeven moeten worden bij de Belastingdienst en
worden afgedragen.
1. loonbelasting = voorheffing op de inkomstenbelasting (rekening werknemer).
a. Verstrekker (inhoudingsplichtige) van het loon of de uitkering houdt de
loonbelasting in.
b. Ontvanger van het loon of de uitkering (werknemer of uitkeringsgerechtigde) hoeft
door deze inhouding geen of minder inkomstenbelasting bij te betalen, waardoor de
loonbelasting een eindheffing is.
Bij inkomsten die niet onder de loonbelasting vallen geldt het systeem van voorlopige
aanslagen.
Op basis van geschatte winst draagt de belastingplichtige tijdens het jaar
inkomstenbelasting af.
2. premies volksverzekeringen (rekening werknemer)
3. premies werknemersverzekeringen (rekening werkgever)
4. inkomensafhankelijke bijdrage Zvw (rekening werkgever).
Daarnaast zijn er sociale voorzieningen waarvoor geen afzonderlijke premie wordt geïnd, zoals
de Toeslagenwet, de Wajong, de AKW (Algemene Kinderbijslagwet) en de Participatiewet. De
kosten en uitkeringen via deze wetten worden betaald uit de algemene middelen van het Rijk.
Collecterende functie = het heffen en innen van premies.
Distribuerende functie = het verstrekken van uitkeringen, voorzieningen en toeslagen (UWV,
SVB, zorgverzekeraars en gemeenten)
UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) zorgt voor de uitkeringen van
werknemersverzekeringen aan degenen die hierop recht hebben. Vrijwillige verzekeringen:
WW (Werkloosheidswet)
WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering)/WIA (Wet werken inkomen naar
arbeidsvermogen)
ZW (Ziektewet)
Wajong;
Toeslagenwet;
IOW (Inkomensvoorziening voor oudere werklozen)
Overige taken UWV:
Het re-integreren van arbeidsgehandicapten en werklozen.
, Het onderhouden van de polisadministratie. De dienstverband- en loongegevens krijgt
het UWV van de Belastingdienst, die als bron de periodieke loonaangifte gebruikt.
Het verstrekken van diverse verklaringen.
Het bijhouden van het doelgroepenregister.
Het maken van berekeningen voor LIV (Lage-inkomensvoordeel) en LKV
(loonkostenvoordeel).
De SVB zorgt voor de uitkeringen ingevolge de volksverzekeringen:
AKW (Algemene kinderbijslagwet)
Anw (Algemene nabestaandenwet)
AOW (Algemene ouderdomswet)
De SVB houdt zich op verzoek bezig met het beheer van het persoonsgebonden budget en is
verantwoordelijk voor de beoordeling van de sociale verzekeringsplicht bij
grensoverschrijdende arbeid.
De gemeenten verstrekken, via hun sociale diensten, voorzieningen in het kader van de
Participatiewet, de IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers), de IOAZ (Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de Wmo (Wet maatschappelijke
Ondersteuning).
De zorgverzekeraars (ziektekostenverzekeraars) voeren de Zvw uit. Bijzondere ziektekosten
worden uit de Wlz (Wet langdurige zorg) bekostigd. De nominale en aanvullende premies voor
de Zvw worden aan de zorgverzekeraar betaald. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt door
de Belastingdienst geïnd, evenals de premie voor de Wlz, volksverzekering.
Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) int de eigen bijdrage voor Wmo en Wlz en is
verantwoordelijk voor de financiering van de Wlz-instellingen. CAK voert burgerregelingen uit:
regelingen voor wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en onverzekerbare
vreemdelingen, en de buitenlandregeling.
Toeslagen = verantwoordelijk voor de uitkeringen ingevolge de inkomensafhankelijke
regelingen: zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, en kindgebonden budget.
In het Sociaal Akkoord van 2013 is geregeld dat vakbonden en werkgevers de gemiste
uitkeringsmaanden privaat kunnen repareren via de arbeidsvoorwaarden. Stichting Private
Aanvulling WW en WIA int de premies. De werkgever moet de premie inhouden op het loon
van werknemers en afdragen aan de SPAWW.
AWR (Algemene wet inzake rijksbelastingen) = basisprincipes voor alle belastingwetten.
Wet LB (wet op de loonbelasting 1964) = voor de heffing en inning van de loonbelasting.
Wfsv (Wet financiering sociale verzekeringen) = regels voor inning premies volks- en
werknemersverzekeringen.
De wet- en regelgeving vinden we in:
wetten;
uitvoeringsbesluiten;
uitvoeringsregelingen;
internationale verdragen;
jurisprudentie (uitspraken van rechters).
, Hoofdstuk 2
Wanneer een werkgever voor het eerst iemand in dienst neemt, moet hij voor indienstneming
een melding maken bij de Belastingdienst met het formulier Melding Loonheffingen
Aanmelding Werkgever. Werkgever krijgt van Belastingdienst:
Loonheffingennummer om aangifte loonheffing te kunnen doen en voor vermelding van
de correspondentie aan de Belastingdienst. Je krijgt een nieuw nummer als je verandert
van rechtsvorm.
Mededeling waarin staat over welke tijdvakken aangifte gedaan moeten worden.
Als premies werknemersverzekeringen aan de orde zijn:
melding waarin staat bij welke sector hij is aangesloten.
met het percentage voor de gedifferentieerde premie Whk.
Drie verplichtingen voor werkgever bij het de indiensttreding van nieuwe werknemer:
1. De werknemer moet de gegevens voor de loonheffingen inleveren.
2. De werkgever moet de identiteit van de werknemer vaststellen.
3. Voor elke (nieuwe) werknemer moet ieder kalenderjaar vóór de eerste loonbetaling een
loonstaat (alles wat nodig is om tot de juiste hoogte van de loonheffing te komen)
worden aangelegd.
Elke medewerker/uitkeringsgerechtigde moet voor de eerste werkdag/uitbetaling schriftelijk
een aantal gegevens doorgeven aan de werkgever/uitkeringsinstantie:
naam en voorletters;
geboortedatum;
BSN;
straat en huisnummer;
postcode en woonplaats;
bij een buitenlandse werknemer: woonland en regio
of de loonheffingskorting wel of niet moet worden toegepast. Is vormvrij, maar in de
meeste gevallen wordt modelformulier gebruikt. Bij aow’er wordt standaard toegepast
op uitkering. De opgaaf gegevens voor de loonheffingen moet worden bewaard tot 5
volle kalenderjaren na afloop van het kalenderjaar waarin de dienstbetrekking is
geëindigd;
datum ondertekening;
handtekening.
Elke werkgever moet de identiteit van een nieuwe werknemer vaststellen vóór aanvang van
de werkzaamheden. De werkgever is verplicht een kopie te maken van het identiteitsbewijs.
De geldigheidsduur mag niet verlopen zijn. De identificatieplicht bestaat uit:
verificatieplicht: controleren van het identiteitsbewijs op echtheid en geldigheid;
bewaarplicht: kopie ID, opgaaf gegevens voor de loonheffing, bijlage studenten- en
scholierenregeling, kopie van een beschikking of verklaring die de werkgever van de
werknemer heeft gekregen moet worden bewaard tot 5 volle kalenderjaren na afloop
van het kalenderjaar waarin de dienstbetrekking is geëindigd;
zorgplicht: bij indiensttreding de werknemer in de gelegenheid stellen aan de
identificatieplicht te voldoen en erop te wijzen dat hij tijdens het werk een geldig
identiteitsbewijs moet kunnen laten zien. Dit geldt zowel voor eigen werknemers als
voor ingehuurde arbeidskrachten.
Anoniementarief =
De werkgever moet het maximale loonheffing percentage inhouden, geen
loonheffingskorting.
Bij de premieberekening voor de werknemersverzekeringen mag de werkgever geen
rekening houden met het maximumpremieloon.
Ook mag hij voor de werkgeversheffing Zvw of de werknemersbijdrage Zvw geen
rekening houden met het maximumbijdrageloon.
In een aantal situaties moet een werkgever het ‘anoniementarief’ toepassen. Dit is het geval:
als de werknemer zijn naam, adres en woonplaats niet schriftelijk, gedagtekend en
ondertekend aan de werkgever bekend heeft gemaakt.
, als de identiteit van de werknemer niet op de juiste manier is vastgesteld (loon
tegenwoordige dienstbetrekking);
als de werkgever gegevens niet of niet juist bewaart (loon tegenwoordige
dienstbetrekking);
Als werknemer bewust onjuiste gegevens verstrekt, waarvan de inhoudingsplichtige
redelijkerwijs moet weten dat dit onjuist is;
Bij buitenlandse werknemers: als verblijfsvergunning of tewerkstellingsvergunning
ontbreekt (loon, tegenwoordige dienstbetrekking).
6-maanden fictie = als de Belastingdienst constateert dat een bepaalde medewerker niet in
de salarisadministratie is opgenomen en al langer dan 6 maanden in dienst is. Er moet dan
over deze hele periode de volledige aangifte gedaan worden tegen het anoniementarief.
Als een werknemer voor de eerste keer zijn salaris ontvangt, is de werkgever verplicht hem
een loonstrook te geven. Dit moet elke keer opnieuw als de loonbetaling afwijkt van de vorige
loonbetaling. Er mag geen BSN op staan, wel een adres. Werkgevers zijn ook verplicht elk jaar
een jaaropgave te verstrekken met daarop het door de werknemer ontvangen loon. BSN is
een verplicht veld.
Inhoudingsplichtige moet een loonstaat aanleggen voor elke werknemer met de volgende
rubrieken:
werknemer;
inhoudingsplichtige/werkgever, waaronder het loonheffingennummer;
gegevens voor de tabeltoepassing waaronder wel/geen loonheffingskorting.
Een inhoudingsplichtige kan op de volgende manieren een aangifte loonheffingen indienen:
DigiD (eenmanszaak);
eHerkenning (rechtspersoon);
Speciale aangiftesoftware;
Door verstrekken ketenmachtiging aan een accountant, belastingadviseur of
salarisbureau.
De loonaangifte bestaat uit 3 soorten gegevens die aangeleverd moeten worden:
1. Identificerende gegevens
2. Collectieve gegevens (werkgeversgegevens), bestaande uit de totale loonbedragen en
loonheffingsbedragen van alle werknemers samen en de totaalbedragen van
eindheffingen en afdrachtverminderingen.
3. Werknemersgegevens, dit zijn persoonsgegevens, loongegevens en loonheffingen per
individuele werknemer. Contractloon en -uren moeten ook opgegeven worden.
Bij de loonaangifte wordt een inkomstenverhouding gekenmerkt door de combinatie van:
loonheffingennummer van de werkgever;
BSN van de werknemer; als er geen BSN is, moet het personeelsnummer worden
opgenomen;
nummer van de inkomstenverhouding.
Loontijdvak = het tijdvak waarover werkgevers het loon aan de werknemers betalen. Het
loontijdvak kan een dag, een week, 4 weken of een maand zijn.
Aan het eind van elk jaar stuurt de Belastingdienst aan elke werkgever een Aangiftebrief
loonheffing. Hierin staan de aangiftetijdvakken en de uiterste data voor het volgende
kalenderjaar vermeld en ook het betalingskenmerk dat bij de betaling moet worden
opgegeven. Genietingstijdstip = het tijdvak waarin de loonheffing moet worden ingehouden
en afgedragen. Het loon wordt genoten op één van de volgende momenten:
tijdstip van loonbetaling;
tijdstip van verrekening van het loon;
tijdstip van ter beschikking stellen van het loon;
tijdstip waarop het loon rentedragend wordt;
tijdstip waarop het loon vorderbaar en inbaar wordt.
De Belastingdienst valt onder het ministerie van Financiën en kent de volgende directies:
Primaire-proces directies (uitvoerende taken);
Concerndirecties (kwaliteit en beleid);
Corporate diensten en Shared Service Organisaties (ondersteunende taken).
Voor de loonadministratie zijn deze taken van de Belastingdienst het belangrijkst:
heffen van belastingen en premies: toegewezen aan de inspecteur;
innen van belastingen en premies: dit gebeurt door de ontvanger;
controleren van de belastingaangiften van burgers en bedrijven.
Bij de heffing wordt de hoogte van de belastingschuld vastgelegd, waarna bij het innen de
ontvanger voor de invordering bij de belastingplichtige zorgt. Toezichthouders controleren dit.
Deze worden volgens de Awb (Algemene Wet Bestuursrecht - bevat definities, bevoegdheden,
procedures en griffie van bestuursorganen en besluiten) benoemd. Toezichthouders kunnen bij
werkgever en werknemer inlichtingen, legitimatie en inzage in loonadministratie vorderen.
Vrijwel alle premies worden geïnd door de belastingdienst. Enkele uitzonderingen zijn:
UWV int de premie voor de vrijwillige werknemersverzekeringen.
De SVB (Sociale verzekeringsbank) int de premie voor de vrijwillige volksverzekeringen.
De zorgverzekeraars innen de nominale en aanvullende premie voor de
Zorgverzekeringswet. Zvw = de wetgeving omtrent de nominale premie en
inkomensafhankelijke bijdrage Zvw.
Loonheffing = 4 heffingen die periodiek aangegeven moeten worden bij de Belastingdienst en
worden afgedragen.
1. loonbelasting = voorheffing op de inkomstenbelasting (rekening werknemer).
a. Verstrekker (inhoudingsplichtige) van het loon of de uitkering houdt de
loonbelasting in.
b. Ontvanger van het loon of de uitkering (werknemer of uitkeringsgerechtigde) hoeft
door deze inhouding geen of minder inkomstenbelasting bij te betalen, waardoor de
loonbelasting een eindheffing is.
Bij inkomsten die niet onder de loonbelasting vallen geldt het systeem van voorlopige
aanslagen.
Op basis van geschatte winst draagt de belastingplichtige tijdens het jaar
inkomstenbelasting af.
2. premies volksverzekeringen (rekening werknemer)
3. premies werknemersverzekeringen (rekening werkgever)
4. inkomensafhankelijke bijdrage Zvw (rekening werkgever).
Daarnaast zijn er sociale voorzieningen waarvoor geen afzonderlijke premie wordt geïnd, zoals
de Toeslagenwet, de Wajong, de AKW (Algemene Kinderbijslagwet) en de Participatiewet. De
kosten en uitkeringen via deze wetten worden betaald uit de algemene middelen van het Rijk.
Collecterende functie = het heffen en innen van premies.
Distribuerende functie = het verstrekken van uitkeringen, voorzieningen en toeslagen (UWV,
SVB, zorgverzekeraars en gemeenten)
UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) zorgt voor de uitkeringen van
werknemersverzekeringen aan degenen die hierop recht hebben. Vrijwillige verzekeringen:
WW (Werkloosheidswet)
WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering)/WIA (Wet werken inkomen naar
arbeidsvermogen)
ZW (Ziektewet)
Wajong;
Toeslagenwet;
IOW (Inkomensvoorziening voor oudere werklozen)
Overige taken UWV:
Het re-integreren van arbeidsgehandicapten en werklozen.
, Het onderhouden van de polisadministratie. De dienstverband- en loongegevens krijgt
het UWV van de Belastingdienst, die als bron de periodieke loonaangifte gebruikt.
Het verstrekken van diverse verklaringen.
Het bijhouden van het doelgroepenregister.
Het maken van berekeningen voor LIV (Lage-inkomensvoordeel) en LKV
(loonkostenvoordeel).
De SVB zorgt voor de uitkeringen ingevolge de volksverzekeringen:
AKW (Algemene kinderbijslagwet)
Anw (Algemene nabestaandenwet)
AOW (Algemene ouderdomswet)
De SVB houdt zich op verzoek bezig met het beheer van het persoonsgebonden budget en is
verantwoordelijk voor de beoordeling van de sociale verzekeringsplicht bij
grensoverschrijdende arbeid.
De gemeenten verstrekken, via hun sociale diensten, voorzieningen in het kader van de
Participatiewet, de IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers), de IOAZ (Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de Wmo (Wet maatschappelijke
Ondersteuning).
De zorgverzekeraars (ziektekostenverzekeraars) voeren de Zvw uit. Bijzondere ziektekosten
worden uit de Wlz (Wet langdurige zorg) bekostigd. De nominale en aanvullende premies voor
de Zvw worden aan de zorgverzekeraar betaald. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt door
de Belastingdienst geïnd, evenals de premie voor de Wlz, volksverzekering.
Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) int de eigen bijdrage voor Wmo en Wlz en is
verantwoordelijk voor de financiering van de Wlz-instellingen. CAK voert burgerregelingen uit:
regelingen voor wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en onverzekerbare
vreemdelingen, en de buitenlandregeling.
Toeslagen = verantwoordelijk voor de uitkeringen ingevolge de inkomensafhankelijke
regelingen: zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, en kindgebonden budget.
In het Sociaal Akkoord van 2013 is geregeld dat vakbonden en werkgevers de gemiste
uitkeringsmaanden privaat kunnen repareren via de arbeidsvoorwaarden. Stichting Private
Aanvulling WW en WIA int de premies. De werkgever moet de premie inhouden op het loon
van werknemers en afdragen aan de SPAWW.
AWR (Algemene wet inzake rijksbelastingen) = basisprincipes voor alle belastingwetten.
Wet LB (wet op de loonbelasting 1964) = voor de heffing en inning van de loonbelasting.
Wfsv (Wet financiering sociale verzekeringen) = regels voor inning premies volks- en
werknemersverzekeringen.
De wet- en regelgeving vinden we in:
wetten;
uitvoeringsbesluiten;
uitvoeringsregelingen;
internationale verdragen;
jurisprudentie (uitspraken van rechters).
, Hoofdstuk 2
Wanneer een werkgever voor het eerst iemand in dienst neemt, moet hij voor indienstneming
een melding maken bij de Belastingdienst met het formulier Melding Loonheffingen
Aanmelding Werkgever. Werkgever krijgt van Belastingdienst:
Loonheffingennummer om aangifte loonheffing te kunnen doen en voor vermelding van
de correspondentie aan de Belastingdienst. Je krijgt een nieuw nummer als je verandert
van rechtsvorm.
Mededeling waarin staat over welke tijdvakken aangifte gedaan moeten worden.
Als premies werknemersverzekeringen aan de orde zijn:
melding waarin staat bij welke sector hij is aangesloten.
met het percentage voor de gedifferentieerde premie Whk.
Drie verplichtingen voor werkgever bij het de indiensttreding van nieuwe werknemer:
1. De werknemer moet de gegevens voor de loonheffingen inleveren.
2. De werkgever moet de identiteit van de werknemer vaststellen.
3. Voor elke (nieuwe) werknemer moet ieder kalenderjaar vóór de eerste loonbetaling een
loonstaat (alles wat nodig is om tot de juiste hoogte van de loonheffing te komen)
worden aangelegd.
Elke medewerker/uitkeringsgerechtigde moet voor de eerste werkdag/uitbetaling schriftelijk
een aantal gegevens doorgeven aan de werkgever/uitkeringsinstantie:
naam en voorletters;
geboortedatum;
BSN;
straat en huisnummer;
postcode en woonplaats;
bij een buitenlandse werknemer: woonland en regio
of de loonheffingskorting wel of niet moet worden toegepast. Is vormvrij, maar in de
meeste gevallen wordt modelformulier gebruikt. Bij aow’er wordt standaard toegepast
op uitkering. De opgaaf gegevens voor de loonheffingen moet worden bewaard tot 5
volle kalenderjaren na afloop van het kalenderjaar waarin de dienstbetrekking is
geëindigd;
datum ondertekening;
handtekening.
Elke werkgever moet de identiteit van een nieuwe werknemer vaststellen vóór aanvang van
de werkzaamheden. De werkgever is verplicht een kopie te maken van het identiteitsbewijs.
De geldigheidsduur mag niet verlopen zijn. De identificatieplicht bestaat uit:
verificatieplicht: controleren van het identiteitsbewijs op echtheid en geldigheid;
bewaarplicht: kopie ID, opgaaf gegevens voor de loonheffing, bijlage studenten- en
scholierenregeling, kopie van een beschikking of verklaring die de werkgever van de
werknemer heeft gekregen moet worden bewaard tot 5 volle kalenderjaren na afloop
van het kalenderjaar waarin de dienstbetrekking is geëindigd;
zorgplicht: bij indiensttreding de werknemer in de gelegenheid stellen aan de
identificatieplicht te voldoen en erop te wijzen dat hij tijdens het werk een geldig
identiteitsbewijs moet kunnen laten zien. Dit geldt zowel voor eigen werknemers als
voor ingehuurde arbeidskrachten.
Anoniementarief =
De werkgever moet het maximale loonheffing percentage inhouden, geen
loonheffingskorting.
Bij de premieberekening voor de werknemersverzekeringen mag de werkgever geen
rekening houden met het maximumpremieloon.
Ook mag hij voor de werkgeversheffing Zvw of de werknemersbijdrage Zvw geen
rekening houden met het maximumbijdrageloon.
In een aantal situaties moet een werkgever het ‘anoniementarief’ toepassen. Dit is het geval:
als de werknemer zijn naam, adres en woonplaats niet schriftelijk, gedagtekend en
ondertekend aan de werkgever bekend heeft gemaakt.
, als de identiteit van de werknemer niet op de juiste manier is vastgesteld (loon
tegenwoordige dienstbetrekking);
als de werkgever gegevens niet of niet juist bewaart (loon tegenwoordige
dienstbetrekking);
Als werknemer bewust onjuiste gegevens verstrekt, waarvan de inhoudingsplichtige
redelijkerwijs moet weten dat dit onjuist is;
Bij buitenlandse werknemers: als verblijfsvergunning of tewerkstellingsvergunning
ontbreekt (loon, tegenwoordige dienstbetrekking).
6-maanden fictie = als de Belastingdienst constateert dat een bepaalde medewerker niet in
de salarisadministratie is opgenomen en al langer dan 6 maanden in dienst is. Er moet dan
over deze hele periode de volledige aangifte gedaan worden tegen het anoniementarief.
Als een werknemer voor de eerste keer zijn salaris ontvangt, is de werkgever verplicht hem
een loonstrook te geven. Dit moet elke keer opnieuw als de loonbetaling afwijkt van de vorige
loonbetaling. Er mag geen BSN op staan, wel een adres. Werkgevers zijn ook verplicht elk jaar
een jaaropgave te verstrekken met daarop het door de werknemer ontvangen loon. BSN is
een verplicht veld.
Inhoudingsplichtige moet een loonstaat aanleggen voor elke werknemer met de volgende
rubrieken:
werknemer;
inhoudingsplichtige/werkgever, waaronder het loonheffingennummer;
gegevens voor de tabeltoepassing waaronder wel/geen loonheffingskorting.
Een inhoudingsplichtige kan op de volgende manieren een aangifte loonheffingen indienen:
DigiD (eenmanszaak);
eHerkenning (rechtspersoon);
Speciale aangiftesoftware;
Door verstrekken ketenmachtiging aan een accountant, belastingadviseur of
salarisbureau.
De loonaangifte bestaat uit 3 soorten gegevens die aangeleverd moeten worden:
1. Identificerende gegevens
2. Collectieve gegevens (werkgeversgegevens), bestaande uit de totale loonbedragen en
loonheffingsbedragen van alle werknemers samen en de totaalbedragen van
eindheffingen en afdrachtverminderingen.
3. Werknemersgegevens, dit zijn persoonsgegevens, loongegevens en loonheffingen per
individuele werknemer. Contractloon en -uren moeten ook opgegeven worden.
Bij de loonaangifte wordt een inkomstenverhouding gekenmerkt door de combinatie van:
loonheffingennummer van de werkgever;
BSN van de werknemer; als er geen BSN is, moet het personeelsnummer worden
opgenomen;
nummer van de inkomstenverhouding.
Loontijdvak = het tijdvak waarover werkgevers het loon aan de werknemers betalen. Het
loontijdvak kan een dag, een week, 4 weken of een maand zijn.
Aan het eind van elk jaar stuurt de Belastingdienst aan elke werkgever een Aangiftebrief
loonheffing. Hierin staan de aangiftetijdvakken en de uiterste data voor het volgende
kalenderjaar vermeld en ook het betalingskenmerk dat bij de betaling moet worden
opgegeven. Genietingstijdstip = het tijdvak waarin de loonheffing moet worden ingehouden
en afgedragen. Het loon wordt genoten op één van de volgende momenten:
tijdstip van loonbetaling;
tijdstip van verrekening van het loon;
tijdstip van ter beschikking stellen van het loon;
tijdstip waarop het loon rentedragend wordt;
tijdstip waarop het loon vorderbaar en inbaar wordt.