100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Ondernemingsrecht - Recht en onderneming

Rating
-
Sold
-
Pages
29
Uploaded on
19-09-2025
Written in
2024/2025

Dit document bevat een uitgebreide samenvatting van het deeltje 'Ondernemingsrecht' uit het vak Recht en Onderneming dat gegeven wordt in de 1ste bachelor aan de UA. Ik behaalde met deze samenvatting een 16/20 voor mijn examen.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 19, 2025
Number of pages
29
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Het ondernemingsrecht
~ tot 01/11/2018 in Be gesproken over: handels- en economisch recht
HOOFDSTUK 1 - HANDELSOVEREENKOMSTEN
1. Handelsrecht
= recht m.b.t. hele levenscyclus handelaar
= vragen:
- Wanneer bent u handelaar? Iemand die economisch actief is
- Wat zijn verplichtingen die je moet vervullen als handelaar?
- Welke technieken om handel te drijven?
- Welke regels over het einde van de handelsactiviteit? (het in
financiële moeilijkheden geraken, faillissement)
2. Economisch recht
= in hoofdzaak was het publiek recht
= hoe je je op de markt moet gedragen van de overheid:
- Mag je afspraken maken die de mededinging beperken?
- Mag je als je een stevige positie hebt daar misbruik van maken?
- Welke vormen van reclame ga je voeren?
MAAR nu dus ONDERNEMINGSRECHT en dat omvat
1. Vennootschapsrecht – Op welke manier kan je handel drijven zodoende dat
je het risico beperkt en dat je niet heel je vermogen kwijt raakt?
2. Economisch recht
2.1Privaat rechterlijk gedeelte – wat we vroeger verstonden onder
handelsrecht (zie hierboven)
2.2Publiek rechterlijk gedeelte – regels hoe je je op de markt moet
gedragen – overheid probeert het economisch leven mee te sturen – bv.
overheid stelt vast dat bepaalde producten zeer duur worden en
onbetaalbaar voor doorsnee burger, dan kan men prijspolitiek gaan
voeren (max-prijs)
~ bronnen ondernemingsrecht
1. Internationale bronnen – belangrijke internationale verdragen

2. Europees Recht
- Verdrag Werking Europese Unie (VWEU)
(regels over bv. vrij verkeer van goederen, diensten & kapitaal
+ kartelregels of mededingingsregels over het maken van
prijsafspraken en over misbruik sterke positie op markt)
- ook heel wat richtlijnen en verordeningen

3. Belgische bronnen
= Wetboek van Economisch Recht (WER)
- poging om alle economische wetgeving in 1 wetboek samen te
brengen
- bestaat uit 20 boeken (om boeken aan te duiden – Romeinse cijfers)
- ieder van boeken behandeld ander aspect ondernemingsrecht
(faillissement zit bv. in boek XX)
= ook nog specifieke wetgeving

, = ook decreten en ordonnanties (want Vlaamse Gewest, Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, … zijn natuurlijk ook economisch actief)

4. gebruiken – vormen ook bron van recht
~ BELANGRIJK:
op bepaald moment kan je geconfronteerd worden met geheel van regels
en dan vraag: “Ja maar die regels, gelden die nu voor ondernemingen of voor mij
als gewone burger
= antwoord: sleutelwoord is ‘onderneming’
- alleen ondernemingen moeten zich inschrijven in de Kruispunt Bank
voor Ondernemingen
- alleen ondernemingen kunnen failliet gaan
- alleen ondernemingen hebben de plicht een zichtrekening te openen
- …
 verdere vraag: Wat is dan een onderneming?
 boek I WER art. 1 het 1ste punt bepaalt wat onderneming is
 behoudens andersluidende bepaling wordt voor de toepassing van dit
wetboek verstaan onder het begrip onderneming – 3 entiteiten:

1. natuurlijke personen die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefenen
+ die 3 elementen moeten cumulatief zijn
o natuurlijk: mensen van vlees & bloed, fysiek
o zelfstandig: dat je de activiteit voor eigen rekening uitoefent
(ambtenaren of werknemers kunnen dus nooit onderneming zijn)
o beroepsactiviteit:
- activiteiten beroepsmatig stellen (beroepsmatig = er zit een
zekere duurzaamheid, regelmaat en organisatie in)
- economische activiteit (aanbieden van goederen & diensten)
 zo zijn veel mensen onderneming zonder dat ze het zelf
beseffen
bv. iemand die om de 2 dagen TikTok-filmpjes post en daarin
goederen promoot en aanbiedt van de Action omdat die pers
daarvoor ambassadeur is
2. rechtspersonen
= entiteiten die loskomen van de pers’en die het oprichten en die er
eigenaar van zijn
= naamloze vennootschap (nv), besloten vennootschap (bv),
vennootschap zonder winst (vzw)
= als je vennootschap opricht dan ben je sws onderneming, wat ook je
doelstelling is
(winst of geen winst willen maken, handel of geen handel willen voeren)
 vennootschappen = dus altijd ondernemingen

3. andere organisaties zonder rechtspersoonlijkheid
= feitelijke organisaties van mensen
= bv. een jeugdbeweging, een loopclubje, …

, MAAR aantal uitzonderingen die we niet kwalificeren als
ondernemingen:
o iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen
uitkeringsoogmerk heeft
bv. jeugdbeweging die niks uitkeert aan leden en die niks uitkeert
aan bestuur & leiding
bv. volleybalclub die niks uitkeert aan volleyballers en die niks
uitkeert aan bestuurders
o publiek rechterlijke rechtspersonen die geen goederen of diensten
aanbieden
= vaak overheidsinstellingen
bv. Rijksdienst voor Sociale Voorzieningen
o federale staat, gewesten, gemeenschappen, provincies, gemeentes,
OCMW’s
 OPM: voor sommige wetgeving hanteert men een andere definitie voor begrip
‘onderneming’ maar wij bekijken het zoals hierboven uitgelegd
 OPM: bij faillissementsrecht iets anders ondernemingsbegrip
overheid als geheel gaat men altijd uitsluiten van ondernemingsbegrip
+ men wil vermijden dat een overheidsinstelling failliet kan gaan (gaat dus over
overheidsinstellingen die wel goederen of diensten aanbieden)


~ HANDELSFONDS OF HANDELSZAAK
= iedere onderneming heeft dit
= wet geeft hier geen definitie voor
= maar men is het er in de rechtspraak en -leer wel over eens wat het is
= nl. geheel van goederen die ter beschikking staan van een onderneming waar
onderneming handel gaat drijven, klanten gaat aantrekken en geheel van
middelen waarmee je klanten probeert te behouden (zeer theoretisch)
= maar in praktijk steeds beoordelen geval per geval – Wat behoort tot
handelsfonds?

- vraag: Als je het niet contractueel bepaalt, wat maakt er dan exact deel
van uit?
 merken
 handelsnaam
 hele handelsinrichting
 uithangbord
 alle gereedschappen
 contractueel kan men dat dus allemaal beter
detailleren

- En wat maakt er geen deel van uit?
 liquide middelen
 schulden
 onroerende goederen (bv. gebouw ga je afzonderlijk moeten regelen
als je handelszaak wilt overnemen)
$8.48
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
jolienaertsen

Get to know the seller

Seller avatar
jolienaertsen Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
5
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions