Thema 8: de Puber (12 tot 16 jaar)
8.0 Algemeen
De Puber:
Van een ouder schoolkind ontwikkelt de jongvolwassenen zich tot een
puber. De groei naar volwassenheid gaat verder. In onze samenleving krijg
je de mogelijkheid om langzaam los te komen van het gezin waar je bent
op gegroeid. De puberteit is voor kinderen een verwarrende en lastige
tijd. Naast alle lichamelijke veranderingen, krijgen pubers te maken
met het puberbrein wat uit balans is. Pubers maken zich los van de
waarden en normen van ouders en kunnen soms experimenteren met
risicovol gedrag. Daarnaast veranderd het waak en slaap-ritme van de
puber wat voor veel onrust kan zorgen. Als pedagogisch professional kan
het gebeuren dat je in discussie komt met een puber. Een open en
nieuwsgierige houding zorgt ervoor dat pubers hun problemen en
gedachten met jou durven te delen. Zo kun je veiligheid bieden in deze
lastige levensfase
8.1 Lichamelijke ontwikkeling
De puberteit
De puberteit loopt van 12 tot ongeveer 16 jaar. Letterlijk vertaald betekent
het Latijnse woord “puberesce “ schaamhaar krijgen. Hier is ons
Nederlandse woord puberen van afgeleid. De puberteit word ingang gezet
door hormonen, die de puber lichamelijk en cognitief veranderen.
Groeispurt
Motorisch beheersen pubers alle vaardigheden. Er zijn groeispurten. Dit
wil zeggen dat het lichaam ineens heel snel groeit. Veel pubers voelen zich
stuntelig en onhandig door een groeispurt. Ze stoten glazen om, laten
dingen uit hun handen vallen. Meisjes worden langer tot hun 16 de
levensjaar. En jongens worden langer tot hun 18 de. Bij jongens zijn de
botten gemiddeld zwaarder dan bij meisjes en neemt de spiermassa meer
toe.
Einde van groeispurt bij jongens en meisjes in schema:
Einde groeispurt bij Jongens Einde groeispurt bij Meisjes