2024-2025 Gerechtelijk
privaatrecht
HoGent
,LEERSTUK 1. SITUERING VAN HET
GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
1. VINDPLAATS VAN HET GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
Je vindt regels van procesrecht in:
- Internationaal recht
- Gw.
- Ger.W.
- Specifieke wetgeving
- Algemene rechtsbeginselen
- Gebruiken
- Rechtspraak en rechtsleer
2. KENMERKEN VAN HET GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
De kenmerken van het gerechtelijk privaatrecht:
- Formeel recht / procesrecht
- Dienende functie (staat ten dienste van het materieel, inhoudelijk recht)
- Afzonderlijke, autonome rechtstak
- Dynamisch karakter
- Nationaal karakter
- Openbare orde / dwingend recht / aanvullend recht
- Accusatoir van aard (initiatief ligt bij partijen)
3. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
3.1 RATIONE PERSONAE
- Voor elk rechtsbekwaam rechtssubject
3.2 RATIONE MATERIAE
- Enkel van toepassing op burgerlijke geschillen
- Maar: art. 2 Ger.W.: van toepassing op alle rechtsplegingen
- Tenzij: niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepaling ervan afwijkt
3.3 RATIONE TEMPORIS
- Art. 3 Ger.W.: wetten op rechterlijke organisatie / bevoegdheid / rechtspleging
- Principe: onmiddellijk van toepassing op hangend rechtsgeding
o Zonder invloed op geldig gestelde proceshandelingen
- Tenzij: overgangsbepalingen voorzien in de wet
1
,Wat is een hangend rechtsgeding? Procedureverloop (in eerste aanleg):
3.4 RATIONE IOCI
- Enkel op Belgisch grondgebied
4. BASISBEGINSELEN VAN HET GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
4.1 TOEGANG TOT RECHTER
- Effectieve en vrije toegang
- Plicht om recht te spreken
- Beperkingen door wetgever
- Beperkingen door partijen
4.2 ONPARTIJDIGE RECHTER
- Subjectieve onpartijdigheid
- Objectieve onpartijdigheid
- “Justice must not only be done; it must also be seen to be done”
4.3 ONAFHANKELIJKHEID RECHTER
De rechter moet een beslissing kunnen nemen zonder druk van buitenaf.
4.4 EERLIJK EN OPENBAAR PROCES
- Openbaar en gemotiveerd
- Redelijke termijn
- Recht op tegenspraak
- Procesgelijkheid
- Partijautonomie
2
, LEERSTUK 2. ORGANISATIE EN
WERKING VAN HET GERECHT
1. ORGANEN VAN DE RECHTERLIJKE MACHT EN MAGISTRATEN
Art. 151, §1 Gw.: “De rechters zijn onafhankelijk in de uitoefening van hun rechtsprekende bevoegdheden.
Het openbaar ministerie is onafhankelijk in de individuele opsporing en vervolging […].”
HOVEN EN RECHTBANKEN
- Rechters, raadsheren = leden van de zetel → zittende magistratuur
- Taak: beslechten geschillen
- Onafhankelijk: allerlei waarborgen (regels over cumulatie van ambten, onafzetbaarheid …)
Art. 40 Gw.: “De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken. De arresten en
vonnissen worden in naam des Konings ten uitvoer gelegd.”
OPENBAAR MINISTERIE
- Leden van het parket → staande magistratuur
- Deel van de RM en UM (ambt, uitgeoefend onder gezag van de minister van Justitie)
- Hiërarchisch korp onafhankelijk van de rechtbanken en hoven
- Taak: waken over algemeen belang, openbare orde en toepassing van de wet
- Privaatrechtelijke zaken:
o Rechtsvorderingen (bedoeld wordt: als partij een vordering instellen of een rechtsmiddel
aanwenden)
o Vordering (bedoeld wordt: inlichtingen inwinnen bij de administratie of politionele
overheden)
o Advies (onafhankelijk van de rechters én van de minister van Justitie)
3
privaatrecht
HoGent
,LEERSTUK 1. SITUERING VAN HET
GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
1. VINDPLAATS VAN HET GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
Je vindt regels van procesrecht in:
- Internationaal recht
- Gw.
- Ger.W.
- Specifieke wetgeving
- Algemene rechtsbeginselen
- Gebruiken
- Rechtspraak en rechtsleer
2. KENMERKEN VAN HET GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
De kenmerken van het gerechtelijk privaatrecht:
- Formeel recht / procesrecht
- Dienende functie (staat ten dienste van het materieel, inhoudelijk recht)
- Afzonderlijke, autonome rechtstak
- Dynamisch karakter
- Nationaal karakter
- Openbare orde / dwingend recht / aanvullend recht
- Accusatoir van aard (initiatief ligt bij partijen)
3. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
3.1 RATIONE PERSONAE
- Voor elk rechtsbekwaam rechtssubject
3.2 RATIONE MATERIAE
- Enkel van toepassing op burgerlijke geschillen
- Maar: art. 2 Ger.W.: van toepassing op alle rechtsplegingen
- Tenzij: niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepaling ervan afwijkt
3.3 RATIONE TEMPORIS
- Art. 3 Ger.W.: wetten op rechterlijke organisatie / bevoegdheid / rechtspleging
- Principe: onmiddellijk van toepassing op hangend rechtsgeding
o Zonder invloed op geldig gestelde proceshandelingen
- Tenzij: overgangsbepalingen voorzien in de wet
1
,Wat is een hangend rechtsgeding? Procedureverloop (in eerste aanleg):
3.4 RATIONE IOCI
- Enkel op Belgisch grondgebied
4. BASISBEGINSELEN VAN HET GERECHTELIJK PRIVAATRECHT
4.1 TOEGANG TOT RECHTER
- Effectieve en vrije toegang
- Plicht om recht te spreken
- Beperkingen door wetgever
- Beperkingen door partijen
4.2 ONPARTIJDIGE RECHTER
- Subjectieve onpartijdigheid
- Objectieve onpartijdigheid
- “Justice must not only be done; it must also be seen to be done”
4.3 ONAFHANKELIJKHEID RECHTER
De rechter moet een beslissing kunnen nemen zonder druk van buitenaf.
4.4 EERLIJK EN OPENBAAR PROCES
- Openbaar en gemotiveerd
- Redelijke termijn
- Recht op tegenspraak
- Procesgelijkheid
- Partijautonomie
2
, LEERSTUK 2. ORGANISATIE EN
WERKING VAN HET GERECHT
1. ORGANEN VAN DE RECHTERLIJKE MACHT EN MAGISTRATEN
Art. 151, §1 Gw.: “De rechters zijn onafhankelijk in de uitoefening van hun rechtsprekende bevoegdheden.
Het openbaar ministerie is onafhankelijk in de individuele opsporing en vervolging […].”
HOVEN EN RECHTBANKEN
- Rechters, raadsheren = leden van de zetel → zittende magistratuur
- Taak: beslechten geschillen
- Onafhankelijk: allerlei waarborgen (regels over cumulatie van ambten, onafzetbaarheid …)
Art. 40 Gw.: “De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken. De arresten en
vonnissen worden in naam des Konings ten uitvoer gelegd.”
OPENBAAR MINISTERIE
- Leden van het parket → staande magistratuur
- Deel van de RM en UM (ambt, uitgeoefend onder gezag van de minister van Justitie)
- Hiërarchisch korp onafhankelijk van de rechtbanken en hoven
- Taak: waken over algemeen belang, openbare orde en toepassing van de wet
- Privaatrechtelijke zaken:
o Rechtsvorderingen (bedoeld wordt: als partij een vordering instellen of een rechtsmiddel
aanwenden)
o Vordering (bedoeld wordt: inlichtingen inwinnen bij de administratie of politionele
overheden)
o Advies (onafhankelijk van de rechters én van de minister van Justitie)
3