100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Exam (elaborations)

OefententamenCognitieve en taalontwikkeling (SOW-PWB1270)

Rating
-
Sold
-
Pages
8
Grade
7-8
Uploaded on
16-09-2025
Written in
2021/2022

Dit document bevat oefenvragen van het vak cognitieve- en taalontwikkelingen. Aan het einde van het bestand staan de antwoorden. De vragen komen overeen met het tentamen.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 16, 2025
Number of pages
8
Written in
2021/2022
Type
Exam (elaborations)
Contains
Questions & answers

Subjects

Content preview

Oefententamen Taalontwikkeling

1. Koen gebruikt al meestal de juiste woordvolgorde wanneer hij zinnen
produceert. Dit is een voorbeeld van...
A) goede syntactische vaardigheden.
B) goede semantische vaardigheden.
C) goede fonologische vaardigheden.
D) goede pragmatische vaardigheden.

2. Hoe classificeren we het onderstaande fragment?
Kind: Daan eten.
Ouder: Oh, Daan wil eten!
A) Een omwerking
B) Negatieve feedback
C) Geen van bovenstaande

3. Wat wordt bedoeld met fonologie?
A) Het systeem van spraakklanken binnen een taal.
B) Het totaal aan woordvormen en hun betekenissen waarover iemand beschikt.
C) De regels in een taal die voorschrijven hoe woorden kunnen worden gevormd.
D) Het systeem dat bestaat uit de fysieke en perceptieve aspecten van spraak.

4. Welke van onderstaande beweringen is juist?
A) Categorische perceptie treedt op als prikkels die waarneembaar verschillen, behandeld
worden alsof ze tot dezelfde categorie behoren.
B) Categorische perceptie treedt op als prikkels die waarneembaar verschillen, behandeld
worden alsof ze tot verschillende categorieën behoren.
C) Wederzijdse exclusiviteit is een leerbias toegeschreven aan jonge kinderen waarbij nieuwe
woorden hele objecten i.p.v. delen of kenmerken van objecten benoemen.
D) Gedeelde intentionaliteit is de vaardigheid om mentale toestanden (zoals overtuigingen,
behoeften en intenties) toe te kennen aan jezelf en aan anderen.

5. Wederzijdse exclusiviteit is een van de biases tijdens het leren van nieuwe woorden.
Waardoor wordt deze bias gedreven?
A) Het kind zoekt vooral naar bekende labels/objecten en koppelt vervolgens een nieuw label
aan een onbekend object.
B) Het kind zoekt vooral naar onbekende labels/objecten en associeert deze daardoor met
elkaar.
C) Het kind let zowel op de bekende als onbekende labels/objecten en leert daardoor nieuwe
associaties te maken.
D) Geen van bovenstaande.

6. Op welk niveau vindt taalselectie plaats bij het produceren van woorden door tweetalige
kinderen?
A) Selectie vindt plaats op het conceptuele niveau.
B) Selectie vindt plaats op het lemma-niveau.
C) Selectie vindt plaats op het fonologische niveau.
D) Geen van bovenstaande.

, 7. Gedurende welke periode zijn kinderen zogeheten universele luisteraars?
A) Tussen 0-6 maanden.
B) Tussen 6-8 maanden.
C) Tussen 10-12 maanden.
D) Geen van bovenstaande.

8. Mensen kunnen met taal praten over taal. Dit, volgens Hockett, universele
kenmerk van taal heet: (2 punten)
A) Creativity
B) Reflexiveness
C) Learnability
D) Discreteness

9. Lees het volgende abstract:




Bij welke theorie over het leren van taal passen bovenstaande bevindingen?
Welke taalkundige/taalpsycholoog wordt het meest geassocieerd met deze benadering?
A) Nativisme van Noam Chomsky
B) Behaviorisme van Noam Chomsky
C) Nativisme van B. Skinner
D) Behaviorisme van B. Skinner

10. Hoe heet het morfologische proces waarmee voor het werkwoord
“plukken” de vervoeging “plukte” wordt gevormd?
A. Afleiden
B. Vervoegen
C. Verbuigen
D. Geen van bovenstaande

11. Een algemeen onderzoeksparadigma waarmee kan worden onderzocht of jonge kinderen
voorkeur hebben voor hun moedertaal is de ________________ methode.
A. Headturn preference
B. Switch
C. Looking-while-listening
D. Geen van bovenstaande

12. Met arbitrariteit verwijst Hockett naar het gegeven:
A. Dat een eindig aantal klanken en woorden in combinatie met een eindig aantal regels om
deze klanken en woorden te combineren gebruikt kunnen worden om een eindig aantal
grammaticale constructies te maken
B. Dat alleen mensen, en niet dieren, een taal kunnen leren
C. Dat er vaak geen directe verbinding is tussen de vorm van het woord en de betekenis
D. Dat taal beperkt wordt door een set regels
$7.24
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lauraclements

Get to know the seller

Seller avatar
lauraclements Radboud Universiteit Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
2 months
Number of followers
0
Documents
16
Last sold
3 days ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions