Samenvatting Arbeidsrecht I
Deze samenvatting is auteursrechtelijk beschermd. Het auteursrecht op de samenvatting is
eigendom van Shahram Malouki. Alle rechten zijn voorbehouden. Deze samenvatting is
uitsluitend bedoeld voor persoonlijk gebruik door de koper. Het is verboden om de samenvatting
geheel of gedeeltelijk te verspreiden, reproduceren of overdragen zonder uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming van Shahram Malouki. Het is eveneens verboden om de samenvatting
openbaar te maken, te delen via sociale media of op welke andere manier dan ook. Elk
ongeoorloofd gebruik of verspreiding van de samenvatting is in strijd met de geldende
auteursrechtwetten en kan leiden tot juridische stappen en aansprakelijkheid voor schade.
Inhoudsopgave
Week 1: inleiding en kwalificatie van de arbeidsovereenkomst ....................................................... 2
Week 2: Loon, vakantie en bijzondere bedingen ............................................................................. 6
Week 3: Werking privaatrecht, gelijke behandeling en grondrechten .............................................. 18
Week 4 en 5: beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, door opzegging
en door ontbinding ...................................................................................................................... 25
Week 6: Flexibele arbeidsovereenkomsten ................................................................................... 38
Week 7: Werkloosheidswet .......................................................................................................... 45
,Week 1: inleiding en kwalificatie van de arbeidsovereenkomst
Kwalificatie arbeidsovereenkomst
Art. 7:610 geeft de definitie van de arbeidsovereenkomst. De wijze van het sluiten van een
arbeidsovereenkomst is vormvrij. De bepaling vormt voor de werknemer de
toegangspoort tot de in Titel 10 van Boek 7 BW opgenomen bepalingen zoals de
loondoorbetaling tijdens ziekte, regels met betrekking tot het concurrentiebeding en
ontslagbescherming.
Is er sprake van een arbeidsovereenkomst?
De vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst dient in twee stappen te worden
beantwoord, de tweefasenleer (HR X/Amsterdam, r.o. 3.2.2-3.2.3).
(1) Uitlegfase. Ten eerste moeten de overeengekomen rechten en verplichtingen
vastgesteld worden op basis van het Haviltexcriterium. Daarbij moet gekeken worden
naar de overeenkomst, de verklaringen van partijen en de wijze waarop partijen uitvoering
hebben gegeven aan hun overeenkomst (zie ook HR De Gouden Kooi, r.o. 3.3.2). Het is
geen zuiver taalkundige uitleg, het gaat erom wat partijen over en weer van elkaars
gedragingen redelijkerwijs mochten afleiden. De bedoeling van partijen speelt hierbij een
rol.
(2) Kwalificatiefase. In de tweede fase wordt aan de hand van de overeengekomen
rechten en verplichtingen, zoals vastgesteld in de eerste fase, bepaald of voldaan is aan
de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst: arbeid, loon en gezag (zie art.
7:610). Art. 7:610 is van dwingendrechtelijke aard. Voldoet de rechtsverhouding van
partijen aan de in de bepaling genoemde elementen, dan hebben zij een
arbeidsovereenkomst, ongeacht wat partijen vinden. Als niet aan één van de
voorwaarden is voldaan, dan is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst, ook als de
partij zielig en zwak is. Anders dan uit het arrest Groen/Schoevers werd afgeleid, speelt
de bedoeling van partijen geen rol bij de vraag of een overeenkomst moet worden
aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Hoe partijen hun overeenkomst noemen is
niet van belang. Uit HR STR/PGGM volgt tot slot dat een derde die belanghebbende is
(zoals een pensioenfonds, UWV, belastingdienst, etc.) een tweepartijenovereenkomst
ook kan laten kwalificeren als een arbeidsovereenkomst. Dat hoeft dus niet een van de
partijen zelf te zijn.
2a) Arbeid
Uit artikel 7:610 volgt dat de werknemer arbeid moet verrichten. Over het algemeen is snel
voldaan aan het element ‘arbeid’. Arbeid kan zowel lichamelijk als geestelijk van aard zijn.
Indien partijen een stageovereenkomst hebben gesloten, dan is het van belang om je af
te vragen of niet tevens sprake is van een arbeidsovereenkomst. Er is geen sprake van een
arbeidsovereenkomst als de werkzaamheden van de stagiair zozeer gericht is op het
uitbreiden van de eigen kennis en ervaring, zulks mede met het oog op de voltooiing van
de opleiding, dat van een arbeidsovereenkomst niet gesproken kan worden. Het komt dus
erop aan of het verrichten van de werkzaamheden in overwegende mate in het belang is
van de opleiding die hij volgt. (HR Logidex, r.o. 3.3.3-3.3.4). Daarbij moet gekeken worden
naar omstandigheden zoals of er sprake is van een leerplan waarin de leerdoelen zijn
uitgewerkt, of de stagiair nog ingeschreven staat voor een opleiding, etc. Als het enkel gaat
Geschreven door Shahram Malouki
2
,om het opdoen van werkervaring, zonder dat het leeraspect centraal staat, is er juridisch
gezien sprake van een arbeidsovereenkomst.
2b) Loon
Er dient sprake te zijn van een tegenprestatie voor het verrichten van de arbeid. Hebben
partijen geen tegenprestatie afgesproken, dan is er dus geen sprake van een
arbeidsovereenkomst (maar mogelijk een vrijwilligersovereenkomst). Loon kan in
verschillende vormen worden betaald (zie art. 7:617), maar het deel tot het minimumloon
moet altijd giraal betaald worden. Aan het element loon is in de praktijk snel voldaan.
2c) In dienst van (‘gezag’)
Het element ‘in dienst van’ in art. 7:610 wordt algemeen gezien als het meest
onderscheidende criterium van een arbeidsovereenkomst. Het element verwijst naar het
bestaan van een gezagsverhouding tussen de werkgever en de werknemer. Of al dan niet
sprake is van een gezagsverhouding is niet altijd even duidelijk, mede gezien het feit dat
ook de overeenkomst van opdracht een wettelijke instructiebevoegdheid van de
opdrachtgever kent (art. 7:402). In het arrest Deliveroo (r.o. 3.2.5) heeft de HR negen
gezichtspunten gegeven die van belang kunnen zijn bij de beantwoording van de vraag of
sprake is van een gezagsverhouding. Het gewicht dat daarbij toekomt aan een
contractueel beding hangt mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk
betekenis heeft voor de partij die deze werkzaamheden verricht. Het gaat er dus niet om
wat op papier staat, maar hoe partijen feitelijk uitvoering geven daaraan. De negen
gezichtspunten zijn:
1. de aard en duur van de werkzaamheden;
a. Aard van de werkzaamheden: als het werk is dat veel mensen kunnen doen
(en dus niet specialistisch is), dan wijst dat op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst.
b. Duur van de werkzaamheden: hoe lang werkt diegene daar? Als het werk
voor lange tijd wordt verricht, dan wijst dat op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst.
2. de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
a. Heeft iemand een grote vrijheid ten aanzien van het tijdstip, de plaats en de
inhoud van de werkzaamheden, dan is dat een belangrijke aanwijzing dat
sprake is van een overeenkomst van opdracht. Maar ook als iemand de
vrijheid heeft om al dan niet op het werk te verschijnen en om opdrachten
al dan niet te aanvaarden, kan er sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.
Van belang is wat geldt indien de betrokkene wel verschijnt en een opdracht
tot werk aanvaardt, en de frequentie waarmee en de duur waarvoor dat
doorgaans geschiedt (Deliveroo, r.o. 3.3.4). Zo volgt uit het arrest van het
Gerechtshof Amsterdam met betrekking tot Uber dat het Uber zelf is die
grotendeels bepaalt hoe de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd
wanneer een rit eenmaal is geaccepteerd (Gerechtshof Amsterdam Uber,
r.o. 5.5.2).
3. de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de
organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden
verricht;
Geschreven door Shahram Malouki
3
, a. Behoort het werk tot de reguliere bedrijfsvoering van de werkgever (de kern
van diens activiteiten), dan is dat een belangrijke aanwijzing voor het
bestaan van een arbeidsovereenkomst, zeker wanneer de wijze van
uitvoering van de werkzaamheden niet wezenlijk verschilt van die door
reguliere werknemers.
4. het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
a. De vervangingsmogelijkheid wijst op het bestaan van een overeenkomst
van opdracht. Maar in het bijzonder bij dit criterium is het van belang om te
kijken naar de daadwerkelijke betekenis van het beding:
i. Kan de werkende daadwerkelijk gebruik maken van de
vervangingsmogelijkheid? Het moet dus niet enkel een mogelijkheid
in theorie zijn. Zo is de daadwerkelijke betekenis van de
vervangingsclausule gering als er aan vervanging allerlei
voorwaarden worden gesteld (bijv. een speciaal busje rijden).
ii. Laten werkenden zich permanent vervangen waardoor het een soort
verdienmodel wordt? Als werkenden zich slechts incidenteel laten
vervangen, dan is de daadwerkelijk betekenis van de
vervangingsclausule gering. In de praktijk laten chauReurs van
Deliveroo zich niet vervangen maar kunnen ze opdrachten gewoon
weigeren, waardoor de betekenis van het beding gering is (Deliveroo,
r.o. 3.3.5).
b. Daarover valt niet veel te zeggen als er sprake is van een wettelijke
verplichting om aan bepaalde vereisten te voldoen (zie Gerechtshof
Amsterdam Uber, r.o. 5.5.4).
5. de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand
is gekomen;
a. Indien de werkende beperkt of nauwelijks heeft kunnen onderhandelen
over de inhoud van de overeenkomst, dan wijst dat op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst (zie bijv. Gerechtshof Amsterdam Uber, r.o. 5.5.5).
6. de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
a. Uurloon is eerder een arbeidsovereenkomst dan stukloon (per dienst
betaald krijgen).
b. Wordt de hoogte van de beloning uitsluitend door het bedrijf zelf bepaald,
dan levert dat een aanwijzing dat sprake is van een arbeidsovereenkomst.
7. de hoogte van deze beloningen;
a. Als het om een lage vergoeding gaat, dan wijst dat op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst.
8. de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico
loopt;
a. Als de werkende investeringen heeft gedaan die verloren kunnen gaan en/of
leeft op basis van bonussen, dan wijst dat op het bestaan van een
overeenkomst van opdracht.
9. of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als
ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een
reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal
opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich
doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.
Geschreven door Shahram Malouki
4
Deze samenvatting is auteursrechtelijk beschermd. Het auteursrecht op de samenvatting is
eigendom van Shahram Malouki. Alle rechten zijn voorbehouden. Deze samenvatting is
uitsluitend bedoeld voor persoonlijk gebruik door de koper. Het is verboden om de samenvatting
geheel of gedeeltelijk te verspreiden, reproduceren of overdragen zonder uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming van Shahram Malouki. Het is eveneens verboden om de samenvatting
openbaar te maken, te delen via sociale media of op welke andere manier dan ook. Elk
ongeoorloofd gebruik of verspreiding van de samenvatting is in strijd met de geldende
auteursrechtwetten en kan leiden tot juridische stappen en aansprakelijkheid voor schade.
Inhoudsopgave
Week 1: inleiding en kwalificatie van de arbeidsovereenkomst ....................................................... 2
Week 2: Loon, vakantie en bijzondere bedingen ............................................................................. 6
Week 3: Werking privaatrecht, gelijke behandeling en grondrechten .............................................. 18
Week 4 en 5: beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, door opzegging
en door ontbinding ...................................................................................................................... 25
Week 6: Flexibele arbeidsovereenkomsten ................................................................................... 38
Week 7: Werkloosheidswet .......................................................................................................... 45
,Week 1: inleiding en kwalificatie van de arbeidsovereenkomst
Kwalificatie arbeidsovereenkomst
Art. 7:610 geeft de definitie van de arbeidsovereenkomst. De wijze van het sluiten van een
arbeidsovereenkomst is vormvrij. De bepaling vormt voor de werknemer de
toegangspoort tot de in Titel 10 van Boek 7 BW opgenomen bepalingen zoals de
loondoorbetaling tijdens ziekte, regels met betrekking tot het concurrentiebeding en
ontslagbescherming.
Is er sprake van een arbeidsovereenkomst?
De vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst dient in twee stappen te worden
beantwoord, de tweefasenleer (HR X/Amsterdam, r.o. 3.2.2-3.2.3).
(1) Uitlegfase. Ten eerste moeten de overeengekomen rechten en verplichtingen
vastgesteld worden op basis van het Haviltexcriterium. Daarbij moet gekeken worden
naar de overeenkomst, de verklaringen van partijen en de wijze waarop partijen uitvoering
hebben gegeven aan hun overeenkomst (zie ook HR De Gouden Kooi, r.o. 3.3.2). Het is
geen zuiver taalkundige uitleg, het gaat erom wat partijen over en weer van elkaars
gedragingen redelijkerwijs mochten afleiden. De bedoeling van partijen speelt hierbij een
rol.
(2) Kwalificatiefase. In de tweede fase wordt aan de hand van de overeengekomen
rechten en verplichtingen, zoals vastgesteld in de eerste fase, bepaald of voldaan is aan
de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst: arbeid, loon en gezag (zie art.
7:610). Art. 7:610 is van dwingendrechtelijke aard. Voldoet de rechtsverhouding van
partijen aan de in de bepaling genoemde elementen, dan hebben zij een
arbeidsovereenkomst, ongeacht wat partijen vinden. Als niet aan één van de
voorwaarden is voldaan, dan is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst, ook als de
partij zielig en zwak is. Anders dan uit het arrest Groen/Schoevers werd afgeleid, speelt
de bedoeling van partijen geen rol bij de vraag of een overeenkomst moet worden
aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Hoe partijen hun overeenkomst noemen is
niet van belang. Uit HR STR/PGGM volgt tot slot dat een derde die belanghebbende is
(zoals een pensioenfonds, UWV, belastingdienst, etc.) een tweepartijenovereenkomst
ook kan laten kwalificeren als een arbeidsovereenkomst. Dat hoeft dus niet een van de
partijen zelf te zijn.
2a) Arbeid
Uit artikel 7:610 volgt dat de werknemer arbeid moet verrichten. Over het algemeen is snel
voldaan aan het element ‘arbeid’. Arbeid kan zowel lichamelijk als geestelijk van aard zijn.
Indien partijen een stageovereenkomst hebben gesloten, dan is het van belang om je af
te vragen of niet tevens sprake is van een arbeidsovereenkomst. Er is geen sprake van een
arbeidsovereenkomst als de werkzaamheden van de stagiair zozeer gericht is op het
uitbreiden van de eigen kennis en ervaring, zulks mede met het oog op de voltooiing van
de opleiding, dat van een arbeidsovereenkomst niet gesproken kan worden. Het komt dus
erop aan of het verrichten van de werkzaamheden in overwegende mate in het belang is
van de opleiding die hij volgt. (HR Logidex, r.o. 3.3.3-3.3.4). Daarbij moet gekeken worden
naar omstandigheden zoals of er sprake is van een leerplan waarin de leerdoelen zijn
uitgewerkt, of de stagiair nog ingeschreven staat voor een opleiding, etc. Als het enkel gaat
Geschreven door Shahram Malouki
2
,om het opdoen van werkervaring, zonder dat het leeraspect centraal staat, is er juridisch
gezien sprake van een arbeidsovereenkomst.
2b) Loon
Er dient sprake te zijn van een tegenprestatie voor het verrichten van de arbeid. Hebben
partijen geen tegenprestatie afgesproken, dan is er dus geen sprake van een
arbeidsovereenkomst (maar mogelijk een vrijwilligersovereenkomst). Loon kan in
verschillende vormen worden betaald (zie art. 7:617), maar het deel tot het minimumloon
moet altijd giraal betaald worden. Aan het element loon is in de praktijk snel voldaan.
2c) In dienst van (‘gezag’)
Het element ‘in dienst van’ in art. 7:610 wordt algemeen gezien als het meest
onderscheidende criterium van een arbeidsovereenkomst. Het element verwijst naar het
bestaan van een gezagsverhouding tussen de werkgever en de werknemer. Of al dan niet
sprake is van een gezagsverhouding is niet altijd even duidelijk, mede gezien het feit dat
ook de overeenkomst van opdracht een wettelijke instructiebevoegdheid van de
opdrachtgever kent (art. 7:402). In het arrest Deliveroo (r.o. 3.2.5) heeft de HR negen
gezichtspunten gegeven die van belang kunnen zijn bij de beantwoording van de vraag of
sprake is van een gezagsverhouding. Het gewicht dat daarbij toekomt aan een
contractueel beding hangt mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk
betekenis heeft voor de partij die deze werkzaamheden verricht. Het gaat er dus niet om
wat op papier staat, maar hoe partijen feitelijk uitvoering geven daaraan. De negen
gezichtspunten zijn:
1. de aard en duur van de werkzaamheden;
a. Aard van de werkzaamheden: als het werk is dat veel mensen kunnen doen
(en dus niet specialistisch is), dan wijst dat op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst.
b. Duur van de werkzaamheden: hoe lang werkt diegene daar? Als het werk
voor lange tijd wordt verricht, dan wijst dat op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst.
2. de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
a. Heeft iemand een grote vrijheid ten aanzien van het tijdstip, de plaats en de
inhoud van de werkzaamheden, dan is dat een belangrijke aanwijzing dat
sprake is van een overeenkomst van opdracht. Maar ook als iemand de
vrijheid heeft om al dan niet op het werk te verschijnen en om opdrachten
al dan niet te aanvaarden, kan er sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.
Van belang is wat geldt indien de betrokkene wel verschijnt en een opdracht
tot werk aanvaardt, en de frequentie waarmee en de duur waarvoor dat
doorgaans geschiedt (Deliveroo, r.o. 3.3.4). Zo volgt uit het arrest van het
Gerechtshof Amsterdam met betrekking tot Uber dat het Uber zelf is die
grotendeels bepaalt hoe de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd
wanneer een rit eenmaal is geaccepteerd (Gerechtshof Amsterdam Uber,
r.o. 5.5.2).
3. de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de
organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden
verricht;
Geschreven door Shahram Malouki
3
, a. Behoort het werk tot de reguliere bedrijfsvoering van de werkgever (de kern
van diens activiteiten), dan is dat een belangrijke aanwijzing voor het
bestaan van een arbeidsovereenkomst, zeker wanneer de wijze van
uitvoering van de werkzaamheden niet wezenlijk verschilt van die door
reguliere werknemers.
4. het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
a. De vervangingsmogelijkheid wijst op het bestaan van een overeenkomst
van opdracht. Maar in het bijzonder bij dit criterium is het van belang om te
kijken naar de daadwerkelijke betekenis van het beding:
i. Kan de werkende daadwerkelijk gebruik maken van de
vervangingsmogelijkheid? Het moet dus niet enkel een mogelijkheid
in theorie zijn. Zo is de daadwerkelijke betekenis van de
vervangingsclausule gering als er aan vervanging allerlei
voorwaarden worden gesteld (bijv. een speciaal busje rijden).
ii. Laten werkenden zich permanent vervangen waardoor het een soort
verdienmodel wordt? Als werkenden zich slechts incidenteel laten
vervangen, dan is de daadwerkelijk betekenis van de
vervangingsclausule gering. In de praktijk laten chauReurs van
Deliveroo zich niet vervangen maar kunnen ze opdrachten gewoon
weigeren, waardoor de betekenis van het beding gering is (Deliveroo,
r.o. 3.3.5).
b. Daarover valt niet veel te zeggen als er sprake is van een wettelijke
verplichting om aan bepaalde vereisten te voldoen (zie Gerechtshof
Amsterdam Uber, r.o. 5.5.4).
5. de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand
is gekomen;
a. Indien de werkende beperkt of nauwelijks heeft kunnen onderhandelen
over de inhoud van de overeenkomst, dan wijst dat op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst (zie bijv. Gerechtshof Amsterdam Uber, r.o. 5.5.5).
6. de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
a. Uurloon is eerder een arbeidsovereenkomst dan stukloon (per dienst
betaald krijgen).
b. Wordt de hoogte van de beloning uitsluitend door het bedrijf zelf bepaald,
dan levert dat een aanwijzing dat sprake is van een arbeidsovereenkomst.
7. de hoogte van deze beloningen;
a. Als het om een lage vergoeding gaat, dan wijst dat op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst.
8. de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico
loopt;
a. Als de werkende investeringen heeft gedaan die verloren kunnen gaan en/of
leeft op basis van bonussen, dan wijst dat op het bestaan van een
overeenkomst van opdracht.
9. of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als
ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een
reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal
opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich
doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.
Geschreven door Shahram Malouki
4