F2 Migratie en België, vroeger en nu
f Integratie: de samenmelting van afzonderlijke delen tot een geheel, in dit geval van
verschillende bevolkingsgroepen in de samenleving
f Grondspeculant: iemand die grond koopt tegen een lage prijs in de hoop die tegen
een veel hogere prijs te kunnen verkopen
f Industrietak: deelgebied binnen de industrie
f Koude Oorlog: concurrentiestrijd tussen de westerse landen o.l.v. de VS en de
communistische landen o.l.v. Sovjet-Rusland. De Koude Oorlog had Europa verdeeld
in 2 blokken: West en Oost
f Communistische dictaturen: land geconfronteerd door een communistische partij.
De partij streeft officieel naar meer gelijkheid. In werkelijkheid krijgen ze alle macht.
f Autoritaire regimes: dictaturen
f Chili: het leger grijpt o.l.v. generaal Pinochet de macht. Ze vestigen een
behoudsgezinde dictatuur en vervolgen andersdenkenden. Later wordt Chili terug
een democratie.
f Vietnamese bootvluchtelingen: zij ontvluchten Vietnam met boten nadat de
communisten Zuid-Vietnam veroverd hebben en overgaan tot vervolgingen.
f Ex-joegoslavië: na het verdijnen van het communistische regime verklaart
Joegoslavië zich onafhankelijk. Er zijn terug oude ruzies tussen de veschillende
volkeren.
f Asielzoeker: mensen die door bepaalde redenen hun land zijn verlaten om in een
ander land erkend te worden ald vluchteling.
f Vluchteling: iemand die zijn land heeft verlaten door bepaalde redenen
f Conventie Van Genève: een verdrag waarbij een land belooft iedereen te
beschermen die in zijn eigen land niet beschermd wordt.
f Gastarbeider: iemand die tijdelijk naar een ander land gaat om te werken
f Oorlogsvluchteling: iemand die zijn land heeft verlaten door de oorlog
2 oorzaken van de stijgende armoede in de eerste helft van de 19 e eeuw:
1. De bevolking sijgt, hierdoor zijn er meer werklozen op het platteland.
2. De Industriële Revolutie vervangt handenarbeid door machines.
De oorzaken van de Belgische emigratie naar Frankrijk en Amerika:
Belgen waren arm en vonden geen werk meer, ze beslissen werk te zoeken in Frankrijk en
daarna Amerika. Later gaan ook nog meer belgen naar deze 2 landen door de Eerste
wereldoorlog.
Met een concreet voorbeeld geven hoe men migranten lokt:
Rederijen beschreven Canada als een paradeis met hoge lonen. Men maakte affiches met
beloftes. Dit lokte de arbeiders die werden bedrogen. De werksomstandigheden waren daar
vaak slechter dan in België.
f Integratie: de samenmelting van afzonderlijke delen tot een geheel, in dit geval van
verschillende bevolkingsgroepen in de samenleving
f Grondspeculant: iemand die grond koopt tegen een lage prijs in de hoop die tegen
een veel hogere prijs te kunnen verkopen
f Industrietak: deelgebied binnen de industrie
f Koude Oorlog: concurrentiestrijd tussen de westerse landen o.l.v. de VS en de
communistische landen o.l.v. Sovjet-Rusland. De Koude Oorlog had Europa verdeeld
in 2 blokken: West en Oost
f Communistische dictaturen: land geconfronteerd door een communistische partij.
De partij streeft officieel naar meer gelijkheid. In werkelijkheid krijgen ze alle macht.
f Autoritaire regimes: dictaturen
f Chili: het leger grijpt o.l.v. generaal Pinochet de macht. Ze vestigen een
behoudsgezinde dictatuur en vervolgen andersdenkenden. Later wordt Chili terug
een democratie.
f Vietnamese bootvluchtelingen: zij ontvluchten Vietnam met boten nadat de
communisten Zuid-Vietnam veroverd hebben en overgaan tot vervolgingen.
f Ex-joegoslavië: na het verdijnen van het communistische regime verklaart
Joegoslavië zich onafhankelijk. Er zijn terug oude ruzies tussen de veschillende
volkeren.
f Asielzoeker: mensen die door bepaalde redenen hun land zijn verlaten om in een
ander land erkend te worden ald vluchteling.
f Vluchteling: iemand die zijn land heeft verlaten door bepaalde redenen
f Conventie Van Genève: een verdrag waarbij een land belooft iedereen te
beschermen die in zijn eigen land niet beschermd wordt.
f Gastarbeider: iemand die tijdelijk naar een ander land gaat om te werken
f Oorlogsvluchteling: iemand die zijn land heeft verlaten door de oorlog
2 oorzaken van de stijgende armoede in de eerste helft van de 19 e eeuw:
1. De bevolking sijgt, hierdoor zijn er meer werklozen op het platteland.
2. De Industriële Revolutie vervangt handenarbeid door machines.
De oorzaken van de Belgische emigratie naar Frankrijk en Amerika:
Belgen waren arm en vonden geen werk meer, ze beslissen werk te zoeken in Frankrijk en
daarna Amerika. Later gaan ook nog meer belgen naar deze 2 landen door de Eerste
wereldoorlog.
Met een concreet voorbeeld geven hoe men migranten lokt:
Rederijen beschreven Canada als een paradeis met hoge lonen. Men maakte affiches met
beloftes. Dit lokte de arbeiders die werden bedrogen. De werksomstandigheden waren daar
vaak slechter dan in België.