Chronologisch aangevulde woordenschatslijst per powerpoint
Elk begrip heeft zowel een definitie in de boek/CURSUS EN OP DE PPT
Powerpoint 1
Methode=> een aan bepaalde formele regels of voorschriften onderworpen
werkwijze waarin een aantal min of meer logisch op elkaar volgende stappen te
onderscheiden zijn. Een methode veronderstelt een systematische, een
procesmatige en doelgerichte manier van aanpak.(3 kenmerken van een
methode)
Methodiek=> De leer van een methode. Verwijst naar zowel het
handelingsmodel(weten hoe te handelen) als naar de onderliggende
verklaringstheorieën, empirische en ethische grondslagen. Een methodiek draagt
bij tot verantwoord kiezen en handelen, steunt op ethische en normatieve kaders
en ontwikkelt zich in een uitwisseling theorie en praktijk of anders gezegd tussen
praktijk en wetenschap.
Evidence-based practice=> Praktijken en praktijkmodellen waarvan empirisch
aantoonbaar is dat ze een grote(re) kans hebben op effect.
Practice-based evidence=> Interventies die op basis van ervaringskennis,
persoonlijke kennis, stille kennis een bepaalde geldigheid hebben verworven en
een grotere kans op effectiviteit hebben.
Ethische (kaders)=> als hulpverlener alert zijn en kritisch nadenken over
opvattingen,waarden,normen en belangen die in een situatie aan de orde zijn. Bij
de client,omgeving, zichzelf als hulpverlener, bij org of instelling, in de SL,…Als
SWer checken of effecten van acties/interventies ethisch verantwoord zijn -
>terechtkomen als SWer bij dilemmas en moeilijke keuzes->alle opties tegen
mekaar afwegen. Afwegingen=>doordacht zijn om tot onderbouwde en
afgewogen keuzes te komen. ??????
Ethiek=> Wijsgierige discipline die kritisch reflecteert op de meestal impliciete
normen en waarden en de morele overwegingen die gelden in een bepaalde
gemeenschap. Het nadenken over goed en kwaad.
Ethisch dilemma=> Een moeilijke keuze tussen 2 handelingsalternatieven die
elk op zich een onaangenaam of negatief effect hebben. Aan de basis lit een
onoplosbaar conflict tussen-meestal-tegengestelde plichten, waarden of normen.
Een keuze ten gunste van de ene waarde gaat onvermijdelijk ten koste van de
andere.
Normatieve (kaders)=> Is gevormd door waarden en normen die we in onze
samenleving belangrijk vinden: zoals rechtvaardigheid, autonomie, veiligheid,
solidariteit, respect, mensenrechten, empowerment,…
Methodisch werken=> = tijdens het hulpverlenen gebruik maken van verschillende
methodieken, waarvan aangetoond is dat ze effectief zijn in bepaalde situatie of
voor een bepaalde doelgroep. Deze effectiviteit werd aangetoond door
praktijkervaring en (wetenschappelijk) onderzoek.
Of: Een vorm van procesaansturing met als doel iets op een overdachte,
gestructureerde en gecontroleerde wijze te laten verlopen. Methodisch handelen
impliceert bewust, doelgericht, systematisch en procesmatig werken uitgaande
, van een bepaalde beroepsethiek en visie. Niet in definitie maar gewoon eigen
toevoeging= dus als MA/SWer werkj je zowel methodisch als systematisch,
doelgericht en procesmatig.
Interventies/ => Is de 4e laag van een methode naast doelstelling, visie en een
relatie. Is de kleinste hulpverleningseenheid en dus hulpverlening op een
moleculair vlak: een doelbewust (n)iets doen, een ingreep, een tussenkomst. .
~kleine, meer afgegrensde handelingseenheid binnen een methodiek. Bv
gesprekstechnieken zoals actief luisteren, doorvragen,…
Techniek=> een concrete bedrevenheid, een handigheid binnen een methode.
Diverse technieken vormen een set van samenhangende handelingen zoals bv
gesprekstechnieken, observatietechnieken,motivatieverhogende technieken.
Relatie=> Een dynamische werkverhouding tussen de maatschappelijk werker
en de cliënt die gebaseerd is op een aantal professionele basisattitudes zoals
vertrouwelijkheid, respect, aanvaarding, echtheid en empathie. De relatie is een
actief bestandsdeel van het hulpverlenend proces in het social casework
Social Casework=> Een doelgericht proces waarin personen en gezinnen die in
een problematische situatie zitten op een professionele wijze vanuit een
bepaalde plaats(organisatie) worden geholpen om welzijn te verhogen(=doel) en
waarbij de vertrouwensvolle samenwerking tussen helper en cliënt een essentiële
rol speelt. Centraal staat de gerichtheid op de’ casus’(gerichtheid op CLT=
proces) en de kritische reflectie op de effectiviteit.(=doel) ?
Definitie niet klakkeloos vanbuiten leren v sc=> volledige beschrijving kunnen
geven met toepassing vd drie elementen van een methode(systematiek zit hier
wel niet in)
Emancipatie=> emancipatie: collectieve gelijkberechtiging (=alle groepen in de
SL hebben dezelfde rechten) van Maatschappelijke achtergestelde groepen.
Emancipatorisch=> gericht op bevorderen van dz autonomie en
zelfredzaamheid. Zorgen dat mensen meer greep krijgen op hun eigen bestaan.
Empowerment=> valt onder laag van visie. Empowerment is een paradigma
dat zowel een waarde, een ideologie als een doelstelling en een proces bevat.
Het gaat om het sterker en vaardiger maken van mensen, zodat ze een
volwaardige plaats in de SL kunnen innemen+ terug greep op eigen leven. Stelt
mensen in staat te leren zelfstandig en onafhankelijk van dienst-en hulpverlening
te functioneren. Vertrekpunten zijn de competenties van mensen en hun
omgeving en niet zozeer de problematische aspecten( wat men al weet).
Empowerment is ook een doel en een proces.
Powerpoint 2
Generalistische benadering=> vanuit verschillende invalshoeken
(sociologisch, sociale, juridische, economische, culturele) zo breed mogelijk kijken
naar sociale situatie. Alle levensgebieden(materieel, niet-materieel, persoonlijk,
interpersoonlijk, maatschappelijk) bij de probleemanalyse bekijken. (holistisch)
Integrale benadering=> de hulpvrager en zijn ruime context, breed
bevragen zodat alle levensgebieden aan bod komen bij een probleemanalyse.
Elk begrip heeft zowel een definitie in de boek/CURSUS EN OP DE PPT
Powerpoint 1
Methode=> een aan bepaalde formele regels of voorschriften onderworpen
werkwijze waarin een aantal min of meer logisch op elkaar volgende stappen te
onderscheiden zijn. Een methode veronderstelt een systematische, een
procesmatige en doelgerichte manier van aanpak.(3 kenmerken van een
methode)
Methodiek=> De leer van een methode. Verwijst naar zowel het
handelingsmodel(weten hoe te handelen) als naar de onderliggende
verklaringstheorieën, empirische en ethische grondslagen. Een methodiek draagt
bij tot verantwoord kiezen en handelen, steunt op ethische en normatieve kaders
en ontwikkelt zich in een uitwisseling theorie en praktijk of anders gezegd tussen
praktijk en wetenschap.
Evidence-based practice=> Praktijken en praktijkmodellen waarvan empirisch
aantoonbaar is dat ze een grote(re) kans hebben op effect.
Practice-based evidence=> Interventies die op basis van ervaringskennis,
persoonlijke kennis, stille kennis een bepaalde geldigheid hebben verworven en
een grotere kans op effectiviteit hebben.
Ethische (kaders)=> als hulpverlener alert zijn en kritisch nadenken over
opvattingen,waarden,normen en belangen die in een situatie aan de orde zijn. Bij
de client,omgeving, zichzelf als hulpverlener, bij org of instelling, in de SL,…Als
SWer checken of effecten van acties/interventies ethisch verantwoord zijn -
>terechtkomen als SWer bij dilemmas en moeilijke keuzes->alle opties tegen
mekaar afwegen. Afwegingen=>doordacht zijn om tot onderbouwde en
afgewogen keuzes te komen. ??????
Ethiek=> Wijsgierige discipline die kritisch reflecteert op de meestal impliciete
normen en waarden en de morele overwegingen die gelden in een bepaalde
gemeenschap. Het nadenken over goed en kwaad.
Ethisch dilemma=> Een moeilijke keuze tussen 2 handelingsalternatieven die
elk op zich een onaangenaam of negatief effect hebben. Aan de basis lit een
onoplosbaar conflict tussen-meestal-tegengestelde plichten, waarden of normen.
Een keuze ten gunste van de ene waarde gaat onvermijdelijk ten koste van de
andere.
Normatieve (kaders)=> Is gevormd door waarden en normen die we in onze
samenleving belangrijk vinden: zoals rechtvaardigheid, autonomie, veiligheid,
solidariteit, respect, mensenrechten, empowerment,…
Methodisch werken=> = tijdens het hulpverlenen gebruik maken van verschillende
methodieken, waarvan aangetoond is dat ze effectief zijn in bepaalde situatie of
voor een bepaalde doelgroep. Deze effectiviteit werd aangetoond door
praktijkervaring en (wetenschappelijk) onderzoek.
Of: Een vorm van procesaansturing met als doel iets op een overdachte,
gestructureerde en gecontroleerde wijze te laten verlopen. Methodisch handelen
impliceert bewust, doelgericht, systematisch en procesmatig werken uitgaande
, van een bepaalde beroepsethiek en visie. Niet in definitie maar gewoon eigen
toevoeging= dus als MA/SWer werkj je zowel methodisch als systematisch,
doelgericht en procesmatig.
Interventies/ => Is de 4e laag van een methode naast doelstelling, visie en een
relatie. Is de kleinste hulpverleningseenheid en dus hulpverlening op een
moleculair vlak: een doelbewust (n)iets doen, een ingreep, een tussenkomst. .
~kleine, meer afgegrensde handelingseenheid binnen een methodiek. Bv
gesprekstechnieken zoals actief luisteren, doorvragen,…
Techniek=> een concrete bedrevenheid, een handigheid binnen een methode.
Diverse technieken vormen een set van samenhangende handelingen zoals bv
gesprekstechnieken, observatietechnieken,motivatieverhogende technieken.
Relatie=> Een dynamische werkverhouding tussen de maatschappelijk werker
en de cliënt die gebaseerd is op een aantal professionele basisattitudes zoals
vertrouwelijkheid, respect, aanvaarding, echtheid en empathie. De relatie is een
actief bestandsdeel van het hulpverlenend proces in het social casework
Social Casework=> Een doelgericht proces waarin personen en gezinnen die in
een problematische situatie zitten op een professionele wijze vanuit een
bepaalde plaats(organisatie) worden geholpen om welzijn te verhogen(=doel) en
waarbij de vertrouwensvolle samenwerking tussen helper en cliënt een essentiële
rol speelt. Centraal staat de gerichtheid op de’ casus’(gerichtheid op CLT=
proces) en de kritische reflectie op de effectiviteit.(=doel) ?
Definitie niet klakkeloos vanbuiten leren v sc=> volledige beschrijving kunnen
geven met toepassing vd drie elementen van een methode(systematiek zit hier
wel niet in)
Emancipatie=> emancipatie: collectieve gelijkberechtiging (=alle groepen in de
SL hebben dezelfde rechten) van Maatschappelijke achtergestelde groepen.
Emancipatorisch=> gericht op bevorderen van dz autonomie en
zelfredzaamheid. Zorgen dat mensen meer greep krijgen op hun eigen bestaan.
Empowerment=> valt onder laag van visie. Empowerment is een paradigma
dat zowel een waarde, een ideologie als een doelstelling en een proces bevat.
Het gaat om het sterker en vaardiger maken van mensen, zodat ze een
volwaardige plaats in de SL kunnen innemen+ terug greep op eigen leven. Stelt
mensen in staat te leren zelfstandig en onafhankelijk van dienst-en hulpverlening
te functioneren. Vertrekpunten zijn de competenties van mensen en hun
omgeving en niet zozeer de problematische aspecten( wat men al weet).
Empowerment is ook een doel en een proces.
Powerpoint 2
Generalistische benadering=> vanuit verschillende invalshoeken
(sociologisch, sociale, juridische, economische, culturele) zo breed mogelijk kijken
naar sociale situatie. Alle levensgebieden(materieel, niet-materieel, persoonlijk,
interpersoonlijk, maatschappelijk) bij de probleemanalyse bekijken. (holistisch)
Integrale benadering=> de hulpvrager en zijn ruime context, breed
bevragen zodat alle levensgebieden aan bod komen bij een probleemanalyse.