Psychologisch perspectief
Hoofdstuk 5: emotie
Doelstelling: de student heeft inzicht in de vorming van het denken en de
intelligentie, de motivatie, de emoties en de waarneming van een client
Affectieve reacties die kleur geven aan onze ervaringen
Emotie = subjectieve belevingsinhoud (belevingsaspect)
+ inwendige orgaanveranderingen (lichaamsreacties)
+ uitwendig waarneembare lichaamsexpressie
(expressieve betekenis)
=> allen gereguleerd vanuit de hersenen
1. De plaats van emoties in het gedrag
Affecten -> Emoties
affecten = nauw verbonden met behoeften => dynamisch-affectieve
component van gedrag
Soorten affecten:
1) emoties = specifieke reacties op relevante gebeurtenissen
Intens & kortdurend -> bang
2) gevoelens = mildere reacties dan emoties, gewoonlijk zonder een
duidelijke actiebereidheid
Geen waarneembare lichaamsreactie -> angst
3) stemmingen = langdurige gemoedstoestanden, vaak zonder
aanwijsbare oorzaak
Soort uitloper van emotie -> onrustig
-> Geen absoluut verschil, wel gradatieverschil
-> geen zwart wit
Emoties = reactie op het ervaren, via waarneming, herinnering,
fantasie of gedachten, dat een behoefte al of niet bevredigd is/kan
worden.
-> Positieve emotie: bewustzijnsinhouden = behoeften
-> Negatieve emotie: bewustzijnsinhouden ≠ behoeften
(zie pwp online voor schema)
, verschil:
- cognitie = louter kennisnemen zonder appreciatie of
gevoelsmatige bijbetekenis, geen gevoelsmatig
- emotie = voegt evaluatieve reactie toe aan de cognitieve
inhouden
cognitie <-> emotie
samenhang
motivationele eigenschappen van emoties: kunnen dynamiek en
richting geven aan gedrag
2. Autonome lichaamsverandering bij emoties
Emoties is een heel groot lichamelijk stuk
Emotie is een lichaamsbeweging
Tranen hebben geen nut -> maar toch doet ons lichaam dat
inwendige orgaanveranderingen bij emoties veroorzaakt door
autonome zenuwstelsel
hormoonstelsel
Stress en stresshantering:
oorzaken:
acute ingrijpende gebeurtenissen (major life events) ->
belangrijke intense gebeurtenissen
chronische stressoren (daily hassles)
fysiologische reacties:
fight-or-flight reactie: werking van hart, longen, spieren en
zintuigen
lichaam in hoogste staat van paraatheid
window of tolerence
energiereserves van het lichaam worden aangesproken zodat
het lichaam in balans blijft
aanhoudende stress => algemene aanpassingssyndroom (GAS):
1. alarmfase
2. weerstandsfase
3. uitputtingsfase
psychologische gevolgen:
bepaald arousal niveau is
bevorderlijk voor prestaties
wet van Yerkes-Dodson
Prikkelbaarder, angstiger, meer last van slaap- en
concentratiestoornissen
Hoofdstuk 5: emotie
Doelstelling: de student heeft inzicht in de vorming van het denken en de
intelligentie, de motivatie, de emoties en de waarneming van een client
Affectieve reacties die kleur geven aan onze ervaringen
Emotie = subjectieve belevingsinhoud (belevingsaspect)
+ inwendige orgaanveranderingen (lichaamsreacties)
+ uitwendig waarneembare lichaamsexpressie
(expressieve betekenis)
=> allen gereguleerd vanuit de hersenen
1. De plaats van emoties in het gedrag
Affecten -> Emoties
affecten = nauw verbonden met behoeften => dynamisch-affectieve
component van gedrag
Soorten affecten:
1) emoties = specifieke reacties op relevante gebeurtenissen
Intens & kortdurend -> bang
2) gevoelens = mildere reacties dan emoties, gewoonlijk zonder een
duidelijke actiebereidheid
Geen waarneembare lichaamsreactie -> angst
3) stemmingen = langdurige gemoedstoestanden, vaak zonder
aanwijsbare oorzaak
Soort uitloper van emotie -> onrustig
-> Geen absoluut verschil, wel gradatieverschil
-> geen zwart wit
Emoties = reactie op het ervaren, via waarneming, herinnering,
fantasie of gedachten, dat een behoefte al of niet bevredigd is/kan
worden.
-> Positieve emotie: bewustzijnsinhouden = behoeften
-> Negatieve emotie: bewustzijnsinhouden ≠ behoeften
(zie pwp online voor schema)
, verschil:
- cognitie = louter kennisnemen zonder appreciatie of
gevoelsmatige bijbetekenis, geen gevoelsmatig
- emotie = voegt evaluatieve reactie toe aan de cognitieve
inhouden
cognitie <-> emotie
samenhang
motivationele eigenschappen van emoties: kunnen dynamiek en
richting geven aan gedrag
2. Autonome lichaamsverandering bij emoties
Emoties is een heel groot lichamelijk stuk
Emotie is een lichaamsbeweging
Tranen hebben geen nut -> maar toch doet ons lichaam dat
inwendige orgaanveranderingen bij emoties veroorzaakt door
autonome zenuwstelsel
hormoonstelsel
Stress en stresshantering:
oorzaken:
acute ingrijpende gebeurtenissen (major life events) ->
belangrijke intense gebeurtenissen
chronische stressoren (daily hassles)
fysiologische reacties:
fight-or-flight reactie: werking van hart, longen, spieren en
zintuigen
lichaam in hoogste staat van paraatheid
window of tolerence
energiereserves van het lichaam worden aangesproken zodat
het lichaam in balans blijft
aanhoudende stress => algemene aanpassingssyndroom (GAS):
1. alarmfase
2. weerstandsfase
3. uitputtingsfase
psychologische gevolgen:
bepaald arousal niveau is
bevorderlijk voor prestaties
wet van Yerkes-Dodson
Prikkelbaarder, angstiger, meer last van slaap- en
concentratiestoornissen