―――――――――― Wiskunde – Ruimte
――――――――――
――――――― HOOFDSTUK 1: Theorie ruimte
―――――――
Ruimte is het leren…
- Van (geometrische) vormen
- Van ruimtelijke oriëntatie
- Van ruimtelijke relaties (o.a. puzzelen)
- spiegelen
1.1 De ontwikkeling van het ruimtelijk voorstellingsvermogen
Tegen 1,5 à 2 jaar:
- kind ‘beleeft’ de ruimte maar heeft nog geen ruimtebewustzijn
- Peuters ‘begrijpen’ de ruimte op sensomotorisch niveau
o maakt onderscheid tussen zichzelf en de ruimte
o heeft objectpermanentie opgebouwd
o heeft grootteconstantie opgebouwd
o heeft vormconstantie opgebouwd
o kan dingen terugvinden, de weg zoeken, …
Peuters en kleuters:
- worden zich bewuster van de ruimte door experimenteren en bewegen in de
ruimte
- wat bewust wordt waargenomen, kan gerepresenteerd worden (taal, tekening,
bouwwerkje,…)
- ruimtelijk voorstellingsvermogen komt tot stand
In de kleuterklas:
- veel kansen geven om de ruimte te verkennen en te representeren
- verkennen en representeren van…
o ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijke relaties (i.v.m. puzzelen)
ruimtelijke relatie = hoe staan of bewegen voorwerpen t.o.v. elkaar.
Ruimtelijke oriëntatie = weten waar je bent
o (geometrische) vormen
o Spiegelbeelden en symmetrie
1.2 Ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijke relaties
1.2.1 Enkele begrippen
Een ruimte
= een gedeelte van omgeving door de ‘grenzen’ bepaald is.
- Verschillende soorten ruimtes
o 3D ruimtes, gekenmerkt door L, B, H
Bv. de klas, een lege doos, een huis, speelplaats, …
, o 2D ruimtes, gekenmerkt door L, B
Bv. een plattegrond, tekenen op een blad papier of op een bord, …
o 1D ruimtes, gekenmerkt door L
Bv. Lopen over lijnen, voorwerpen op 1 lijn zetten
- In een ruimte bepaal je voortdurend de plaats, richting en afstand van…
o jezelf in de ruimte
o jezelf t.o.v. voorwerpen in de ruimte
o voorwerpen t.o.v. andere voorwerpen
o voorwerpen in de ruimte
Plaats, richting en afstand
= 3 ruimtelijke aspecten (woord goed kennen)
- worden weergegeven met ruimtebegrippen
o Plaats-begrippen: naast, voor, achter, in het midden van, links, rechts
o Richtingsbegrippen: naar links, naar rechts, naar voor, naar …
o Afstandsbegrippen: hoog, laag, ver, dichtbij
1.2.2 Ruimtebegrip bij volwassenen versus ruimtebegrip bij
kleuters
Ruimtebegrip bij volwassenen
= hoe ervaren volwassenen de ruimte?
- De ruimte = ‘vast’ ruimtebegrippen = relatief (afhankelijk van waar je je
bevindt)
- Kan zich mentaal in de ruimte verplaatsen
= kan bedenken hoe hij de dingen zal zien als hij zich verplaatst of hoe iemand
anders vanop een andere plaats dingen zal zien
Ruimtebegrip bij kleuters
= hoe ervaren kleuters de ruimte?
- Kleuter ziet zichzelf als centrum van de wereld, beleeft de wereld vanuit zijn
eigen standpunt
= egocentrische instelling
- Ruimte = NIET vast ruimtebegrippen = absoluut
- Kan zich NIET mentaal in de ruimte verplaatsen
1.2.3 Ruwe groeilijn
Groeilijn: geeft weer hoe de egocentrische ingesteldheid van kleuters invloed heeft
op hun ontwikkeling op vlak van ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijke relaties:
,1.2.4 Ruimtelijke oriëntatie (vanaf 2,5 à 3 jaar)
Ruimtelijke oriëntatie:
- Het leren kennen van de ruimte start met het leren kennen van de ruimte met
zichzelf als middelpunt
o Kleuter ervaart/ziet/beschrijft de plaats, richting,
afstand van…
Voorwerpen (personen) t.o.v. zichzelf
Zichzelf t.o.v. voorwerpen (personen)
Zichzelf t.o.v. de ruimte
- Proces?
A. Jonge kleuters ervaren de ruimte via allerlei
handelingen en bewegingen
de KO verwoordt die ervaringen met
ruimtebegrippen
B. Begrijpen van de ruimtebegrippen door de
kleuters
C. Verwoorden van de begrippen door de kleuters
- Zie ook inspiratiebundel A
- Ruimtelijke oriëntatie bij oudere kleuters:
o Links – rechts en andere moeilijkere begrippen zoals tussen, vooraan,
achteraan, tweede, laatste, …
o Symbolen voor ruimtebegrippen
o Oriënteren aan de hand van plannetjes, foto’s, … = moeilijk!!!
, Samengevat:
1.2.5 Concrete ruimtelijke relaties (vanaf 4 jaar)
Ruimtelijke relaties
- Kleuters leren hun egocentrische standpunt want los te laten
( enkel als sociaal-emotionele ontwikkeling ver genoeg is)
- De kleuters ervaart/ziet/beschrijft plaats, richting, afstand van…
o Voorwerpen (personen) t.o.v. elkaar
o Voorwerpen (personen) t.o.v. de ruimte
= vanuit eigen gezichtspunt!!
- Eerst concrete ruimtelijke relaties, dan abstracte
ruimtelijke relaties
Concrete ruimtelijke relaties
= relaties tussen voorwerpen die een werkelijkheid zijn of een duidelijke
overeenkomst hebben met de werkelijkheid.
- Kunnen 3D en 2D zijn
o 3D
Kan tussen voorwerpen die een werkelijkheid zijn
Kan tussen voorwerpen die een duidelijke overeenkomst hebben
met de werkelijkheid
o 2D
Kan tussen voorwerpen die een afbeelding zijn van de werkelijkheid
- Zelfde ruimtebegrippen als bij ruimtelijke oriëntatie
- Leer de kleuter het verband tussen 3D en 2D voorstellingen = moeilijk
- Eerst concrete 3D situaties, dan concrete 2D situaties
- Proces?
A. Jonge kleuters ervaren de ruimte via allerlei handelingen en bewegingen
de KO verwoordt die ervaringen met ruimtebegrippen
B. Begrijpen van de ruimtebegrippen door de kleuters
C. Verwoorden van de begrippen door de kleuters
- Regelmatig accent op onthouden en representeren van concrete ruimtelijke
relaties
- Zie ook inspiratiebundel B
- Concrete ruimtelijke relaties bij oudere kleuters
o Links - rechts
――――――――――
――――――― HOOFDSTUK 1: Theorie ruimte
―――――――
Ruimte is het leren…
- Van (geometrische) vormen
- Van ruimtelijke oriëntatie
- Van ruimtelijke relaties (o.a. puzzelen)
- spiegelen
1.1 De ontwikkeling van het ruimtelijk voorstellingsvermogen
Tegen 1,5 à 2 jaar:
- kind ‘beleeft’ de ruimte maar heeft nog geen ruimtebewustzijn
- Peuters ‘begrijpen’ de ruimte op sensomotorisch niveau
o maakt onderscheid tussen zichzelf en de ruimte
o heeft objectpermanentie opgebouwd
o heeft grootteconstantie opgebouwd
o heeft vormconstantie opgebouwd
o kan dingen terugvinden, de weg zoeken, …
Peuters en kleuters:
- worden zich bewuster van de ruimte door experimenteren en bewegen in de
ruimte
- wat bewust wordt waargenomen, kan gerepresenteerd worden (taal, tekening,
bouwwerkje,…)
- ruimtelijk voorstellingsvermogen komt tot stand
In de kleuterklas:
- veel kansen geven om de ruimte te verkennen en te representeren
- verkennen en representeren van…
o ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijke relaties (i.v.m. puzzelen)
ruimtelijke relatie = hoe staan of bewegen voorwerpen t.o.v. elkaar.
Ruimtelijke oriëntatie = weten waar je bent
o (geometrische) vormen
o Spiegelbeelden en symmetrie
1.2 Ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijke relaties
1.2.1 Enkele begrippen
Een ruimte
= een gedeelte van omgeving door de ‘grenzen’ bepaald is.
- Verschillende soorten ruimtes
o 3D ruimtes, gekenmerkt door L, B, H
Bv. de klas, een lege doos, een huis, speelplaats, …
, o 2D ruimtes, gekenmerkt door L, B
Bv. een plattegrond, tekenen op een blad papier of op een bord, …
o 1D ruimtes, gekenmerkt door L
Bv. Lopen over lijnen, voorwerpen op 1 lijn zetten
- In een ruimte bepaal je voortdurend de plaats, richting en afstand van…
o jezelf in de ruimte
o jezelf t.o.v. voorwerpen in de ruimte
o voorwerpen t.o.v. andere voorwerpen
o voorwerpen in de ruimte
Plaats, richting en afstand
= 3 ruimtelijke aspecten (woord goed kennen)
- worden weergegeven met ruimtebegrippen
o Plaats-begrippen: naast, voor, achter, in het midden van, links, rechts
o Richtingsbegrippen: naar links, naar rechts, naar voor, naar …
o Afstandsbegrippen: hoog, laag, ver, dichtbij
1.2.2 Ruimtebegrip bij volwassenen versus ruimtebegrip bij
kleuters
Ruimtebegrip bij volwassenen
= hoe ervaren volwassenen de ruimte?
- De ruimte = ‘vast’ ruimtebegrippen = relatief (afhankelijk van waar je je
bevindt)
- Kan zich mentaal in de ruimte verplaatsen
= kan bedenken hoe hij de dingen zal zien als hij zich verplaatst of hoe iemand
anders vanop een andere plaats dingen zal zien
Ruimtebegrip bij kleuters
= hoe ervaren kleuters de ruimte?
- Kleuter ziet zichzelf als centrum van de wereld, beleeft de wereld vanuit zijn
eigen standpunt
= egocentrische instelling
- Ruimte = NIET vast ruimtebegrippen = absoluut
- Kan zich NIET mentaal in de ruimte verplaatsen
1.2.3 Ruwe groeilijn
Groeilijn: geeft weer hoe de egocentrische ingesteldheid van kleuters invloed heeft
op hun ontwikkeling op vlak van ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijke relaties:
,1.2.4 Ruimtelijke oriëntatie (vanaf 2,5 à 3 jaar)
Ruimtelijke oriëntatie:
- Het leren kennen van de ruimte start met het leren kennen van de ruimte met
zichzelf als middelpunt
o Kleuter ervaart/ziet/beschrijft de plaats, richting,
afstand van…
Voorwerpen (personen) t.o.v. zichzelf
Zichzelf t.o.v. voorwerpen (personen)
Zichzelf t.o.v. de ruimte
- Proces?
A. Jonge kleuters ervaren de ruimte via allerlei
handelingen en bewegingen
de KO verwoordt die ervaringen met
ruimtebegrippen
B. Begrijpen van de ruimtebegrippen door de
kleuters
C. Verwoorden van de begrippen door de kleuters
- Zie ook inspiratiebundel A
- Ruimtelijke oriëntatie bij oudere kleuters:
o Links – rechts en andere moeilijkere begrippen zoals tussen, vooraan,
achteraan, tweede, laatste, …
o Symbolen voor ruimtebegrippen
o Oriënteren aan de hand van plannetjes, foto’s, … = moeilijk!!!
, Samengevat:
1.2.5 Concrete ruimtelijke relaties (vanaf 4 jaar)
Ruimtelijke relaties
- Kleuters leren hun egocentrische standpunt want los te laten
( enkel als sociaal-emotionele ontwikkeling ver genoeg is)
- De kleuters ervaart/ziet/beschrijft plaats, richting, afstand van…
o Voorwerpen (personen) t.o.v. elkaar
o Voorwerpen (personen) t.o.v. de ruimte
= vanuit eigen gezichtspunt!!
- Eerst concrete ruimtelijke relaties, dan abstracte
ruimtelijke relaties
Concrete ruimtelijke relaties
= relaties tussen voorwerpen die een werkelijkheid zijn of een duidelijke
overeenkomst hebben met de werkelijkheid.
- Kunnen 3D en 2D zijn
o 3D
Kan tussen voorwerpen die een werkelijkheid zijn
Kan tussen voorwerpen die een duidelijke overeenkomst hebben
met de werkelijkheid
o 2D
Kan tussen voorwerpen die een afbeelding zijn van de werkelijkheid
- Zelfde ruimtebegrippen als bij ruimtelijke oriëntatie
- Leer de kleuter het verband tussen 3D en 2D voorstellingen = moeilijk
- Eerst concrete 3D situaties, dan concrete 2D situaties
- Proces?
A. Jonge kleuters ervaren de ruimte via allerlei handelingen en bewegingen
de KO verwoordt die ervaringen met ruimtebegrippen
B. Begrijpen van de ruimtebegrippen door de kleuters
C. Verwoorden van de begrippen door de kleuters
- Regelmatig accent op onthouden en representeren van concrete ruimtelijke
relaties
- Zie ook inspiratiebundel B
- Concrete ruimtelijke relaties bij oudere kleuters
o Links - rechts