Hoofdstuk 1: Van tempelschema tot het Aanpak-
Proces-Effectmodel
1.1 De kern van ervaringsgericht werken
Ervaringsgericht werken?
● Kinderen zoveel mogelijk ervaringen laten opdoen
= zelfontdekkend leren
EGO niet enkel beperkt tot zelfontdekkend leren
≠ strategieën en methodieken mogelijk om ervaringsgericht te werken
● ‘leren uit ervaring’ is niet wat we bedoelen met ‘ervaringsgericht onderwijs’
Wat is EGO dan wel?
● Ervaringsgerichte instelling van de leerkracht
○ Heeft betrekking op de instelling van de leerkracht: op zijn manier van ‘kijken’
● Gaat over intens zoeken naar wat zich in kinderen afspeelt
○ Op wat de klas- en schoolomgeving bij hen teweegbrengt
○ Op de manier waarop ze de wereld zien en beleven
● Proberen in de huid van kinderen te kruipen om gewaar te worden hoe hun leven eruitziet
● Zich instellen op de ervaring en de beleving, op de stroom van gevoelde betekenissen die
achter het gedrag van kinderen ligt
● Ervaringsgericht werken = afstemming op de kleuters
○ Voortdurend jouw handelen als leerkracht afstemmen
■ Op de leeromgeving
■ Op wat kinderen nodig hebben om te gedijen en te ontwikkelen
○ Voortdurend in de gaten hebben wat de wereld en de omgeving bij kinderen
teweegbrengt
○ Perspectief van het kind nemen: hierdoor komen we te weten op welke manier we
kunnen bijdragen tot hun ontwikkeling
Kerntaak van de leerkracht
● De verantwoordelijkheid om kinderen zo sterk te maken zodat ze als persoon en als lid van
de samenleving kunnen gedijen
= centraal uitgangspunt in kinderrechtenverdrag
● Voorwaarde: opvoeden en opleiden in partnerschap
● Actieve participatie van kinderen
○ als voorwaarde om tot ontwikkeling en groei te kunnen komen
De oorsprong van EGO
● Te situeren in tijdsgeest mei ‘68
● Protest- en emancipatiebewegingen: 2de feministische golf
● Fundamenten van de samenleving worden in vraag gesteld
○ Tegen betutteling en autoritair gezag
○ Tegen blind materialisme en puur economisch belang
, ○ Tegen eenzijdig rationeel denken ten koste van creativiteit en verbeelding
● Bepaalde onderwerpen definitief op politieke agenda gezet:
○ Drang naar kwaliteit van leven
○ Bescherming van de natuur
○ Wereldvrede
○ Mensenrechten
○ Respect voor privacy van het individu
● Traditioneel kleuteronderwijs vóór mei ‘68
Omgangswijze :(
○ Moraliserende sfeer: ‘zachte dwang’ om zich ‘voorbeeldig te gedragen’
○ Onechte sfeer (alleen positieve gevoelens mochten geuit worden)
○ Het leren: teveel KO gestuurd - te weinig kleuterinitiatief
⇒ sfeer en omgang met kleuters moet anders!
Roep naar
● Echtheid > wat je ook voelt, het is oké
● Vrijheid > belang van kleuterinitiatief
● Een nieuw, ideaal mensbeeld waar ontplooiing van de persoon centraal staan
Binnen GRENZEN.
1.2 Van kritisch beschouwing tot tempelschema
Ontstaan EGO- principes
Ervaringsgerichte dialoog
= omgangsvormen waarin men zich als KO beter weet af te stemmen op de kinderen
en wat ze echt voelen en beleven
⇒ Empathie
⇒ Wat kinderen voelen is ok
Vrij kleuterinitiatief
⇒ Geef kinderen ruimte: gedreven door exploratiedrang en zin voor initiatief, tot actie laten
overgaan
Rijk milieu
= Kwaliteit van de activiteiten
= Voorwaarde om tot vrij kleuterinitiatief te kunnen komen
= Rijk aanbod van materialen en activiteiten
⇒ De nieuwe aanpak krijgt vorm in het tempelschema (1979)
Tempelschema
, Ervaringsgerichte basishouding
● De leerkracht richt zich bewust op wat zich in kinderen en in zichzelf afspeelt op het niveau
van de ‘ervaringsstroom’,
● Hier staat of valt alles op
Vrij kleuterinitiatief
● De kinderen hebben ruim de kans om hun activiteiten in de loop van de dag zelf te kiezen
Milieuverrijking
● De leerkracht zorgt voor een rijk aanbod van materialen en activiteiten in een aantrekkelijke
en overzichtelijke omgeving
Ervaringsgericht dialoog
● De leerkracht tussenkomsten getuigen van een hoge mate van empathie
Bevrijdingsprocessen
● Ontwikkelingen in de belevingswereld van het kind, Een door vervreemding gehavend
contact met de eigen ervaringsstroom wordt hersteld
● Gave ontwikkeling waarborgen
Creatieve processen
● Ontwikkelingsprocessen die zich voordoen in alle activiteiten waar kinderen betrokken
bezig zijn. (niet op de originaliteit maar het feit dat er door de activiteiten in het kind iets
nieuws ontstaat: groeien, verruimen, worden, bij zichzelf tot stand brengen wat nog niet
was)
● Meer dan oppervlakkig leren
De geëmancipeerde mens = einddoel
● Volwassen die emotioneel sterk staat, kritisch en explorerend is ingesteld, zich met mens
en wereld verbonden voelt en zich daarvoor inzet
Proces-Effectmodel
1.1 De kern van ervaringsgericht werken
Ervaringsgericht werken?
● Kinderen zoveel mogelijk ervaringen laten opdoen
= zelfontdekkend leren
EGO niet enkel beperkt tot zelfontdekkend leren
≠ strategieën en methodieken mogelijk om ervaringsgericht te werken
● ‘leren uit ervaring’ is niet wat we bedoelen met ‘ervaringsgericht onderwijs’
Wat is EGO dan wel?
● Ervaringsgerichte instelling van de leerkracht
○ Heeft betrekking op de instelling van de leerkracht: op zijn manier van ‘kijken’
● Gaat over intens zoeken naar wat zich in kinderen afspeelt
○ Op wat de klas- en schoolomgeving bij hen teweegbrengt
○ Op de manier waarop ze de wereld zien en beleven
● Proberen in de huid van kinderen te kruipen om gewaar te worden hoe hun leven eruitziet
● Zich instellen op de ervaring en de beleving, op de stroom van gevoelde betekenissen die
achter het gedrag van kinderen ligt
● Ervaringsgericht werken = afstemming op de kleuters
○ Voortdurend jouw handelen als leerkracht afstemmen
■ Op de leeromgeving
■ Op wat kinderen nodig hebben om te gedijen en te ontwikkelen
○ Voortdurend in de gaten hebben wat de wereld en de omgeving bij kinderen
teweegbrengt
○ Perspectief van het kind nemen: hierdoor komen we te weten op welke manier we
kunnen bijdragen tot hun ontwikkeling
Kerntaak van de leerkracht
● De verantwoordelijkheid om kinderen zo sterk te maken zodat ze als persoon en als lid van
de samenleving kunnen gedijen
= centraal uitgangspunt in kinderrechtenverdrag
● Voorwaarde: opvoeden en opleiden in partnerschap
● Actieve participatie van kinderen
○ als voorwaarde om tot ontwikkeling en groei te kunnen komen
De oorsprong van EGO
● Te situeren in tijdsgeest mei ‘68
● Protest- en emancipatiebewegingen: 2de feministische golf
● Fundamenten van de samenleving worden in vraag gesteld
○ Tegen betutteling en autoritair gezag
○ Tegen blind materialisme en puur economisch belang
, ○ Tegen eenzijdig rationeel denken ten koste van creativiteit en verbeelding
● Bepaalde onderwerpen definitief op politieke agenda gezet:
○ Drang naar kwaliteit van leven
○ Bescherming van de natuur
○ Wereldvrede
○ Mensenrechten
○ Respect voor privacy van het individu
● Traditioneel kleuteronderwijs vóór mei ‘68
Omgangswijze :(
○ Moraliserende sfeer: ‘zachte dwang’ om zich ‘voorbeeldig te gedragen’
○ Onechte sfeer (alleen positieve gevoelens mochten geuit worden)
○ Het leren: teveel KO gestuurd - te weinig kleuterinitiatief
⇒ sfeer en omgang met kleuters moet anders!
Roep naar
● Echtheid > wat je ook voelt, het is oké
● Vrijheid > belang van kleuterinitiatief
● Een nieuw, ideaal mensbeeld waar ontplooiing van de persoon centraal staan
Binnen GRENZEN.
1.2 Van kritisch beschouwing tot tempelschema
Ontstaan EGO- principes
Ervaringsgerichte dialoog
= omgangsvormen waarin men zich als KO beter weet af te stemmen op de kinderen
en wat ze echt voelen en beleven
⇒ Empathie
⇒ Wat kinderen voelen is ok
Vrij kleuterinitiatief
⇒ Geef kinderen ruimte: gedreven door exploratiedrang en zin voor initiatief, tot actie laten
overgaan
Rijk milieu
= Kwaliteit van de activiteiten
= Voorwaarde om tot vrij kleuterinitiatief te kunnen komen
= Rijk aanbod van materialen en activiteiten
⇒ De nieuwe aanpak krijgt vorm in het tempelschema (1979)
Tempelschema
, Ervaringsgerichte basishouding
● De leerkracht richt zich bewust op wat zich in kinderen en in zichzelf afspeelt op het niveau
van de ‘ervaringsstroom’,
● Hier staat of valt alles op
Vrij kleuterinitiatief
● De kinderen hebben ruim de kans om hun activiteiten in de loop van de dag zelf te kiezen
Milieuverrijking
● De leerkracht zorgt voor een rijk aanbod van materialen en activiteiten in een aantrekkelijke
en overzichtelijke omgeving
Ervaringsgericht dialoog
● De leerkracht tussenkomsten getuigen van een hoge mate van empathie
Bevrijdingsprocessen
● Ontwikkelingen in de belevingswereld van het kind, Een door vervreemding gehavend
contact met de eigen ervaringsstroom wordt hersteld
● Gave ontwikkeling waarborgen
Creatieve processen
● Ontwikkelingsprocessen die zich voordoen in alle activiteiten waar kinderen betrokken
bezig zijn. (niet op de originaliteit maar het feit dat er door de activiteiten in het kind iets
nieuws ontstaat: groeien, verruimen, worden, bij zichzelf tot stand brengen wat nog niet
was)
● Meer dan oppervlakkig leren
De geëmancipeerde mens = einddoel
● Volwassen die emotioneel sterk staat, kritisch en explorerend is ingesteld, zich met mens
en wereld verbonden voelt en zich daarvoor inzet