100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Geschiedenis feniks tijdvak 1 t/m 10 samenvatting 4/5/6VWO

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
38
Geüpload op
02-09-2025
Geschreven in
2024/2025

Een samenvatting van de 10 tijdvakken die Feniks behandelt in het 4/5/6 vwo boek. Absoluut te gebruiken om te leren voor je (eind)examen)!

Niveau
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
Niveau
Vak
School jaar
5

Documentinformatie

Geüpload op
2 september 2025
Aantal pagina's
38
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

1 TIJD VAN JAGERS EN BOEREN tot 3000 v.Chr.

1.1 Van jager-verzamelaars naar boeren
De eerste mensen
5 miljoen jaar geleden gingen mensapen rechtop lopen in Afrika. Ze pasten zich aan aan hun
omgeving, dat heet evolutie. Deze mensen die 2 miljoen jaar geleden leefden, heten homo habilis
(handig) en homo erectus (rechtopstaand). De eerste moderne mensen (homo sapiens) ontstonden
rond 2.500.000 jaar geleden in Noord-Afrika. 43.000 jaar geleden verspreidden ze zich ook over
Europa, waar de Neanderthalers leefden. Die stierven 33.000 jaar geleden uit. De reden dat de homo
sapiens zo succesvol werd, is dat ze spraken en symbolisch konden denken.

Levenswijze van jagers-verzamelaars
De eerste mensen waren jagers-verzamelaars. Ze leefden als nomaden: ze trokken rond en zochten
naar voedsel. Als er weinig voedsel en/of teveel mensen waren in een gebied (ook wel carrying
capacity genoemd) trok een groep nomaden door. Uit antropologisch onderzoek weten we dat deze
groepen zich opsplitsten in deze situaties. Het klimaat was heel belangrijk en in de tijd dat de mens
de oversteek naar Europa maakte, was er een ijstijd. Alleen in Centraal- en Zuid-Europa was het
leefbaar. Werktuigen maakten ze van steen, daarom het deze tijd ook wel het Paleolithicum
genoemd, wat “oude steentijd” betekent.

Neolithische revolutie
De verandering van jager-verzamelaar levenswijze naar landbouw kwam door 3 dingen: de mensen
kregen meer kennis over wilde granen, de bevolking werd groter (waardoor de carrying capacity
minder werd) en omstandigheden met het klimaat speelden ook een rol. Rond 20.000 v.Chr. werd het
in het Midden-Oosten natter en warmer, er was dus genoeg voedsel, waardoor rondtrekken niet
meer hoefde. Hierdoor ontstonden dorpen waar enkele honderden mensen woonden. In andere
gebieden waren nog wel jagers-verzamelaars. In 12.000 v.Chr. kwam er weer een ijstijd, waardoor de
Natufiërs (bewoners van de vruchtbare halve maan) te weinig voedsel hadden. Door het gebrek aan
dieren en wilde granen, was men gedwongen om zelf graan te verbouwen en dieren te houden. De
gevolgen van deze ontdekking zijn zo groot dat we spreken van de landbouwrevolutie. “Neolithisch”
betekent “nieuwe steentijd”, en is de benaming voor het deel van de prehistorie waarin landbouw het
belangrijkste middel van bestaan was.

De landbouwsamenleving
Omdat landbouw inmiddels meer opbracht dan jagen-verzamelen, groeide de bevolking in het
Midden-Oosten heel snel. Door het grote aantal mensen trokken sommige boeren naar Europa in
5000 v.Chr. Op die manier kwam er ook een landbouwrevolutie in Europa. Mensen gingen nu in
stevige, grote boerderijen wonen, in plaats van de kleine primitieve hutjes. Dat heet een sedentaire
levenswijze. Kleine dorpen, landbouwwerktuigen en aardewerken potten ontstonden. De
Neolithische revolutie ging echter wel nog steeds gepaard met jagen-verzamelen.

1.2 Dorpen en stadstaten

Prehistorische culturen
In 5300 v.Chr. kwamen de eerste boeren in Limburg. Deze culturen werden later vernoemd naar
locaties (Swifterbantcultuur), of voorwerpen die ze maakten (bandkeramiekcultuur(dat waren de
eerste boeren)). Rond 4900 v.Chr. verdween de bandkeramiekcultuur. Pas in 3000 v.Chr. kwamen de
boeren terug in Scandinavië, Noord-Duitsland en Noord-Nederland, deze keer de
trechterbekercultuur genoemd (hunebedden etc).

,Eufraat, Tigris en Nijl
Tussen 6000 en 5000 v.Chr. was de bevolking in de vruchtbare halve maan zo groot, dat sommige
mensen naar rivieren trokken, zoals de Eufraat, de Tigris en de Nijl. Daar viel minder regen, dus
ontstond de eerste vorm van irrigatielandbouw: de boeren groeven kanaaltjes om het water van de
rivier naar hun land te laten stromen. Tussen Eufraat/Tigris (Turkije) en de Nijl (Egypte) was wel een
groot verschil. De Nijl overstroomde in de zomer, wanneer de akkers leeg waren (er werd geoogst in
het voorjaar). De Eufraat en de Tigris overstroomden in het voorjaar, daar moest het water dus
worden tegengehouden. Boeren die meer oogst hadden, kregen meer macht, bijvoorbeeld over het
irrigatiesysteem, zo ontstond het koningschap.

Stadstaten
Door de succesvolle landbouw groeide de bevolking. In 3500 v.Chr. groeiden sommige dorpen uit tot
steden, die omringende nederzettinkjes overheersten. Dat heet een stadstaat. De meerderheid was
nog steeds boer, maar er ontstonden vakgebieden (akkerbouw, herder, visser, jager). Van het geld dat
werd verdiend, werden de mensen die niet voor voedsel zorgden (bouwvakkers en mensen die
gereedschap maken) gevoed, op die manier ontstonden beroepen. In de stad werd kunst gemaakt,
maar er was ook massaproductie. Er waren ook tempels en paleizen. De hiërarchie was als volgt:
slaven (krijgsgevangenen), boeren, ambachtslieden en soldaten, priesters (er was sprake van
polytheïsme), koning (hoogste priester en kon met goden praten/was zelf een god).

Spijkerschrift en hiërogliefen
Inmiddels was er in de stadstaten zoveel administratie, dat er een schrift nodig was. Het eerste schrift
was karakterschrift (plaatjes), daarna kwamen syllabische schriften (teken stond voor klank). Het
schrift in Mesopotamië heet spijkerschrift (omdat de tekens op spijkers lijken). Ook het spijkerschrift
was eerst een karakterschrift, net als het hiërogliefenschrift, dat ook die evolutie doormaakte. Helaas
stierven allebei de schriften uit.

1.3 De eerste staten

Staatsvorming
Soms gingen stadstaten vrijwillig samenwerken, maar soms ook onder dwang. Meerdere
aaneengesloten stadstaten noemen we een staat. De koning wil dat er wetten en regels zijn die voor
de hele staat gelden. Vanaf 3000 v.Chr. was er staatsvorming in Mesopotamië. Op een gegeven
moment had staat Babylon zoveel macht dat het eigenlijk over heel Mesopotamië heerste, totdat de
Stad Assur machtiger werd. Zo ontstond het Assyrische rijk. Zo wisselden staten elkaar af als
hoofdstad. In 3000 v.Chr. veroverde koning Narmer boven- en beneden-Egypte. Hij was farao.

Machtige heersers
De macht van een koning of farao was gebaseerd op 4 dingen:
- Ambtenarij en Leger
Ambtenaren zorgden dat de weten werden nageleefd en uitgevoerd, en het leger, waarvan de
koning/farao opperbevelhebber was, werd gebruikt om aanvallen af te slaan.
- Belasting
Om ambtenaren en soldaten te kunnen betalen moest het volk belasting betalen. Belasting werd ook
gebruikt voor bouwwerken.
- Goddelijke legitimering
De farao werd gezien als zoon van zonnegod Ra. De farao had dus veel macht, omdat het volk
geloofde dat hij invloed kon uitoefenen op bijvoorbeeld de oogst.
- Propaganda

,De koning/farao verscheen weinig voor het volk. Daarom stonden overal standbeelden, waarmee hij
kon aantonen dat hij op zijn (machtige) voorgangers leek.

Leven en dood
Religie was erg belangrijk. Voor elk natuurverschijnsel was een god. In Mesopotamië waren de goden
dieren, terwijl goden in Egypte vaak dierlijke én menselijke lichaamskenmerken hadden. Ook
geloofden mensen in het hiernamaals, in Egypte was dat echter veel positiever (zij zagen het als
paradijs) dan in Mesopotamië, waar het als een soort hel werd gezien. De Egyptenaren geloofden dat
de ziel van een overledene wel elke dag moest terugkeren naar de aarde, om bijvoorbeeld te eten.
Daarom moest het lijk goed bewaard blijven (mummificering) en moesten er offers worden gebracht.
Voor rijke mensen deden de priesters dit, offers voor arme mensen werden door naasten gebracht.

2 TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN 300 v.Chr.-500 n.Chr.

2.1 Politiek en burgerschap in de Griekse wereld
Een wereld van Griekse stadstaten
Griekenland bestond vroeger uit kleine stadstaten, ook wel poleis genoemd. Deze waren ontstaan
rond 850 v.Chr. en bestonden uit wat kleine dorpjes en platteland. Hoewel de poleis veel oorlog
voerden met elkaar, voelde elke burger zich “gewoon Grieks”: in elke polis werd dezelfde taal
gesproken en in dezelfde goden geloofd. In 750 v.Chr. groeide de bevolking heel snel, door de
voedseltekorten die zo ontstonden trokken veel mensen weg om koloniën te stichten. Als gevolg
daarvan verspreidde de Griekse cultuur zich heel snel. Zo ontstond bijvoorbeeld het Griekse alfabet,
dat was gebaseerd op het schrift van de Feniciërs, die in het huidige Libanon woonden.

Burgerschap en vormen van bestuur
De regeringsvorm verschilde van polis tot polis, maar meestal was het zo dat na een monarchie, een
aristocratie kwam. Edelen stonden vaak dichtbij de koninklijke familie en als die zijn macht verloor,
konden de edelen makkelijk de macht grijpen. Toen de welvaart toenam onder de bevolking werd
oorlog voeren minder de taak van de edelen, omdat de bevolking het nu ook kon betalen. De
aristocratieën stortten in. Omdat steeds meer burgers in het leger zaten kregen zij ook meer politieke
rechten: bijvoorbeeld het deelnemen in een volksvergadering. Bijvoorbeeld in Sparta, daar werd het
gecombineerd met een raad van oudsten, 5 opzichters en 2 koningen die het leger leidden tijdens
oorlog. Verder waren er soms ook tirannen, soms waren die geliefd, als het volk bijvoorbeeld
ontevreden was over de heerser op dat moment, maar vaak waren tirannen ook wreed.

De Atheense democratie
In 509 v.Chr. ontstond in Athene de democratie: dat betekent dat mensen met burgerschap de macht
hadden. Alleen Atheense mannen (!) hadden burgerschap, geld speelde dus geen enkele rol.
Belangrijke functies werden verdeeld door loting. Zo’n functie was bijvoorbeeld de raad van 500: die
had de dagelijkse leiding en deed voorstellen waarover de volksvergadering moest stemmen. Om te
stemmen moest je persoonlijk aanwezig zijn bij de vergadering: directe democratie.

Het einde van zelfstandige stadstaten
Aan het eind van de 6e eeuw v.Chr. kwamen Griekse stadstaten in Ionië (West-Turkije) onder Perzisch
bestuur. De stadstaten kwamen samen met Athene in opstand en versloegen het Perzische leger. Op
een gegeven moment kwamen verreweg de meeste stadstaten onder Atheens, óf Spartaans bestuur.
Athene en Sparta vochten een oorlog uit tussen 430 en 404 v.Chr. In 338 v.Chr. versloeg Koning
Philippos van Macedonië de stadstaten die nog zelfstandig waren. Toen was geen enkele stadstaat
dus nog zelfstandig. Dat vonden de stadstaten natuurlijk niet leuk, dus om weer geliefd te worden
wilde Koning Philippos wraak nemen op Perzië. Dat lukte zijn zoon Alexander de Grote in 334 v.Chr.
Hij veroverde in 10 jaar tijd een gebied van Egypte tot India, dat na zijn dood werd verdeeld in 3

, koninkrijken in Egypte, Azië en Macedonië en Griekenland. Het verspreiden van de Griekse cultuur is
daarvan een gevolg en wordt Hellenisme genoemd.


2.2 Wetenschappelijk denken
Athene als centrum van cultuur en wetenschap
In de 4e en 5e eeuw v.Chr. was Athene het belangrijkste punt van de Griekse beschaving, qua
wetenschap en cultuur. Filosofen Socrates, Plato en Aristoteles waren 3 van de beroemdste Atheners.
De Grieken zagen wetenschap (systematisch nadenken, verklaren m.b.v. eigen waarnemingen en
logisch redeneren) als filosofie. Socrates kwam erachter dat je als mens eigenlijk niets zeker weet,
Plato en Aristoteles bouwden de scholen Akademeia en Lykeion. Sommige filosofen gingen ervan uit
dat er geen echte waarheid was, maar dat je mensen moest overtuigen van je standpunt. Maar Plato
en Sokrates gingen wél uit van een algemene waarheid.

Denken over natuur en gezondheid
Wetenschap ontstond toen mensen in de 6e eeuw v.Chr. op een andere manier naar de natuur gingen
kijken. Voorheen werd alles verklaard met een mythe, terwijl daar nu natuurlijke oorzaken voor
werden gezocht. Volgens Thales van Milete was de oerstof water, volgens Democritos waren dat
atoma en volgens Pythagoras was de oerstof niet materieel, maar kon alles uitgedrukt worden in
getallen. Het denken over de mens maakte dezelfde ontwikkeling door: mensen gingen vanaf 600
v.Chr. naar een arts, in plaats van tot een god te bidden of een offer te brengen. Het hoofd van de
beroemdste artsenschool was Hippokrates. Hij geloofde dat je pas ziek werd als de verhouding tussen
bloed, slijm, gele gal en zwarte gal in je lichaam niet meer klopte.

Griekse wetenschap in Alexandrië
Deze nieuwe vorm van denken verspreidde zich over alle hellenistische gebieden. Ook in Alexandrië:
daar werd het Museion gebouwd: een enorm wetenschappelijk centrum. Eratostenes was een
beroemde wetenschapper die daar studeerde. Hij berekende de omtrek van de aarde, vond de
chronologie uit en maakte een wereldkaart. Ook Hippokrates’ kennis werd daar verzameld, hoewel
de meeste kennis voortkwam uit experimenten. Zo ontdekten ze bijvoorbeeld dat alle zenuwen naar
de hersenen lopen en hoe het hart werkt.

2.3 Het Imperium Romanum

Van stad tot imperium
Romulus en Remus stichtten, volgens de mythe, de stad Rome. Er is weinig bekend, maar we weten
dat in 509 v.Chr. de laatste koning werd verjaagd, zodat Rome een republiek werd. Door honger naar
macht en status, veroverden de Romeinen een groot rijk. Door dat grote rijk werden de Romeinen
steeds welvarender: ze kregen meer landbouwgrond, slaven en belastinginkomsten. Volken die
accepteerden dat ze waren overwonnen, werden ‘gespaard’, volken die dat niet deden, werden met
de grond gelijk gemaakt. Een van die volken was Carthago, dat uiteindelijk toch werd overwonnen in
146 v.Chr. De 2 eeuwen daarna veroverden de Romeinen bijna heel Noord-Afrika en Spanje. Vanaf
toen sprak men over een Romeins Imperium.

Het bestuur van de republiek
Het belangrijkste in de Romeinse politiek was de senaat, deze bestond uit leden van de Patriciërs.
Patriciërs waren de rijkere, machtigere families. Op een gegeven moment kwamen de Plebejers, het
armere volk, in opstand. Met succes, in 287 v.Chr. waren de 2 bevolkingsgroepen gelijk. Toch bleef er
onderscheid: de Patriciërs en de rijke Plebejers gingen samenwerken, en vormden de Optimates. De
arme plebejers vormde de Populares. In de politiek vertegenwoordigden zij meer het volk.
$7.86
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
sg2020031

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
sg2020031
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
3 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
7
Laatst verkocht
2 maanden geleden

0.0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen