6V---Boekverslag 9---C-deel
De engelenmaker
1. Welke van de onderstaande kenmerken en thema's van het
existentialisme vind je in het gelezen boek terug? Selecteer
de thema's die je aantreft.
A. De mens is vrij zelf zijn keuzes te maken over leven en dood,
autonomie is de basis
Dit wordt vooral duidelijk in de manier waarop Victor Hoppe zijn
wetenschappelijke experimenten benadert. Hij kiest er bewust voor om de
ethische grenzen van de wetenschap te overschrijden door het klonen van
mensen en hij vindt dat hij vrij is om over leven en dood te beslissen.
Citaat: ‘God geeft en God neemt, Victor. Maar niet altijd. Soms moeten we dat
zelf doen. Onthoud dat.’ (p.308) In dit citaat komt naar voren dat de mens
autonomie heeft bij zaken rond leven en dood. Dit is een belangrijk punt van het
existentialisme.
Citaat: 'Victor was niet hun natuurlijke vader, hij was hun schepper. Daarom liet
hij zich Vader noemen. Zoals die andere schepper, tegen wie hij zijn strijd
voerde. (p.352) Dit citaat laat zien dat Victor volledige autonomie wil bij de
schepping net als God. Hij wil God overstijgen. Dit past allemaal bij het
existentialisme.
B. Crisis van het geweten: opstand tegen gezag van God, Bijbel en kerk
In De engelenmaker verzet Victor zich tegen de traditionele, religieuze normen
en waarden. Hij groeit op in een katholieke omgeving, maar heeft weinig op met
het geloof in God. In plaats daarvan zoekt hij antwoorden in de wetenschap en
probeert hij de rol van God zelf over te nemen door leven te creëren. Zijn rebellie
tegen religieuze autoriteit en zijn overtuiging dat hij gelijk is aan God, zijn een
duidelijk teken van een crisis van het geweten. Ook ziet hij God als de bron van
alle kwaad.
Citaat: ‘U hoeft niet in Gods wil te berusten.’ (p.386) Dit citaat toont Victors
opstand tegen religieuze autoriteit en zijn geloof dat de mens net zoveel rechten
heeft als God. Dit is een afwijzing van religieuze en morele wetten, wat past bij
het existentialistische idee dat de mens volledig autonoom is.
Citaat: ‘We moeten de fouten verbeteren die Hij in al zijn haast heeft gemaakt.’
(p.324) Hieruit blijkt dat Victor zijn geloof in het hogere heeft verloren. Hij erkent
geen almachtige God meer en ziet zichzelf als de enige die verantwoordelijk is
voor zijn lot. Hieruit volgt het existentialistische idee dat de mens geen houvast
heeft in hogere krachten en op zichzelf is aangewezen.
C. Twijfel en scepsis: zinloosheid, angst, eenzaamheid, pessimisme
De engelenmaker
1. Welke van de onderstaande kenmerken en thema's van het
existentialisme vind je in het gelezen boek terug? Selecteer
de thema's die je aantreft.
A. De mens is vrij zelf zijn keuzes te maken over leven en dood,
autonomie is de basis
Dit wordt vooral duidelijk in de manier waarop Victor Hoppe zijn
wetenschappelijke experimenten benadert. Hij kiest er bewust voor om de
ethische grenzen van de wetenschap te overschrijden door het klonen van
mensen en hij vindt dat hij vrij is om over leven en dood te beslissen.
Citaat: ‘God geeft en God neemt, Victor. Maar niet altijd. Soms moeten we dat
zelf doen. Onthoud dat.’ (p.308) In dit citaat komt naar voren dat de mens
autonomie heeft bij zaken rond leven en dood. Dit is een belangrijk punt van het
existentialisme.
Citaat: 'Victor was niet hun natuurlijke vader, hij was hun schepper. Daarom liet
hij zich Vader noemen. Zoals die andere schepper, tegen wie hij zijn strijd
voerde. (p.352) Dit citaat laat zien dat Victor volledige autonomie wil bij de
schepping net als God. Hij wil God overstijgen. Dit past allemaal bij het
existentialisme.
B. Crisis van het geweten: opstand tegen gezag van God, Bijbel en kerk
In De engelenmaker verzet Victor zich tegen de traditionele, religieuze normen
en waarden. Hij groeit op in een katholieke omgeving, maar heeft weinig op met
het geloof in God. In plaats daarvan zoekt hij antwoorden in de wetenschap en
probeert hij de rol van God zelf over te nemen door leven te creëren. Zijn rebellie
tegen religieuze autoriteit en zijn overtuiging dat hij gelijk is aan God, zijn een
duidelijk teken van een crisis van het geweten. Ook ziet hij God als de bron van
alle kwaad.
Citaat: ‘U hoeft niet in Gods wil te berusten.’ (p.386) Dit citaat toont Victors
opstand tegen religieuze autoriteit en zijn geloof dat de mens net zoveel rechten
heeft als God. Dit is een afwijzing van religieuze en morele wetten, wat past bij
het existentialistische idee dat de mens volledig autonoom is.
Citaat: ‘We moeten de fouten verbeteren die Hij in al zijn haast heeft gemaakt.’
(p.324) Hieruit blijkt dat Victor zijn geloof in het hogere heeft verloren. Hij erkent
geen almachtige God meer en ziet zichzelf als de enige die verantwoordelijk is
voor zijn lot. Hieruit volgt het existentialistische idee dat de mens geen houvast
heeft in hogere krachten en op zichzelf is aangewezen.
C. Twijfel en scepsis: zinloosheid, angst, eenzaamheid, pessimisme