OBSERVEREN –
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
DEEL 1: KENNISMAKING MET DE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
1 HET TERREIN VAN DE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
3 luiken
o Ontwikkelingsdomeinen
Fysiek/ motorische ontwikkeling
Fysiek = lichaamsgroei, lengte, gewist, lichaamsbouw, …
Motorisch = bewegingen, grove en fijne motoriek
Cognitieve ontwikkeling
Denkontwikkeling
Taalontwikkeling
Sociale/ persoonlijke ontwikkeling
Spelontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling
Persoonlijkheidsontwikkeling, morele ontwikkeling (wat is goed, kwaad?)
o Ontwikkelingsfasen
Babyperiode (0 – 1 jaar)
Peuterperiode (1 – 4 jaar)
Kleuterperiode (4 – 6 jaar)
Schoolperiode (6 – 12 jaar) 1. Diversiteit (verschil tussen
Adolescentie (12 – 18 jaar) kinderen
o Observeren van ontwikkeling 2. Complexiteit (hoe ontwikkeling tot
Methodieken stand komt, hinderende en
praktijk bevorderende factoren)
Doel: ontwikkelingspsychologie wil ontwikkelingsprocessen beschrijven en verklaren
1.1 EEN DEFINITIE VAN ONTWIKKELING
! Ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere niveaus van
differentiatie en functioneren leiden!
Kenmerken van ontwikkeling:
o Rijping is verandering en vooruitgang op 2 niveaus:
Groei : van klein naar groot Passief proces
Differentiatie: van eenvoudig naar complex
o Is een getrapt proces waarbij elke volgende trede op een hoger niveau staat, progressief
o Leren: het verwerven van kennis en vaardigheden door ervaring.
! Leren verwijst naar het verwerven van kennis en vaardigheden op basis van ervaring!
Actief proces
2 manieren om de ontwikkeling van kinderen te beschrijven
o Leeftijdsindeling
= praktische indeling
o De ontwikkeling per domein
Waarom is het zinvol deze fasen te kennen?
o Weten wanneer een kind afwijkt en gepast te reageren. De ene fase legt bouwstenen
voor de andere fase adequaat inspelen
! Psychologie is de leer over het gedrag en geest van mensen!
1
,1.2 KINDER- EN JEUGDJAREN
Ontwikkelingsfa Leeftijd Kenmerken
se
Babyperiode 0 – 1 jaar Zolang het kind niet loopt!
Hoog groei- en ontwikkelingstempo (vooral
motorisch)
Ontstaan van hechtheidsrelatie
Meese tijd met ouders, soms kinderopvang
Geheel afhankelijk van zorg en bescherming
Peuterperiode 1 – 4 jaar Ondernemend en zelfbewust
Egocentrisme (kunnen zich niet in de ander
verplaatsen)
Toename van verkenningsmogelijkheden en
leerervaringen
Taalontwikkeling zorgt voor toenemende sociale en
communicatieve vaardigheden
Kinderopvang vergemakkelijkt de overgang naar
het basisonderwijs
Kleuterperiode 4 – 6 jaar Meer op andere kinderen gericht
Beschikt over rijke fantasie
Leerplicht begint vanaf 5 jaar
Meer contact met leeftijdsgenootjes (sociale
ontwikkeling neemt toe)
Schoolperiode/ 6 – 12 jaar De cognitieve ontwikkeling = centraal
lagere Sport- en hobbyactiviteiten
schoolkind Komen meer in contact met andere volwassenen
Adolescentie 12 – 18 jaar Puberteit = periode van de geslachtsrijping
“jong volwassenen” na de adolescentie
Ontwikkeling van seksualiteit en identiteit
Voortgezet onderwijs
Leeftijdgenoten even belangrijk als ouders
1.3 ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE IN HISTORISCH PERSPECTIEF
Vroeger
o Kind maakte snel kennis met facetten van het leven: werk, ziekte, dood, geboorte, …
o Nauwelijks sprake van onderwijs – enkel voor jonge, rijke en talentvolle kinderen
(privéonderwijs)
Grootste groep = analfabeet (boeken waren duur, te weinig didactiek)
2 wetenschappers (die zich voor kinderen begonnen te interesseren)
o De verlichte filosofen Locke en Rousseau (18de eeuw, verlichting)
Locke: tabula- rasa principe voorloper op behaviorisme
“het kind komt ter wereld als een onbeschreven blad waarop de
ervaringen zijn stempel drukt”
Pleitte voor strikte opvoeding die leidt tot zelfdiscipline en vorming vd
geest
o Kinderen moesten ouders gehoorzamen, nood aan structuur en
regels
Rousseau
Geloofde in aangeboren natuurlijke goedheid van de mens
Kind heeft ruimte, respect en stimulans nodig en zo weinig mogelijk
beknotting of correctie vd opvoeder
Kind = actief en onderzoeken wezen dat de realiteit wilt leren ontdekken
2
, Het eerst onderzoek naar kinderen door de bioloog Darwin (19de eeuw)
o Observeerde zijn zoon 1ste 3 levensjaren. Onderzoeksmethoden en observatietechnieken
werden steeds verder verbeterd , eind 19de eeuw w door verschillende onderzoekers
babybiografieën gepubliceerd
1.4 VERKLAREND ONDERZOEK
Babybiografieën = ontwikkelingspsychologische processen in kaart brengen
o Bepaalde voorwaarden/ eisen voor goed onderzoek
Streven naar waarheid
Objectiviteit
Rationaliteit
Gecontroleerd door een buitenstaander
Deugdelijke meetinstrumenten gebruiken
Conclusies komen overeen met de onderzoeksgegevens
Experimenten
o Gebruikt om een verband of samenhang tussen 2 factoren aan te tonen = correlatie
Causaal of oorzakelijk verband
1.5 METEN IN DE GEDRAGSWETENSCHAP
Onderzoek = vooral kwestie van cijfers en van meten
o Dankzij technologie mogelijk
MAAR meten in de psychologie moeizamer
Om een eigenschap te meten (bv: concentratie) is het nodig dat we deze
operationaliseren
Operationaliseren
o = de eigenschap zodanig vertalen dat er meetbare gegevens aan gekoppeld kunnen
worden
o De meting moet ... zijn:
Betrouwbaar = de metingen leveren steeds hetzelfde resultaat ongeacht het
tijdstip of de persoon die de meting verricht
Valide/geldig
Meet het instrument wat het moet meten?
Het meetresultaat w vergeleken met een standaard of criterium
1.6 METHODEN OM GEGEVENS VAN KINDEREN TE VERZAMELEN
Methode Werking
Observatie Vooral voor jonge kinderen
Onopvallend mogelijk
Kan met video opnames (herhalen en zorgvuldig bekijken)
Onder strikte privacyregels (toestemming ouders)
Best in natuurlijke omgeving
Bv: de vreemde-situatieprocedure
Interview en Soorten interview:
vragenlijst Open interview
= een vraagtechniek waarbij de vragen deels geleid worden door de
gegeven antwoorden
Gestructureerd/gesloten interview
= een vraagtechniek dat bestaat uit een vaste reeks vragen die in
eenzelfde volgorde worden gesteld (hierbij kan je antwoorden kan
vergelijken)
De vragenlijst
3
, : heeft een vaste hoeveelheid vragen en een beperkt aantal
antwoordmogelijkheden
Kan mondeling en schriftelijk (kind moet voldoende taalvaardigheid
hebben)
In weinig tijd veel mensen bereiken
Kan door de ouders w ingevuld (niet altijd even objectief)
Dwarsdoorsned Op 1 specifiek tijdstip worden de meetresultaten van kinderen van
e-onderzoek verschillende leeftijden met elkaar vergeleken, van verschillende cohorten
Bv: een groep 4-jarigen en een groep 8-jarigen nemen hetzelfde testje af
Voordelen:
Makkelijkst realiseerbaar
Tijd- en kostenbesparend
Beperkingen:
Een generatieverschil tussen 2 groepen wordt voor een
ontwikkelingseffect gezien = cohorteffect
! Een cohort is een groep mensen met hetzelfde geboortejaar!
! Een cohorteffect is de invloed die specifieke, tijdgebonden
maatschappelijke gebeurtenissen op een cohort kunnen hebben!
We kunnen niets zeggen over de individuele ontwikkeling
Longitudinaal Het gedrag van kinderen wordt op minstens 2 verschillende tijdstippen
onderzoek vastgelegd, met daartussen een duidelijk tijdsverschil
Bv: 1 groep legt een testje af en 4 jaar later leggen dezelfde kinderen de
test nog eens af
Voordelen:
We kunnen de ontwikkeling vh individu volgen
Geen last van cohort- en ontwikkelingseffect
Beperkingen:
Is kostbaar en tijdrovend Een onderzoekthema kan al niet meer
‘in’ zijn
Stuit vaak op talloze praktische problemen
Risico om proefpersonen kwijt te raken (de steekproef is dan niet
representatief)
2 ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGISCHE THEORIEËN
2.1 AANLEG OF OMGEVING
Gedrag bepaald door:
o Nature (nativisten)
= ontwikkelingsgericht denken, kind centraal. Geeft tijd en ruimte aan
ontwikkeling
In de klas: geen dingen aanleren waar kind nog geen inzicht in heeft, Taken,
proeven , actief leren en opbouwen van kennis, zelfsturing, testen, schoolrijpheid,
leefschool, leren uit fouten
o Nurture (omgevingspsychologen)
= geeft zo veel mogelijk stimulansen, wil vanalles aanleren, stuurt de
ontwikkeling.
In de klas: Gewenst gedrag verduidelijken (posters, afspraken) en
beloningssystemen, herhalen van leerstof in gevarieerde contexten, …
2.2 DE PSYCHOSEKSUELE ONTWIKKELINGSTHEORIE VAN SIGMUND FREUD (1856 – 1939)
2.2.1 ES, ICH EN ÜBER-ICH
4