WHO: Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere
lichamelijke gebreken.
Huber: Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie
te voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van
het leven.
DSM-5: Psychische stoornissen gaan gewoonlijk gepaard met significante
lijdensdruk en/of beperkingen in het functioneren op sociaal of beroepsmatig
gebied of bij andere belangrijke bezigheden.
Classificaties komen tot stand door Amerikaanse psychiaters die stemmen of
een stoornis wel of niet in de DSM moet worden opgenomen.
Kritiek is dat het is op basis van maatschappij, bijv. Homoseksualiteit stond
vroeger in de DSM.
Classificatie vs Diagnose
Classificatie zegt niets over een oorzaak of over welke behandeling er nodig
is. Het is enkel een verzameling symptomen die wordt vastgesteld.
Diagnose is volgens de GGZ een nauwkeurige beschrijving van de
symptomen, en de ernst en het beloop van de psychische klachten (of
ontwikkelingsstagnatie).
!!!IMPORTANT!!!
Pathogenese: Inzicht in het ontstaan, de ontwikkeling en het verloop van
een aandoening
Salutogenese: De centrale vraag hierbij: wat houdt mensen gezond en wat
bevordert de gezondheid?
,Gezondheidsmodel van Lalonde zegt dat determinanten van gezondheid
zijn: omgeving, biologische factoren, zorgvoorzieningen en leefstijl.
,Levensloopperspectief
Door hechting en hechtingstijlen is de rol van de opvoeders in het begin van
het leven groot. Denk aan de ontwikkeling van voedingspatronen, en het idee
van wat normaal is (gezond tegenover ongezond eten, veel bewegen
tegenover weinig bewegen).
Critical life events
Normatief
- Bijbaan, middelbare gaan, uit huis gaan
- Studeren / werken
- Samenwonen / relatie
Niet normatief
- Verhuizing
- Scheiding
- Overlijden
Niet-normatieve gebeurtenissen lijken gelijkgesteld met negatieve
gebeurtenissen. Niet elke ‘critical life event’ is dus negatief.
Epidemiologie:
Incidentie: het aantal nieuwe gevallen per 1000 of per 100.000 bv.
Prevalentie: het aantal gevallen van een aandoening per zoveel mensen (bv
1000 of 100.000) op een speciaal moment. Het totaal van nieuwe en al
bestaande gevallen.
Leefstijl
De factoren van leefstijl zijn BRAVO+D: Bewegen, roken, alcohol, voeding en
ontspanning + drugsgebruik.
Met health literacy wordt bedoeld de kennis die iedere individu nodig heeft
om zelf gezonde leefstijl keuzes te maken. Een probleem is overvloed van
informatie: ook van social media en influencers.
, HC 2
Determinanten zijn directe, meetbare invloeden op gezondheid.
Leefstijl is grotendeels een kwestie van gedrag (BRAVO+D)
Gedrag
Grotendeels onbewust (ijsberg)
De utiliteitsvisie stelt dat mensen alle keuzes overwegen en
vervolgens de keuze maakt die het meest voordelig is.
Het impulsieve systeem is snel, automatisch en onbewust en het
reflectieve systeem denkt eerst kritisch na, maar kost meer energie om te
gebruiken. Het impulsieve systeem wordt meer gebruikt.
Een tekort aan cognitieve/mentale bandbreedte, onstaan door
bijvoorbeeld schaarste kan ervoor zorgen dat het impulsieve systeem vaker
wint. Dit kan bijvoorbeeld een factor zijn waarom arme mensen vaker
ongezond leven.
Doelgedrag is het gewenste gedrag.