15-10-2020
Contact maken
Module: Oriëntatie “de vraag achter de vraag”
Naam:
Studentennummer:
Klas:
Docent:
Datum: 20-10-2020
Versie: Definitief
,Inhoudsopgave:
Inleiding………………………………………………………………………………………………………………………2
Hoofdstuk 1: Het aangaan van een agogische relatie…………………………………………………3
Contextbeschrijving client………………………………………………………………………3
Situatie 1………………………………………………………………………………………………..3
Verbatim ……………………………………………………………………………………………….4
Reflectie ………………………………………………………………………………………………..6
Analyse…………………………………………………………………………………………………..7
Hoofdstuk 2: Het open en vragend opstellen wat betreft wensen, gewoonten, waarden,
normen en achtergrond……………………………………………………………………………………………..8
Contextbeschrijving client………………………………………………………………………8
Situatie 2………………………………………………………………………………………………..8
Verbatim………………………………………………………………………………………………..9
Reflectie………………………………………………………………………………………………..11
Analyse………………………………………………………………………………………………….12
Hoofdstuk 3: Het toepassen van observatie en gespreksvaardigheden…………………….13
Contextbeschrijving client……………………………………………………………………..13
Situatie 3……………………………………………………………………………………………… 13
Verbatim……………………………………………………………………………………………….14
Reflectie………………………………………………………………………………………………..16
Analyse………………………………………………………………………………………………….17
Literatuurlijst……………………………………………………………………………………………………………..18
Bijlage………………………………………………………………………………………………………………………..19
1
, Inleiding
Dit verslag schrijf ik naar aanleiding van de opdracht van leeruitkomst A, contact leggen. De
omschrijving van de opdracht: Maak een verslag waarin je in 3 situaties aantoont dat je
vanuit de samenwerkingsgerichte benadering gevraagd of ongevraagd contact hebt gelegd
met een client of diens primaire netwerk. Voor alle 3 de gesprekken maak je een
contextbeschrijving met informatie over de gesprekspartner zodat een professional die de
situatie niet kent het begrijpt. Van elk van de 3 gesprekken maak je een verbatim, waarin het
aangaan van een agogische relatie, het open en vragend opstellen wat betreft wensen,
gewoonten e.d. en het toepassen van observatie- en gespreksvaardigheden wordt
aangetoond. Als laatste onderdeel schrijf je een reflectie over een onderdeel uit het gesprek
van situatie 1 en 2 en een onderdeel uit het gesprek van situatie 3, waar jij of jouw
werkbegeleider niet tevreden over bent. Maak hierbij gebruik van een passend
reflectiemodel, bijvoorbeeld het model van Korthagen.
Voor dit verslag ben ik 3 gesprekken aangegaan met 3 cliënten uit mijn eigen caseload. De
gesprekken heb ik gevoerd op mijn werkplek: Stichting de Binnenvest. Dit is een stichting die
opvang biedt aan dak- en thuislozen. De stichting biedt naast opvang, dagbesteding,
ambulante hulpverlening en 24-uursopvang. Het Sociaal Pension is bestemd voor personen
met psychische of psychosociale problemen, met een verslaving die niet in staat zijn
zelfstandig te wonen in de samenleving. In dit pand aan het Morspad in Leiden zijn 28
wooneenheden. Iedere bewoner heeft een eigen woonruimte met een eigen keuken,
badkamer en toilet. Er is een beschermd-wonen-indicatie nodig om hier te kunnen
verblijven. Het Sociaal Pension is een beschermde woonvorm met 24-uurstoezicht. “De
bewoners worden ondersteund en begeleid in hun dagelijks wonen en leven, bijvoorbeeld
bij hun persoonlijke verzorging. De ondersteuning is gericht op het bevorderen en herstellen
van zelfredzaamheid en participatie, of op stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld en
verslaving ” (niemand hoeft aan de kant te staan, z.d.). Op deze locatie ben ik werkzaam als
begeleider en mentor van een aantal cliënten.
In situatie 1 wordt het aangaan van een agogische relatie met een client aangetoond. In
situatie 2 het open en vragend opstellen wat betreft wensen, gewoonten e.d. In situatie 3
wordt het toepassen van observatie- en gespreksvaardigheden aangetoond.
Als laatste schrijf ik een reflectie over een onderdeel uit het gesprek van situatie 1 en 2 en
een onderdeel uit het gesprek van situatie 3.
2