6 benaderingen:
- T3 Psychoanalytische benadering
- T4 Behavioristische benadering
- T6 Cognitieve benadering
- T5 Humanistische benadering
- T7 Systemische benadering
- T8 Biologische benadering
LES 1: EEN PSYCHOLOGISCH KADER
1. ONENIGHEID OVER DE DEFINITIE
Geen eenduidige definitie Ψ:
- Interne onenigheid
o Verschillende benaderingen
o Verschillen in opvatting, methode en definitie
- Externe onenigheid
o Wat bestudeerd wordt in psychologie ook in andere wetenschappen
o Raakvlakken en ≠
2. DEFINITIE VAN Ψ
2.1 EEN WETENSCHAPPELIJKE BENADERING
Ψ:
- = een wetenschappelijke benadering
o Kennis verzamelen via wetenschappelijke methoden
- Menselijke gedragingen, gevoelens, gedachten en interacties uitgelokt door prikkels en situaties
o Hoe dit wetenschappelijk benaderen? Wat we denken en voelen is niet zichtbaar
- Gaat ook over ≠ factoren die gedrag, gevoelens gedachten en interacties van mensen beïnvloeden
o Interne (persoonsgebonden) factoren
o Externe (omgevingsgebonden) factoren
1
,2.1.1 WETENSCHAPPELIJKE KENNIS VERSUS MENSENKENNIS
Mensenkennis Wetenschappelijke kennis
- Subjectief - Objectief
- Toevallige indrukken - Gecontroleerd
- Eenmalige ervaring - Nauwkeurige observaties
- Anekdotische evidentie - Empirisch
- Persoonlijk inzicht - Neutrale houding
Vb: de flair vs. wetenschappelijke psychologie
Mensenkennis: inzicht dat mensen opbouwen over hoe andere mensen zich gedragen
Wetenschappelijke kennis: inzicht dat mensen opbouwen obv wetenschappelijk onderzoek dat aan duidelijke
waarden moet voldoen
→ definitie krijgt kwaliteitsgarantie
Wetenschappelijke kennis is:
- Geobjectiveerde kennis
o Gebaseerd op feiten
- Betrouwbare kennis
o Duidelijke regels en afspraken over de methoden
o Procedures zijn repliceer- en controleerbaar
- Valide kennis
o Generaliseerbaarheid: veralgemenen naar andere populaties/ situaties
o Voorspelbaarheid
Scheikunde = exacter en specifieker
Ψ:
- Helpt ons met waarschijnlijkheid bep gedragingen, gedachten, gevoelens en interacties inschatten
- Maakt duidelijk hoe mensen doorgaans en gemiddeld genomen reageren
- → nooit absolute zekerheid over iets
Oefening 1: zie opdrachtenfiche (natuurwetenschappelijke vs menswetenschappelijke benadering)
2.2 GEDRAGINGEN, GEVOELENS, GEDACHTEN & INTERACTIES VAN MENSEN
Gedrag is de reactie van een levend wezen op een prikkel
2
,Niet elke stimulus lokt reactie uit
Menselijke gedragingen, gevoelens en gedachten zijn meer dan reactie op prikkel
Waarom kan S-R schema niet alle gedrag verklaren bij de mens? Waarom is dit te simplistisch?
→ Menselijke reacties worden niet alleen bepaald door objectieve prikkels;
meer door subjectieve betekenis die ze aan prikkels geven
→ S-P-R mechanisme
Oefening 3: zie opdrachtenfiche (S-P-R schema toegepast bij voorbeelden)
S heeft geen betekenis/ S’ is betekenis die je aan S geeft
R is reflexmatig/ R’ is betekenisvolle reactie op R
2.3 FACTOREN DIE GEDRAG, GEVOELENS, GEDACHTEN EN INTERACTIES BEÏNVLOEDEN
Gedragsdeterminanten= factoren die inwerken op gedragingen, gevoelens en gedachten
2.3.1 INTERNE EN EXTERNE GEDRAGSDETERMINANTEN
Oefening 4:
Causale attributie = verklaren intern en extern + bepalen oorzaak eigen of andermans gedrag, gedachten en
gevoelens
→ Denken wat de oorzaak is; niet de werkelijke oorzaak
Gedragsdeterminanten= werkelijke oorzaak
3
, 2.3.2 HET OVERBENADRUKKEN VAN INTERNE GEDRAGSDETERMINANTEN
F. Heider onderscheidt 2 soorten attributie:
- Interne attributie
o Wat we denken dat de oorzaak is
o Oorzaak van iemands gedrag, … in persoon, persoonlijkheid, attitude of karakter
Vb aanleg, humeur
- Externe attributie
o Oorzaak in omgeving of situatie
Vb moeilijkheid taak, toeval, andere personen
Oefening 5 opdrachtenbundel: (voorbeeld open vraag examen!!!!!)
Fundamentele attributiefout = neiging die mensen hebben om andermans gedragingen, … toe te schrijven aan
interne factoren, die te overschatten en de rol van situationele factoren te onderschatten
vb blaming the victim
3. VERSCHILLENDE BENADERINGEN IN DE PSYCHOLOGIE
3.1 EEN OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE BENADERINGEN
Binnen de Ψ:
- Bestaan er ≠ benaderingen naast elkaar
- Is er geen theoretische overeenstemming
- Geeft elke benadering zijn eigen invalshoek en zijn eigen veronderstellingen, methoden en theorieën
- Is elke benadering steeds overtuigd van zijn gelijk
- Nemen we geen stellingen in
- Kiezen we steeds voor ≠ benaderingen te presenteren
Verschillende benaderingen in de Ψ:
- Zijn verwarrend
- Zijn sprekenonbegrijpelijk
- Spreken elkaar tegen
- Bekritiseren elkaar
Oefening 6:
De vraag naar 1 psychologische theorie:
- Gaat uit van een naïeve opvatting van de wetenschappelijke kennis
- Gaat uit van 1 werkelijkheid
- Stelt dat: waarnemingen = objectieve weergave van de realiteit
4